Organisatie en management
Hoofdstuk 2
De organisatie met omringende partijen en omgevingsfactoren
Afstemming: het richten van de organisatie op de omgeving
Partijen hebben een directe invloed op organisaties
- Afnemers
- Leveranciers
- Concurrentie
- Vermogensverschaffers
- Werknemers
- Belangenbehartigingsorganisaties
- Overheidsinstellingen
- Media
1. Afnemers
- Afnemers zorgen voor de vraag naar producten en diensten
- Onvoldoende inspelen op de afnemersbehoeften leidt tot klantenverlies
2. Leveranciers
- Aan leveranciers stellen organisaties eisen op het gebied van kwaliteit, prijsniveau en
levertijd.
- Keuze van leveranciers is aan verandering onderhevig: van lokale tot internationale
leveranciers.
- Organisaties willen steeds minder voorraden aanhouden door just in time leveringen
,3. Concurrenten
- Concurrenten bepalen de speelruimte die organisaties hebben op het gebied van onder meer
productaanbod, prijsniveau, keuze van distributiekanalen en kwaliteitsniveau.
4. Vermogensverschaffers
- Voor de continuïteit van de organisatie
- Ontevreden verschaffers kunnen de geldkraan dichtdraaien
5. Werknemers
- De kritische succesfactor binnen organisaties
- Werknemers spelen een grote rol bij organisatie en productinnovaties en
kwaliteitsverbeteringen.
6. Belangenorganisaties
- Werknemers (vakbonden)
- Werkgevers (vno-ncw)
- Consumenten (consumentenbond)
- Milieuactivisten (Greenpeace)
7. Overheidsinstellingen Beïnvloeden organisaties door regelgeving
- Lokale overheden
- Provincies
- Landelijke overheid
- Europese unie
8. Media
- In het huidige informatietijdperk spelen media een belangrijke rol.
- Facebook, Instagram
9. Omgevingsfactoren
1. Milieufactoren
o Nationaal klimaatakkoord
o Economische groei van afgelopen decennia is gepaard gegaan met vervuiling en
uitputting van het milieu.
o Milieu zeer belangrijk voor strategie van organisaties
2. Technologische factoren zorgen voor continue verbetering van productiemethoden en
innovaties van goederen en diensten
3. Demografische factoren betrekking op omvang, groei en samenstelling van de bevolking.
4. Economische factoren de groei van het nationaal inkomen, inkomensverdeling, inflatie
5. Politieke factoren (
6. Maatschappelijke factoren (maatschappelijk verantwoord ondernemen)
,In zijn algemeenheid kunnen vijf vormen van economische integratie onderscheiden worden.
1. Vrijehandelszone. De handelspolitiek is niet geharmoniseerd. Een voorbeeld van een
vrijhandelszone is de NAFTA.
2. Douane-unie. Hier wordt tevens een gemeenschappelijke handelspolitiek gevoerd. De
opbrengsten uit invoertarieven worden hierbij via een bepaalde sleutel onderling verdeeld.
3. Gemeenschappelijke markt. De basis van de douane-unie. Daarnaast worden de belemmeringen
op het gebied van de productiefactoren weggenomen.
4. Economische unie. Het monetaire beleid en de financiële overheidspolitiek geharmoniseerd zijn.
Deze stap vereist het opzetten van centrale instituties, zoals één Centrale Bank.
5. Volledige politieke en economische unie. Hierbij gaan landen geheel samen. Een voorbeeld hiervan
is de Verenigde Staten van Amerika.
, Hoofdstuk 3 strategisch management
Strategie:
Strategie is een plan waarin wordt aangegeven wat een organisatie wil doen om haar doelstellingen
te realiseren
Strategisch management houdt in het zorg dragen voor een juiste afstemming op de omgeving en
ontwikkelen van bekwaamheden
Strategisch denken:
grondlegger is Henry Mintzberg
Strategisch management:
Grondlegger is Igor Ansoff
Visie
Is een algemeen gedachtebeeld van de toekomst van de organisatie
Doel visie:
1. Motiveren medewerkers
2. Focus op relevante activiteiten
3. Kader scheppen voor implementatie van activiteiten
Missie: beschrijft bestaansrecht: product-marktcombinaties, concurrentievoordeel
Principes: Normen en waarden van organisatie
Twee benaderingen
Moderne benadering: strategisch denken -> de visie uitdragen en doorvoeren
Klassieke benadering: strategische planning -> grondige kwantitatieve analyse
Kritische kanttekeningen bij de klassieke benadering
strategie kun je nooit plannen (creativiteit wordt beperkt)
scheiding tussen denken en doen
menselijke intuïtie is niet volledig te formaliseren
7s MODEL De kwaliteit te meten van de prestaties die een onderneming levert
Hoofdstuk 2
De organisatie met omringende partijen en omgevingsfactoren
Afstemming: het richten van de organisatie op de omgeving
Partijen hebben een directe invloed op organisaties
- Afnemers
- Leveranciers
- Concurrentie
- Vermogensverschaffers
- Werknemers
- Belangenbehartigingsorganisaties
- Overheidsinstellingen
- Media
1. Afnemers
- Afnemers zorgen voor de vraag naar producten en diensten
- Onvoldoende inspelen op de afnemersbehoeften leidt tot klantenverlies
2. Leveranciers
- Aan leveranciers stellen organisaties eisen op het gebied van kwaliteit, prijsniveau en
levertijd.
