MTV2 AMELOGENESE:
Hypomineralisatie = zwart, poreus/zacht --> lage mineralisatiegraad. Hierdoor
krijg je poreus en zacht glazuurlaag.
Verkleuring door tetracycline: antibiotica, werd aan kinderen gegeven --> zorgt
voor verkleuring tijdens gebitsontwikkeling.
Kaasmolaren: hierbij is het glazuur niet goed gevormd, maar het eronder geleden dentine wel.
Normaal: glazuur doorschijnend en dentine=geel
Verkleuring:
Ouder worden (dikker dentine)
Reparatief dentine (na beschadiging)
Dun glazuur (genetisch/erosie)
Ontwikkelingsstoornissen: fluoride
Door gebruik bepaalde medicijnen (tetracyclines)
Na doorbraak door roken, drinken (thee/koffie/wijn)
Pitting = putjes in het glazuuroppervlak
Bijvoorbeeld bij niertransplantatie/nierdialyse kinderen: enzym
zorgt voor ontzuring --> mutatie bij ontzuring van de nieren. Dat
enzym heeft ook effect op glazuurvorming.
Hypoplastisch glazuur =het glazuur is te dun
Hypomaturatie / hypomineralisatie = glazuur wat slecht verkalkt is
Ontwikkelingsstoornissen glazuur:
Niet erfelijke: antibiotica, tekort aan vit. A of D, eiwit of calcium. Maar ook teveel aan vit.
A en D en teveel fluoride. Langdurige koorts, infecties, nier-darm-en hormonale
problemen
Erfelijk: verschillende typen amelogenese imperfecta --> storing bij enzymen van het
glazuur.
Kalkgehalte glazuur, dentine en bot:
Verschil in mate van verkalking. Bot blijft gehele leven hetzelfde. Dentine blijft ook
ongeveer hetzelfde.
Maar glazuur: zitten meer kalkzouten in
Secretiefase = de eerste fase van verkalking, er wordt matrix aangeleg
, Rijping : matrix wordt verkalkt
Hardheid van glazuur, schaal ontwikkelt door meneer Knoop:
Koper (schaal 4) = zacht metaal --> zelfde hardheid als dentine en bot
Apatiet(schaal 5) = calcium kristal --> glazuur
Titaan (schaal 6) --> implantaten
Waarom is glazuur zo hard?
Kristallen (hydroxylapatief) = calciumzout
Glazuur: 95% kalkzouten/ enorm lange en dikke en brede kristallen
Bot/dentine: 70% kalkzouten / en enorm dunnen en smalle kristallen
Ontwikkeling glazuur:
Ontstaat door cellen afkomstig uit epitheel --> ameloblasten
Vorming glazuur 2 fasen:
1. Secretiefase = veel eiwit, weinig mineraal
Pre-ameloblasten bevatten uitlopers: processes Tomes,
vanuit die uitlopers wordt matrix eruit gegooid --> veel
eiwitten worden aangemaakt.
Verbinding tussen die cellen = desmosomen (streepjes
op de foto)
2. Maturatiefase = afbrekenk eiwit --> vervangen door
mineraal steeds meer mineraal
1: eerste Ameloblast ontstaat
Ruffle-ended: ameloblast maakt soort borstelzoom -->
calcium wordt er ingestopt
Smooth-ended: desmosomen gaan naar beneden, de borstelzoom verdwijnt --> glad
oppervlak
Ruffle-ended: borstelzomen komen terug en desmosomen gaan naar boven
1: stratum intermedium: laag epitheelcellen tussen pre-ameloblasten -->
maken eiwitten voor ameloblasten
2: laag ameloblasten
3: matrix
4/5: dentine
6: laag odontoblasten (dentine vormende cellen)
7: pulpa
Hypomineralisatie = zwart, poreus/zacht --> lage mineralisatiegraad. Hierdoor
krijg je poreus en zacht glazuurlaag.
Verkleuring door tetracycline: antibiotica, werd aan kinderen gegeven --> zorgt
voor verkleuring tijdens gebitsontwikkeling.
Kaasmolaren: hierbij is het glazuur niet goed gevormd, maar het eronder geleden dentine wel.
Normaal: glazuur doorschijnend en dentine=geel
Verkleuring:
Ouder worden (dikker dentine)
Reparatief dentine (na beschadiging)
Dun glazuur (genetisch/erosie)
Ontwikkelingsstoornissen: fluoride
Door gebruik bepaalde medicijnen (tetracyclines)
Na doorbraak door roken, drinken (thee/koffie/wijn)
Pitting = putjes in het glazuuroppervlak
Bijvoorbeeld bij niertransplantatie/nierdialyse kinderen: enzym
zorgt voor ontzuring --> mutatie bij ontzuring van de nieren. Dat
enzym heeft ook effect op glazuurvorming.
Hypoplastisch glazuur =het glazuur is te dun
Hypomaturatie / hypomineralisatie = glazuur wat slecht verkalkt is
Ontwikkelingsstoornissen glazuur:
Niet erfelijke: antibiotica, tekort aan vit. A of D, eiwit of calcium. Maar ook teveel aan vit.
A en D en teveel fluoride. Langdurige koorts, infecties, nier-darm-en hormonale
problemen
Erfelijk: verschillende typen amelogenese imperfecta --> storing bij enzymen van het
glazuur.
Kalkgehalte glazuur, dentine en bot:
Verschil in mate van verkalking. Bot blijft gehele leven hetzelfde. Dentine blijft ook
ongeveer hetzelfde.
Maar glazuur: zitten meer kalkzouten in
Secretiefase = de eerste fase van verkalking, er wordt matrix aangeleg
, Rijping : matrix wordt verkalkt
Hardheid van glazuur, schaal ontwikkelt door meneer Knoop:
Koper (schaal 4) = zacht metaal --> zelfde hardheid als dentine en bot
Apatiet(schaal 5) = calcium kristal --> glazuur
Titaan (schaal 6) --> implantaten
Waarom is glazuur zo hard?
Kristallen (hydroxylapatief) = calciumzout
Glazuur: 95% kalkzouten/ enorm lange en dikke en brede kristallen
Bot/dentine: 70% kalkzouten / en enorm dunnen en smalle kristallen
Ontwikkeling glazuur:
Ontstaat door cellen afkomstig uit epitheel --> ameloblasten
Vorming glazuur 2 fasen:
1. Secretiefase = veel eiwit, weinig mineraal
Pre-ameloblasten bevatten uitlopers: processes Tomes,
vanuit die uitlopers wordt matrix eruit gegooid --> veel
eiwitten worden aangemaakt.
Verbinding tussen die cellen = desmosomen (streepjes
op de foto)
2. Maturatiefase = afbrekenk eiwit --> vervangen door
mineraal steeds meer mineraal
1: eerste Ameloblast ontstaat
Ruffle-ended: ameloblast maakt soort borstelzoom -->
calcium wordt er ingestopt
Smooth-ended: desmosomen gaan naar beneden, de borstelzoom verdwijnt --> glad
oppervlak
Ruffle-ended: borstelzomen komen terug en desmosomen gaan naar boven
1: stratum intermedium: laag epitheelcellen tussen pre-ameloblasten -->
maken eiwitten voor ameloblasten
2: laag ameloblasten
3: matrix
4/5: dentine
6: laag odontoblasten (dentine vormende cellen)
7: pulpa