Samenvatting Bedrijfseconomie Semester 2.1
Variabele en vaste kosten:
Variabele kosten zijn kosten die veranderen doordat een bedrijf meer of minder activiteiten uitvoert.
De variabele kosten kan je verdelen in:
Proportioneel variabele kosten: dit zijn kosten die recht evenredig veranderen met de verandering in
de bedrijfsdrukte. De variabele kosten per eenheid product zullen gelijk blijven, de productieomvang
heeft hier geen invloed op.
Degressief stijgende variabele kosten: dit zijn kosten die minder dan evenredig als gevolg van
verandering in de bedrijfsdrukte veranderen. De productieomvang heeft hier wel invloed op. Als de
productieomvang toeneemt, zullen de kosten per eenheid product afnemen.
Progressief stijgende variabele kosten: dit zijn kosten die meer dan evenredig als gevolg van een
verandering in de bedrijfsdrukte veranderen. De productieomvang heeft hier wel invloed op. Als de
productieomvang toeneemt, zullen de kosten per eenheid product toenemen.
Trapsgewijs variabele kosten: dit zijn kosten die met kleine sprongen veranderen. Dit is niet het
gevolg van een verandering in de bedrijfsdrukte/omvang. Deze kosten zijn het gevolg van het feit dat
bepaalde productiemiddelen maar in beperkte hoeveelheden beschikbaar en/of deelbaar zijn.
Vaste kosten (constante kosten) zijn kosten die niet veranderen als een bedrijf meer of minder
activiteiten uitvoert.
Gemengde kosten zijn kosten die voor een deel uit vaste kosten en voor een deel uit variabele
kosten bestaan.
Integrale kostprijs:
De integrale kostprijs is de kostprijs die onafhankelijk is van de periode waarin het product wordt
geproduceerd. Dit is te berekenen door de integrale kosten (de som van variabele en vaste kosten)
te delen door de werkelijke productieomvang.
Formule:
Integrale kostprijs = (V+C)/productie omvang
Hier is:
V = variabele kosten
C = vaste kosten (constante kosten)
Productieomvang = werkelijke productieomvang
Standaardkostprijs:
De standaardkostprijs van een product is gelijk aan de gemiddelde toegestane kosten per product.
Dit gemmidelde wordt berekend door de toegestane kosten bij een normale productie te delen door
de normale productie.
Formule:
(variabele kosten bij normale productie + vaste kosten bij normale productie)/normale productie ->
Standaardkostprijs = (Vn/N)+(C/N)
Hier is:
Vn = variabele kosten bij normale productie
N = normale productie
C = constante vaste kosten
Als er sprake is van proportioneel variabele kosten kan men de variabele kosten per eenheid product
ook berekenen door de variabele kosten bij de begrote werkelijke productie (Vb) te delen door de
begrote werkelijke productie (B).
, Formule:
Standaardkostprijs = (Vb/B)+(C/N)
Hier is:
Vb = variabele kosten bij begrote werkelijke productie
B = begrote werkelijke productie
C = constante vaste kosten
N = normale productie
Normale bezetting (N) = de gemiddelde productie omvang gedurende een aantal toekomstige jaren.
Directe en indirecte kosten:
Bij directe kosten is er een oorzakelijk verband tussen het ontstaan van de kosten en het product en
dit verband kan op economische verantwoorde wijze worden vastgesteld.
Bij indirecte kosten is er geen oorzakelijk verband tussen het ontstaan van de kosten en het product
of dit verband kan niet op economisch verantwoorde wijzen worden vastgesteld.
Om de kostprijs van een product te kunnen bepalen moeten de indirecte kosten aan de producten
worden toegerekend. Dit kan gedaan worden aan de hand van de vier volgende methoden:
Equivalentiecijfermethode:
Kostprijsmethode waarbij delingscalculatie wordt toegepast, nadat soortgelijke producten tot een
gemeenschappelijke grootheid herleid zijn.
Opslagmethode:
Kostprijsberekening waarbij de indirecte kosten aan de kostendragers worden toegerekend door een
gedeelte van de directe kosten met een bepaald percentage te verhogen.
-> enkelvoudige- of primitieve opslagmethode (slechts een opslagpercentage)
Op basis van directe grondstofkosten:
Indirecte kosten/directe grondstofkosten = … % x directe grondstofkosten = opslag indirecte kosten
+ totale directe kosten = kostprijs
Op basis van directe arbeidskosten:
Indirecte kosten/directe arbeidskosten = … % x directe arbeidskosten = opslag indirecte kosten +
totale directe kosten = kostprijs
Op basis van de totale directe kosten:
Indirecte kosten/totale directe kosten = … % x totale directe kosten = opslag indirecte kosten +
totale directe kosten = kostprijs
-> meervoudige- of verfijnde opslagmethode (twee of meer opslagpercentages)
Bereken de opslag indirecte kosten van grondstofkosten, directe arbeid en de totale directe kosten.
Totale directe kosten + totale opslag indirecte kosten = kostprijs
Toeslag indirecte grondstofkosten = (grondstofafhankelijke indirecte kosten/directe
grondstofkosten) x 100%
Toeslag indirecte arbeidskosten = (arbeidsafhankelijke indirecte kosten/directe arbeidskosten) x
100%
Ook weten maar niet de inhoud ervan: kostenplaatsmethode en activity-based costing (ABC)
Initiële kosten:
Technische initiële kosten:
- houden verband met een nieuwe productie methode of ontwikkeling en fabricage van een nieuw
product.