- Keuze van leveranciers is aan verandering onderhevig: van lokale tot internationale
leveranciers.
- Organisaties willen steeds minder voorraden aanhouden door just in time leveringen
,3. Concurrenten
- Concurrenten bepalen de speelruimte die organisaties hebben op het gebied van onder meer
productaanbod, prijsniveau, keuze van distributiekanalen en kwaliteitsniveau.
4. Vermogensverschaffers
- Voor de continuïteit van de organisatie
- Ontevreden verschaffers kunnen de geldkraan dichtdraaien
5. Werknemers
- De kritische succesfactor binnen organisaties
- Werknemers spelen een grote rol bij organisatie en productinnovaties en
kwaliteitsverbeteringen.
6. Belangenorganisaties
- Werknemers (vakbonden)
- Werkgevers (vno-ncw)
- Consumenten (consumentenbond)
- Milieuactivisten (Greenpeace)
7. Overheidsinstellingen Beïnvloeden organisaties door regelgeving
- Lokale overheden
- Provincies
- Landelijke overheid
- Europese unie
8. Media
- In het huidige informatietijdperk spelen media een belangrijke rol.
- Facebook, Instagram
9. Omgevingsfactoren
1. Milieufactoren
o Nationaal klimaatakkoord
o Economische groei van afgelopen decennia is gepaard gegaan met vervuiling en
uitputting van het milieu.
o Milieu zeer belangrijk voor strategie van organisaties
2. Technologische factoren zorgen voor continue verbetering van productiemethoden en
innovaties van goederen en diensten
3. Demografische factoren betrekking op omvang, groei en samenstelling van de bevolking.
4. Economische factoren de groei van het nationaal inkomen, inkomensverdeling, inflatie
5. Politieke factoren (
6. Maatschappelijke factoren (maatschappelijk verantwoord ondernemen)
,In zijn algemeenheid kunnen vijf vormen van economische integratie onderscheiden worden.
1. Vrijehandelszone. De handelspolitiek is niet geharmoniseerd. Een voorbeeld van een
vrijhandelszone is de NAFTA.
2. Douane-unie. Hier wordt tevens een gemeenschappelijke handelspolitiek gevoerd. De
opbrengsten uit invoertarieven worden hierbij via een bepaalde sleutel onderling verdeeld.
3. Gemeenschappelijke markt. De basis van de douane-unie. Daarnaast worden de belemmeringen
op het gebied van de productiefactoren weggenomen.
4. Economische unie. Het monetaire beleid en de financiële overheidspolitiek geharmoniseerd zijn.
Deze stap vereist het opzetten van centrale instituties, zoals één Centrale Bank.
5. Volledige politieke en economische unie. Hierbij gaan landen geheel samen. Een voorbeeld hiervan
is de Verenigde Staten van Amerika.
, Hoofdstuk 3 strategisch management
Strategie:
Strategie is een plan waarin wordt aangegeven wat een organisatie wil doen om haar doelstellingen
te realiseren
Strategisch management houdt in het zorg dragen voor een juiste afstemming op de omgeving en
ontwikkelen van bekwaamheden
Strategisch denken:
grondlegger is Henry Mintzberg
Strategisch management:
Grondlegger is Igor Ansoff
Visie
Is een algemeen gedachtebeeld van de toekomst van de organisatie
Doel visie:
1. Motiveren medewerkers
2. Focus op relevante activiteiten
3. Kader scheppen voor implementatie van activiteiten
Missie: beschrijft bestaansrecht: product-marktcombinaties, concurrentievoordeel
Principes: Normen en waarden van organisatie
Twee benaderingen
Moderne benadering: strategisch denken -> de visie uitdragen en doorvoeren
Klassieke benadering: strategische planning -> grondige kwantitatieve analyse
Kritische kanttekeningen bij de klassieke benadering
strategie kun je nooit plannen (creativiteit wordt beperkt)
scheiding tussen denken en doen
menselijke intuïtie is niet volledig te formaliseren
7s MODEL De kwaliteit te meten van de prestaties die een onderneming levert
