HCI Plastische chirurgie
Voor studenten die de opleiding tot operatieassistent volgen. Informatie is samengevat uit het boek OZT
Plastische en reconstructieve chirurgie. Ook de bijbehorende leerdoelen zijn uitgebreid beantwoord d.m.v.
studiemateriaal vanuit E-learning’s, hoorcolleges en filmpjes van Juf Danielle Academie
Voorbeelden en uitleg wordt gegeven aan de hand van afbeeldingen. Hieronder zie je alle hoofstukken die aanbod
komen voor het behalen van de toets HCI Plastische chirurgie. Succes met leren!!
Voor nog meer studie gemak, zie ook de andere samenvattingen voor de opleiding tot operatieassistent op mijn
account.
1. Skin Graft - Full thickness
2. Skin Graft - Split-thickness
3. Weefseltranspositie: gesteelde en Vrije lappen.
4. Mammareconstructie: DIEP, TRAM-flap en Latissimus Dorsi
5. Microchirurgie
6. Mamma reconstructies: o.a.: LD, DIEP, abdominoplastiek, tramflap
7. Handchirurgie
8. Pees- en vaat/zenuwletsels
9. Arthroplastiek
10. Handamputatie
11. Fracturen en fixatie
,HCI Plastische chirurgie
Bij operaties aan de mammae worden beide handen onder de billen of
langs het lichaam geplaatst, of men legt beide armen op armsteunen,
zodat er tijdens de operatie een goed overzicht is. Standaard in de OK,
maar bij borstreconstructie volgens een DIEP-lap = de tafel
omgekeerd(ivm de microcoop).
Implantaten
In de plastische en reconstructieve chirurgie worden verschillende
implantaten gebruikt.
De bekendste zijn wellicht de siliconenimplantaten, zoals de borstimplantaten waarmee een mamma-
augmentatie wordt gerealiseerd. Daarnaast wordt veel gebruikgemaakt van de tissue expander. In de
handchirurgie worden gewrichtsprothesen gebruikt, gemaakt van siliconen, titanium, keramiek of
hydroxylapatiet, en daarnaast de tendon spacer (ook silastic rod genoemd), die gebruikt wordt voor het
verkrijgen van een peesschedeachtige tunnel voorafgaand aan een peestransplantatie.
Onderstaande hechtmaterialen zijn dus richtlijnen:
Behaarde hoofd: niet-resorbeerbaar monofil 3-0 of 4-0 met scherpe naald.
Gelaat: niet-resorbeerbaar monofil 5-0 of 6-0 met scherpe naald.
Subcutis: ongekleurd resorbeerbaar polyfil 3-0 of 4-0 met scherpe naald.
Huid van romp en ledematen (exclusief handen en voeten): intracutaan met ongekleurd monofil
resorbeerbaar 3-0 t/m 5-0 met scherpe naald.
Als er na excisie spanning op de huid ontstaat, wordt transcutaan gesloten met niet-resorbeerbaar monofil 3-0 t/m
6-0 met scherpe naald;
Huid van handen en voeten: niet-resorbeerbaar monofil 4-0 t/m 6-0 met scherpe naald.
Pezen: niet-resorbeerbaar monofil 4-0 en 6-0 met snijdende naald.
Zenuwen: niet-resorbeerbaar monofil 9-0 t/m 11-0 met een spatulanaald of ronde naald.
Venen en arteriën: niet-resorbeerbaar monofil 8-0 t/m 11-0 met een ronde naald.
Vascularisatie van de mammae
Mediale arteriën Arterie thoracica interna(aftakking a. subclavia) ook de a. mammaria interna genoemd
Laterale arteriën Arterie thoracica lateralis(aftakking a. axillares)
Bloedvoorziening mammae komt vanuit mediaal en lateraal.
, 1. Een vrij transplantaat
Is als het weefsel geheel wordt losgemaakt van het omringende weefsel en ergens anders op of in het lichaam
wordt aangebracht. Te onderscheiden zijn de huidtransplantaties van de partiële huiddikte (split-thickness skin
graft) en van de volledige huiddikte (full-thickness skin graft).
1. Split-thickness skin graft (SSG) ook wel Thiersch-graft (TG) genoemd
Toepassing: bij trauma, brandwonden of na excisie van tumoren of als een donordefect niet primair te
sluiten is.
Sheet graft: Als de SSG direct, zonder bewerking wordt getransplanteerd,
Mesh graft: is een SSG graft waarvan het oppervlak via een speciale techniek (meshen) wordt
vergroot (expansie).
2. Full-thickness skin graft (FTG), ook wel Wolfe-Krause-graft genoemd.
Toepassing: Tumor in het gelaat voor een beter cosmetisch resultaat.
2. Weefseltranspositie
Het weefsel wordt gesteeld verplaatst men noemt dit dan een gesteelde lap. De circulatie tussen het
donorgebied en verplaatst weefsel blijft intact. Dit kunnen drie verschillende huidlappen zijn:
1. Random huidlappen weefsel dat direct naast het defect ligt.
2. Gesteelde lappen dit zijn Axiale lappen, namelijk de fasciocutane en myocutane lappen.
3. Vrije lappen vrije gerevasculariseerde transplantaten.
2. Gesteelde lappen (de myocutane lappen).
Myocutane lappen bestaan uit een huideiland plus de onderliggende spier (en de daartussen liggende
fascie). De spier kan tot aan de vasculaire steel geheel worden vrijgeprepareerd en getransponeerd.
Pectoralis-majorlap: De musculus pectoralis major(PM) wordt gevasculariseerd door de arteria en vena
pectoralis uit de arteria en vena thoracoacromialis en wordt gebruikt voor defecten in het hoofd-
halsgebied, het sternum of de schouder.
Latissimus-dorsilap: De musculus latissimus dorsi(LD) wordt gevasculariseerd door de
arteria en vena thoracodorsalis. Deze spier wordt samen met een huideiland gebruikt voor
mammareconstructie aan dezelfde kant van het lichaam. Verder wordt deze spier gebruikt
voor thoraxreconstructies.
Rectus-abdominislap (TRAM- of VRAM-lap = transverse/vertical rectus abdominis muscle)
De musculus rectus abdominis wordt gevasculariseerd door de arteria en vena epigastrica superior en
inferior. Deze spier wordt samen met een huideiland gebruikt voor mammareconstructie, aan de andere
zijde. Bij de TRAM - en VRAM-lap vindt vascularisatie plaats door de superieure epigastrische vaten.
!!! (let op: kan ook als vrije Tram-lap) !!!
Tensor fasciae latae myocutane-lap: De TFL-lap, die gebruikmaakt van de musculus
tensor fasciae latae wordt gebruikt voor het opvullen van een decubituswond op de
trochanter major of voor een defect in de lies.
Gastrocnemiuslap: De musculus gastrocnemius(kuitspier) wordt gebruikt om een defect rondom de knie
of op het scheenbeen te bedekken. Meestal wordt de musculus gastrocnemius medialis(A) gebruikt omdat
deze langer en breder is, maar ook de musculus gastrocnemius lateralis(B) is bruikbaar. De
bloedvoorziening van de spier wordt verzorgd door de arteria en vena suralis.
Gesteelde lappen: Naam: Toegepast op:
fasciocutane- en myocutane
lappen
Fasciocutane lappen
Gesteelde lies lap Het bedekken van een defect op de hand.
Gekruiste been lap De huid van het been wordt ingehecht op een defect
aan het andere been.
Myocutane lappen
PM lap Pectoralis-majorlap In het hoofd-halsgebied, het sternum of de schouder.
LD lap Latissimus-dorsilap Mamma
TRAM- of VRAM-lap transverse/vertical rectus abdominis Mamma
muscle
TFL-lap Tensor fasciae latae myocutane-lap Een defect in de lies en trochanter major.