Commerciële initiële kosten:
Variabele en vaste kosten:
Variabele kosten zijn kosten die veranderen doordat een bedrijf meer of minder activiteiten uitvoert.
De variabele kosten kan je verdelen in:
Proportioneel variabele kosten: dit zijn kosten die recht evenredig veranderen met de verandering in
de bedrijfsdrukte. De variabele kosten per eenheid product zullen gelijk blijven, de productieomvang
heeft hier geen invloed op.
Degressief stijgende variabele kosten: dit zijn kosten die minder dan evenredig als gevolg van
verandering in de bedrijfsdrukte veranderen. De productieomvang heeft hier wel invloed op. Als de
productieomvang toeneemt, zullen de kosten per eenheid product afnemen.
Progressief stijgende variabele kosten: dit zijn kosten die meer dan evenredig als gevolg van een
verandering in de bedrijfsdrukte veranderen. De productieomvang heeft hier wel invloed op. Als de
productieomvang toeneemt, zullen de kosten per eenheid product toenemen.
Trapsgewijs variabele kosten: dit zijn kosten die met kleine sprongen veranderen. Dit is niet het
gevolg van een verandering in de bedrijfsdrukte/omvang. Deze kosten zijn het gevolg van het feit dat
bepaalde productiemiddelen maar in beperkte hoeveelheden beschikbaar en/of deelbaar zijn.
Vaste kosten (constante kosten) zijn kosten die niet veranderen als een bedrijf meer of minder
activiteiten uitvoert.
Gemengde kosten zijn kosten die voor een deel uit vaste kosten en voor een deel uit variabele
kosten bestaan.
Integrale kostprijs:
De integrale kostprijs is de kostprijs die onafhankelijk is van de periode waarin het product wordt
geproduceerd. Dit is te berekenen door de integrale kosten (de som van variabele en vaste kosten)
te delen door de werkelijke productieomvang.
Formule:
Integrale kostprijs = (V+C)/productie omvang
Hier is:
V = variabele kosten
C = vaste kosten (constante kosten)
Productieomvang = werkelijke productieomvang
Standaardkostprijs:
De standaardkostprijs van een product is gelijk aan de gemiddelde toegestane kosten per product.
Dit gemmidelde wordt berekend door de toegestane kosten bij een normale productie te delen door
de normale productie.
Formule:
(variabele kosten bij normale productie + vaste kosten bij normale productie)/normale productie ->
Standaardkostprijs = (Vn/N)+(C/N)
Hier is:
Vn = variabele kosten bij normale productie
N = normale productie
C = constante vaste kosten
Als er sprake is van proportioneel variabele kosten kan men de variabele kosten per eenheid product
ook berekenen door de variabele kosten bij de begrote werkelijke productie (Vb) te delen door de
begrote werkelijke productie (B).
, Formule:
Standaardkostprijs = (Vb/B)+(C/N)
Hier is:
Vb = variabele kosten bij begrote werkelijke productie
B = begrote werkelijke productie
C = constante vaste kosten
N = normale productie
Normale bezetting (N) = de gemiddelde productie omvang gedurende een aantal toekomstige jaren.
Directe en indirecte kosten:
Bij directe kosten is er een oorzakelijk verband tussen het ontstaan van de kosten en het product en
dit verband kan op economische verantwoorde wijze worden vastgesteld.
Bij indirecte kosten is er geen oorzakelijk verband tussen het ontstaan van de kosten en het product
of dit verband kan niet op economisch verantwoorde wijzen worden vastgesteld.
Om de kostprijs van een product te kunnen bepalen moeten de indirecte kosten aan de producten
worden toegerekend. Dit kan gedaan worden aan de hand van de vier volgende methoden:
Equivalentiecijfermethode:
Kostprijsmethode waarbij delingscalculatie wordt toegepast, nadat soortgelijke producten tot een
gemeenschappelijke grootheid herleid zijn.
Opslagmethode:
Kostprijsberekening waarbij de indirecte kosten aan de kostendragers worden toegerekend door een
gedeelte van de directe kosten met een bepaald percentage te verhogen.
-> enkelvoudige- of primitieve opslagmethode (slechts een opslagpercentage)
Op basis van directe grondstofkosten:
Indirecte kosten/directe grondstofkosten = … % x directe grondstofkosten = opslag indirecte kosten
+ totale directe kosten = kostprijs
Op basis van directe arbeidskosten:
Indirecte kosten/directe arbeidskosten = … % x directe arbeidskosten = opslag indirecte kosten +
totale directe kosten = kostprijs
Op basis van de totale directe kosten:
Indirecte kosten/totale directe kosten = … % x totale directe kosten = opslag indirecte kosten +
totale directe kosten = kostprijs
-> meervoudige- of verfijnde opslagmethode (twee of meer opslagpercentages)
Bereken de opslag indirecte kosten van grondstofkosten, directe arbeid en de totale directe kosten.
Totale directe kosten + totale opslag indirecte kosten = kostprijs
Toeslag indirecte grondstofkosten = (grondstofafhankelijke indirecte kosten/directe
grondstofkosten) x 100%
Toeslag indirecte arbeidskosten = (arbeidsafhankelijke indirecte kosten/directe arbeidskosten) x
100%
Ook weten maar niet de inhoud ervan: kostenplaatsmethode en activity-based costing (ABC)
Initiële kosten:
Technische initiële kosten:
- houden verband met een nieuwe productie methode of ontwikkeling en fabricage van een nieuw
product.
Commerciële initiële kosten: