4.1 De steden komen weer tot bloei
De handel leeft op
De landbouw wordt productiever
11de eeuw opleving handel in Europa door toename opbrengsten in de landbouw. Drie oorzaken:
• invoering drieslagstelsel;
• ontginning woeste gronden;
• introductie ijzeren ploeg.
Groei van bevolking en handel
Twee gevolgen van de grotere landbouwopbrengsten:
• bevolkingsgroei;
• toename handel (boeren verkopen overschotten op markten/jaarmarkten → opleving
langeafstandshandel).
Gevolgen van meer handel
• Nauwere samenwerking handelssteden: Hanze in Noord-Europa;
• Koningen en landsheren: actieve bemoeienis met de handel;
• Groeiende vraag naar geld: geldeconomie, geldhandel, banken.
De stad herleeft
Economische en politieke rechten: Stedelingen onderhandelen (direct, zelf) met landsheren over
speciale voorrechten, privileges, zoals: eigen rechtspraak, tolvrijheid, verdedigingsmuur bouwen.
Meerdere privileges samen: stadsrecht.
Patriciërs (rijke bestuurders binnen de
Indeling Stadsbewoners: burgerij) / burgerij (met burgerrecht)
kooplieden/ondernemers
ambachtslieden, verenigd in gilden.
Arme, ongeschoolde
arbeiders (vaak afkomstig
van het platteland, geen
burgerrecht).
, Komst nieuwe stedelingen → concurrentie → vorming gilden
Groeiende zelfstandigheid steden → afname macht adel en verzwakking van feodale stelsel.
Verhouding vorst, adel, steden wijzigt.
Naast groei, ook crisis: ‘Zwarte dood’ (pest)
Uitbraak: 1346-1351. Duurt eeuw: 1/3 bevolking sterft → daling vraag voedsel →daling
voedselprijzen. Echter, stijging algehele levensstandaard voor
4.2 De expansie van de christelijke wereld
De christelijke wereld breidt zich uit
Vanaf 11de eeuw expansie van christelijke wereld:
1) Reconquista (verovering van islamitische Spanje en Portugal).
2) Kruistochten (verovering ‘heilige land’: Jeruzalem en omgeving).
3) Verovering van Oost-Europese gebieden door ridders van ‘Duitse Orde’.
1) De Reconquista: 11de eeuw uiteenvallen kalifaat Cordoba (1031) → christelijke legers verdrijven
moslims (1492: Val van Granada, laatste islamitische bolwerk in Spanje).
2)Kruistochten (11de - 13de eeuw) . Doel: verovering ‘heilige land’ (Jeruzalem en omgeving) op
moslims. Door wie?
• Katholieke kerk. Motieven? Bescherming christelijke heiligdommen en pelgrims, hulp aan
keizer Byzanthium: kans voor paus om macht te herwinnen in Oost-Romeinse rijk na schisma.
Rol voor paus Urbanus II (1095 – Clermont).
• Edelen. Motieven? Roem, leengronden (vooral jongsten in de familie i.v.m. erfrecht).
• Italiaanse handelaren. Zij steunden kruistochten materieel in ruil voor handelsprivileges →
handelsposten in veroverde gebieden.
• Gewone, arme volk. Motieven? ‘Kruistochtaflaat’: vergeving van zonden, avontuur. Weinig
succesvol.
3)Trek naar dunbevolkte gebieden in Oost-Europa. Wie? ->Ridders van de Duitse Orde.
Motief? -> Landgebrek door bevolkingsgroei.
Gevolgen van de christelijke expansie
• Militaire successen voor christenen in Spanje (Reconquista).
• Kruistochten minder succesvol voor christenen: definitieve verdrijving islam mislukt,
enthousiasme voor deelname nam af in de loop van de tijd, Val van Akko (1291): einde
kruistochten.
De handel leeft op
De landbouw wordt productiever
11de eeuw opleving handel in Europa door toename opbrengsten in de landbouw. Drie oorzaken:
• invoering drieslagstelsel;
• ontginning woeste gronden;
• introductie ijzeren ploeg.
Groei van bevolking en handel
Twee gevolgen van de grotere landbouwopbrengsten:
• bevolkingsgroei;
• toename handel (boeren verkopen overschotten op markten/jaarmarkten → opleving
langeafstandshandel).
Gevolgen van meer handel
• Nauwere samenwerking handelssteden: Hanze in Noord-Europa;
• Koningen en landsheren: actieve bemoeienis met de handel;
• Groeiende vraag naar geld: geldeconomie, geldhandel, banken.
De stad herleeft
Economische en politieke rechten: Stedelingen onderhandelen (direct, zelf) met landsheren over
speciale voorrechten, privileges, zoals: eigen rechtspraak, tolvrijheid, verdedigingsmuur bouwen.
Meerdere privileges samen: stadsrecht.
Patriciërs (rijke bestuurders binnen de
Indeling Stadsbewoners: burgerij) / burgerij (met burgerrecht)
kooplieden/ondernemers
ambachtslieden, verenigd in gilden.
Arme, ongeschoolde
arbeiders (vaak afkomstig
van het platteland, geen
burgerrecht).
, Komst nieuwe stedelingen → concurrentie → vorming gilden
Groeiende zelfstandigheid steden → afname macht adel en verzwakking van feodale stelsel.
Verhouding vorst, adel, steden wijzigt.
Naast groei, ook crisis: ‘Zwarte dood’ (pest)
Uitbraak: 1346-1351. Duurt eeuw: 1/3 bevolking sterft → daling vraag voedsel →daling
voedselprijzen. Echter, stijging algehele levensstandaard voor
4.2 De expansie van de christelijke wereld
De christelijke wereld breidt zich uit
Vanaf 11de eeuw expansie van christelijke wereld:
1) Reconquista (verovering van islamitische Spanje en Portugal).
2) Kruistochten (verovering ‘heilige land’: Jeruzalem en omgeving).
3) Verovering van Oost-Europese gebieden door ridders van ‘Duitse Orde’.
1) De Reconquista: 11de eeuw uiteenvallen kalifaat Cordoba (1031) → christelijke legers verdrijven
moslims (1492: Val van Granada, laatste islamitische bolwerk in Spanje).
2)Kruistochten (11de - 13de eeuw) . Doel: verovering ‘heilige land’ (Jeruzalem en omgeving) op
moslims. Door wie?
• Katholieke kerk. Motieven? Bescherming christelijke heiligdommen en pelgrims, hulp aan
keizer Byzanthium: kans voor paus om macht te herwinnen in Oost-Romeinse rijk na schisma.
Rol voor paus Urbanus II (1095 – Clermont).
• Edelen. Motieven? Roem, leengronden (vooral jongsten in de familie i.v.m. erfrecht).
• Italiaanse handelaren. Zij steunden kruistochten materieel in ruil voor handelsprivileges →
handelsposten in veroverde gebieden.
• Gewone, arme volk. Motieven? ‘Kruistochtaflaat’: vergeving van zonden, avontuur. Weinig
succesvol.
3)Trek naar dunbevolkte gebieden in Oost-Europa. Wie? ->Ridders van de Duitse Orde.
Motief? -> Landgebrek door bevolkingsgroei.
Gevolgen van de christelijke expansie
• Militaire successen voor christenen in Spanje (Reconquista).
• Kruistochten minder succesvol voor christenen: definitieve verdrijving islam mislukt,
enthousiasme voor deelname nam af in de loop van de tijd, Val van Akko (1291): einde
kruistochten.