Gastrocnemiuslap defect rondom de knie of op het scheenbeen
Voor studenten die de opleiding tot operatieassistent volgen. Informatie is samengevat uit het boek OZT
Plastische en reconstructieve chirurgie. Ook de bijbehorende leerdoelen zijn uitgebreid beantwoord d.m.v.
studiemateriaal vanuit E-learning’s, hoorcolleges en filmpjes van Juf Danielle Academie
Voorbeelden en uitleg wordt gegeven aan de hand van afbeeldingen. Hieronder zie je alle hoofstukken die aanbod
komen voor het behalen van de toets HCI Plastische chirurgie. Succes met leren!!
Voor nog meer studie gemak, zie ook de andere samenvattingen voor de opleiding tot operatieassistent op mijn
account.
1. Skin Graft - Full thickness
2. Skin Graft - Split-thickness
3. Weefseltranspositie: gesteelde en Vrije lappen.
4. Mammareconstructie: DIEP, TRAM-flap en Latissimus Dorsi
5. Microchirurgie
6. Mamma reconstructies: o.a.: LD, DIEP, abdominoplastiek, tramflap
7. Handchirurgie
8. Pees- en vaat/zenuwletsels
9. Arthroplastiek
10. Handamputatie
11. Fracturen en fixatie
,HCI Plastische chirurgie
Bij operaties aan de mammae worden beide handen onder de billen of
langs het lichaam geplaatst, of men legt beide armen op armsteunen,
zodat er tijdens de operatie een goed overzicht is. Standaard in de OK,
maar bij borstreconstructie volgens een DIEP-lap = de tafel
omgekeerd(ivm de microcoop).
Implantaten
In de plastische en reconstructieve chirurgie worden verschillende
implantaten gebruikt.
De bekendste zijn wellicht de siliconenimplantaten, zoals de borstimplantaten waarmee een mamma-
augmentatie wordt gerealiseerd. Daarnaast wordt veel gebruikgemaakt van de tissue expander. In de
handchirurgie worden gewrichtsprothesen gebruikt, gemaakt van siliconen, titanium, keramiek of
hydroxylapatiet, en daarnaast de tendon spacer (ook silastic rod genoemd), die gebruikt wordt voor het
verkrijgen van een peesschedeachtige tunnel voorafgaand aan een peestransplantatie.
Onderstaande hechtmaterialen zijn dus richtlijnen:
Behaarde hoofd: niet-resorbeerbaar monofil 3-0 of 4-0 met scherpe naald.
Gelaat: niet-resorbeerbaar monofil 5-0 of 6-0 met scherpe naald.
Subcutis: ongekleurd resorbeerbaar polyfil 3-0 of 4-0 met scherpe naald.
Huid van romp en ledematen (exclusief handen en voeten): intracutaan met ongekleurd monofil
resorbeerbaar 3-0 t/m 5-0 met scherpe naald.
Als er na excisie spanning op de huid ontstaat, wordt transcutaan gesloten met niet-resorbeerbaar monofil 3-0 t/m
6-0 met scherpe naald;
Huid van handen en voeten: niet-resorbeerbaar monofil 4-0 t/m 6-0 met scherpe naald.
Pezen: niet-resorbeerbaar monofil 4-0 en 6-0 met snijdende naald.
Zenuwen: niet-resorbeerbaar monofil 9-0 t/m 11-0 met een spatulanaald of ronde naald.
Venen en arteriën: niet-resorbeerbaar monofil 8-0 t/m 11-0 met een ronde naald.
Vascularisatie van de mammae
Mediale arteriën Arterie thoracica interna(aftakking a. subclavia) ook de a. mammaria interna genoemd
Laterale arteriën Arterie thoracica lateralis(aftakking a. axillares)
Bloedvoorziening mammae komt vanuit mediaal en lateraal.
, 1. Een vrij transplantaat
Is als het weefsel geheel wordt losgemaakt van het omringende weefsel en ergens anders op of in het lichaam
wordt aangebracht. Te onderscheiden zijn de huidtransplantaties van de partiële huiddikte (split-thickness skin
graft) en van de volledige huiddikte (full-thickness skin graft).
