Hoorcollege 1. Introductie en theorie-data cyclus.................................................................................. 2
Kwalitatief
Hoorcollege 2. Kwalitatief onderzoek 1 .................................................................................................. 4
Hoorcollege 3. Kwalitatief onderzoek 2 .................................................................................................. 7
Hoorcollege 4. Kwalitatief onderzoek 3 ................................................................................................ 10
Correlationeel
Hoorcollege 6. Correlationeel 1 ............................................................................................................ 12
Hoorcollege 7. Correlationeel 2 (Grasple-college) ................................................................................ 17
Hoorcollege 8. Correlationeel 3 ............................................................................................................ 20
Schematische weergevingen
Validiteits- en betrouwbaarheidsplaat.................................................................................................. 23
Betrouwbaarheid................................................................................................................................... 24
Validiteit ................................................................................................................................................ 24
Begripsvaliditeit ..................................................................................................................................... 25
1
,Hoorcollege 1. Introductie en theorie-data cyclus
4 bronnen van informatie
(1) Intuïtie
(2) Ervaring
(3) Autoriteit
(4) Wetenschap
3 kenmerken wetenschappelijk onderzoek
(1) Empirisch. Onderzoek is gebaseerd op systematische waarnemingen (het is niet toevallig).
(2) Controleerbaar. Wetenschappers controleren elkaar middels o.a. peer review.
(3) Probabilistisch. Onderzoek is gebaseerd op kansen (de kans om waar te zijn) en het
uiteindelijk maken van keuzes. Het is niet deterministisch (als dit, dan gebeurt dat).
Empirisch en probabilistisch spreekt elkaar niet tegen, het is een cyclus van wetenschappelijk
onderzoek. De conclusie van onderzoek is wel probabilistisch.
Theorie-data-cyclus
3 kenmerken (goede) wetenschappelijke theorie
(1) Ondersteund door data. Data komt uit wetenschappelijk onderzoek.
(2) Falsifieerbaar. Een theorie moet weerlegd kunnen worden aan de hand van verzamelede
gegevens. Je moet dingen kunnen waarnemen waarmee je kan aantonen dat het niet waar is.
(3) Spaarzaam (parsimonious). Als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig om deze
complexer te maken. Niet onnodig complex maken, maar wel genoeg detail om te kunnen
specificeren.
2
, 2 soorten onderzoeksvragen
(1) Fundamenteel (basic). Op zoek naar algemene informatie (hoe zit het precies of hoe werkt het).
(2) Toegepast (applied). Er komt vaak (niet altijd) een externe bron bij.
Voorbeeld
“Worden jongeren narcistisch van het gebruik van social media?”
Dit is een fundamentele onderzoeksvraag. Het is op zoek naar algemene informatie: is het zo
dat social media gebruik leidt tot narcisme? Social media is weliswaar een bron, maar het betreft
alsnog algemene kennis.
Onderzoeksontwerp
De onderzoeksvraag leidt tot een onderzoeksontwerp waarin beschreven staat wat voor soort
empirische gegevens er worden verzameld, op welke manier deze verzameld worden (bijvoorbeeld
enquête/experiment/interview) en hoe ze worden beoordeeld.
Kwantitatief zijn getalsmatige gegevens: alle waarnemingen die je doet waar een getal aan vastzit.
Kwalitatief geen getalsmatige gegevens zijn: een interview, teksten in de krant, soort foto’s dat
jongeren plaatsen op social media.
3