Samenvatting inkoop, zelf een 9 gehaald hiermee

Hoofdstuk 1. Inkoop in vogelvlucht
1.1 Begripsbepaling inkoop
Inkoop moet rekening houden met de organisatiestrategie en rekening houden met veranderingen in
de toekomst, zo draagt de inkoper bij aan dat de organisatie overeind blijft.

Inkoop:

 De aanschaf zelf (goederen/diensten ingekocht)
 Functioneel gebied van de organisatie (inkoop neerleggen bij mensen met eigen functie)
 Afdeling (afdeling aanwijzen om aankopen te organiseren)

Eisen die organisaties stellen aan inkoop:

 Kwetsbaarheid ten opzichte van leveranciers, concurrenten en afnemers minimaliseren
 Actief participeren in het vinden van leveranciers die willen meedenken over toekomstige
technologische ontwikkelingen
 Ervoor zorgen dat leveranciers meerwaarde leveren voor de organisatie

Inkoop: alles waar een externe factuur tegenover staat

 Het verkrijgen vanuit externe bronnen van alle goederen en diensten die nodig zijn voor het
draaiende houden, onderhouden en managen van de primaire en secundaire activiteiten van
een onderneming tegen de meest gunstige voorwaarden
 Rekening houden met visie, missie en doelstellingen van de organisatie en de inkoop binnen
organisatie
 Belangrijk om ook inkoop te leveren voor het ondersteunende proces en niet alleen het
primaire proces
 Inkoop moet in lijn zijn met de dimensie waarin de aankoop een rol speelt (strategisch,
tactisch of operationeel)


1.3 De (noodzakelijke) meerwaarde van inkoop
Perfect fit van Porter: de mate waarin de positionering past op de gekozen markt

 Kostenleiderschap: kostprijs laag houden want zij willen de goedkoopste zijn
 Differentiatiestrategie: onderscheiden door kwaliteit of service
 Focusstrategie: focus op bepaald marktsegment

Vijf krachten die concurrentie in bedrijfstak bepalen: dreiging potentiële toetreders,
onderhandelingsmacht kopers, dreiging substitutie, onderhandelingsmacht leveranciers, rivaliteit
concurrenten

Inkoopaandeel= inkoopomzet/totale omzet x 100% (hoe hoger het aandeel, hoe belangrijker inkoop;
bij handelsorganisaties vaak het hoogst; dienstverlening- productie- handel)

- Alle facturen/ bonnetjes bij elkaar optellen is inkoopomzet

Hiernaast komen er ook nog inkoopkosten kijken zoals personeel van de inkoopafdeling, software,
leveranciersbeheer, marktonderzoek, opvragen offertes (hier hoort de aanschafprijs van de
producten dus niet bij)

, Hoofdstuk 2. Inkoop in sectoren
2.2 Dienstverleners
Dienstensector: Verwachting dat leveranciers hun specifieke problemen en situaties kent en
maatwerkoplossingen aanreikt

Zorg: kostenbesparing en doelmatigheid, samenvoeging zorgt voor hoge inkoopvolumes en
schaalvoordelen inkoopaandeel zal stijgen door toenemende innovatie waardoor er meer
technologische ontwikkelingen zijn

Facilitaire inkoop: veel fouten bij facilitair inkoopproces over specificatie, onvoldoende of niet
specificeren, uitsluitend technisch specificeren

 Ordering catalog systems: interne klant kan via eigen computer bestelaanvragen maken uit
een van tevoren opgestelde catalogus aan mogelijkheden



Hoofdstuk 3. Sourcing
3.1 Sourcingbeleid
Door middel van een sourcingbeleid kan je ongeschikte kandidaten snel laten afvallen doordat je voor
het bedrijf op een rijtje heb welke strategieën belangrijk zijn, het beleid vertaalt strategieën in
inkoopdoelstellingen.

De eerste beslissing die gemaakt moet worden is of een bedrijf producten in huis wil gaan
produceren (insourcing) of derden gaat betrekken (outsourcing). Tijdens het proces moet je je steeds
blijven afvragen of je dit nog steeds hetzelfde wil blijven doen.



3.2 Sourcingstrategieën
1. Afstand: global/local

 Lokaal: korte levertijden, minder cultuurverschillen
 Globaal: kwaliteit, prijs

2. Aantal leveranciers

 Single sourcing: 1 leverancier goed samenwerken en speciale band ontwikkelen
 Dual sourcing: 2 leveranciers laten concurreren
 Multiple sourcing: meerdere leveranciers betere opvang bij uitval, minder snel kans op
kortingen en goede service
 Sole sourcing: geen keuze hij is monopolist

3. Aangaan van samenwerkingsverbanden

 Regelmatig je leveranciersbestand bekijken
 Leveranciers laten helpen bij co-design, co-development (gezamenlijk ontwikkelen van
producten) en co-makership (gezamenlijk fabriceren van producten)

3.3 Leveranciersbeleid
Leveranciersbeleid: gericht op het systematisch verbeteren, op pijl houden dan wel afbouwen van
relaties met leveranciers