1. Split-thickness skin graft (SSG) ook wel Thiersch-graft (TG) genoemd
Toepassing: bij trauma, brandwonden of na excisie van tumoren of als een donordefect niet primair te
sluiten is.
Sheet graft: Als de SSG direct, zonder bewerking wordt getransplanteerd,
Mesh graft: is een SSG graft waarvan het oppervlak via een speciale techniek (meshen) wordt
vergroot (expansie).
2. Full-thickness skin graft (FTG), ook wel Wolfe-Krause-graft genoemd.
Toepassing: Tumor in het gelaat voor een beter cosmetisch resultaat.
2. Weefseltranspositie
Het weefsel wordt gesteeld verplaatst men noemt dit dan een gesteelde lap. De circulatie tussen het
donorgebied en verplaatst weefsel blijft intact. Dit kunnen drie verschillende huidlappen zijn:
1. Random huidlappen weefsel dat direct naast het defect ligt.
2. Gesteelde lappen dit zijn Axiale lappen, namelijk de fasciocutane en myocutane lappen.
3. Vrije lappen vrije gerevasculariseerde transplantaten.
2. Gesteelde lappen (de myocutane lappen).
Myocutane lappen bestaan uit een huideiland plus de onderliggende spier (en de daartussen liggende
fascie). De spier kan tot aan de vasculaire steel geheel worden vrijgeprepareerd en getransponeerd.
Pectoralis-majorlap: De musculus pectoralis major(PM) wordt gevasculariseerd door de arteria en vena
pectoralis uit de arteria en vena thoracoacromialis en wordt gebruikt voor defecten in het hoofd-
halsgebied, het sternum of de schouder.
Latissimus-dorsilap: De musculus latissimus dorsi(LD) wordt gevasculariseerd door de
arteria en vena thoracodorsalis. Deze spier wordt samen met een huideiland gebruikt voor
mammareconstructie aan dezelfde kant van het lichaam. Verder wordt deze spier gebruikt
voor thoraxreconstructies.
Rectus-abdominislap (TRAM- of VRAM-lap = transverse/vertical rectus abdominis muscle)
De musculus rectus abdominis wordt gevasculariseerd door de arteria en vena epigastrica superior en
inferior. Deze spier wordt samen met een huideiland gebruikt voor mammareconstructie, aan de andere
zijde. Bij de TRAM - en VRAM-lap vindt vascularisatie plaats door de superieure epigastrische vaten.
!!! (let op: kan ook als vrije Tram-lap) !!!
Tensor fasciae latae myocutane-lap: De TFL-lap, die gebruikmaakt van de musculus
tensor fasciae latae wordt gebruikt voor het opvullen van een decubituswond op de
trochanter major of voor een defect in de lies.
Gastrocnemiuslap: De musculus gastrocnemius(kuitspier) wordt gebruikt om een defect rondom de knie
of op het scheenbeen te bedekken. Meestal wordt de musculus gastrocnemius medialis(A) gebruikt omdat
deze langer en breder is, maar ook de musculus gastrocnemius lateralis(B) is bruikbaar. De
bloedvoorziening van de spier wordt verzorgd door de arteria en vena suralis.
Gesteelde lappen: Naam: Toegepast op:
fasciocutane- en myocutane
lappen
Fasciocutane lappen
Gesteelde lies lap Het bedekken van een defect op de hand.
Gekruiste been lap De huid van het been wordt ingehecht op een defect
aan het andere been.
Myocutane lappen
PM lap Pectoralis-majorlap In het hoofd-halsgebied, het sternum of de schouder.
LD lap Latissimus-dorsilap Mamma
TRAM- of VRAM-lap transverse/vertical rectus abdominis Mamma
muscle
TFL-lap Tensor fasciae latae myocutane-lap Een defect in de lies en trochanter major.
Gastrocnemiuslap defect rondom de knie of op het scheenbeen
