Input (zintuigen) gewaarwording (hogere hersenfuncties) output (aansturing van somatisch +
autonoom zenuwstelsel = gedrag)
- Gewaarwording is geen directe kopie van omgeving
o Perceptie beïnvloedt door: geheugen, emotie, motivatie, ratio, karakter etc.
Somatosensibele systeem
Functies van somatosensibele systeem
- Exteroceptie: directe interactie met omgeving
o Informatie over: tast, pijn, temperatuur
o Stereognosis: herkennen van objecten via tast
- Proprioceptie: houding en beweging van lichaam (zonder visuele input)
o Receptoren (sensoren) aanwezig in spieren, pezen en gewrichten
- Interoceptie: ingewanden
o Bewust: pijn aan organen
o Onbewust: chemoreceptoren voor meting pH, O2/CO2-gehalte van bloed etc.
Basisschakeling van somatosensibele systeem
- 1e orde neuron: receptor (zintuigcel, afferent neuron)
o Zet stimuli uit omgeving om in elektrisch signaal
o Eigenschappen van cel bepalen modaliteit (voor
welke stimuli gevoelig)
▪ Type receptor op dendritische uiteinden
▪ Axon type
▪ Locatie
▪ Receptieve velden
▪ Perifere adaptatie
o Geen cellichaam tussen dendriet en
axonterminal
- Bundels 1e orde neuronen komen binnen in dorsal root
ganglion
- Dermatoom: stuk huid dat sensibel wordt geïnnerveerd
vanuit één spinaal zenuw
o Bundels komen binnen op verschillende plekken
o Handig bij locatie van schade aan ruggenmerg
o Vaak overlap tussen verschillende dermatomen
1