H7 -
7.1 – Decontaminatie van instrumenten
• Directe overdracht van mo’s via instrumenten is mogelijk van patiënten naar andere patiënten of van patiënten naar
medewerkers in de mondzorgpraktijk.
• Reconditioneren: het proces waarbij materialen weer geschikt worden gemaakt voor hergebruik, d.m.v. reinigen en
desinfecteren/steriliseren en andere handeling (bv. oliën of slijpen v instrument).
o Als reconditioneren niet mogelijk is, gebruik je single-use-producten (= voor eenmalig gebruik), met een
internationaal symbool.
Reinigen, desinfectie en sterilisatie (RDS)
• Reinigen (schoonmaken): verwijderen van zichtbaar vul- en onzichtbaar organisch materiaal (eiwitten, koolhydraten en
vetten) om te voorkomen dat mo’s zich kunnen handhaven, vermeerderen en verspreiden.
o Schoon = ontbreken van zichtbare verontreinigingen.
• Desinfectie: verminderen van het aantal levensvatbare mo’s (o.a. bacterien, schimmels en virussen) op levenloze
oppervlakken, evenals op intacte huid en slijmvliezen, tot een voor het gebruiksdoel aanvaardbaar contaminatieniveau.
• Sterilisatie: proces dat alle levensvatbare mo’s op of in een voorwerp doodt/inactiveert (slechts 1/miljoenste blijft
leven).
Uitgangspunten bij het reconditioneren van instrumenten
• Na patiëntbehandeling worden alle (ook niet gebruikte) instrumenten in
de spatzone als ‘besmet’ gezien.
• Instrumentencassettes zorgen voor makkelijkere opslag van
instrumenten, kleinere kans op prikaccidenten).
• Reconditioneringsproces à stappenplan
o Het gebruiksdoel van een instrument bepaalt welk
reconditioneringsproces wordt toegepast.
o Infectie: bij op instrumenten achtergebleven debris en
roestplekken is desinfectie niet effectief uitgevoerd à bij
verwijderen draag je persoonlijke beschermingsmiddelen (want is misschien nog besmet met mo’s).
• Soms draaiende onderdelen smeren à smeermiddel aanbrengen na thermodesinfectieproces en (meestal) vóór
sterilisatie.
• Combinatieprogramma: R/D/S en smeren in 1 keer.
• RDS-proces vindt plaats in een RDS-ruimte, door medewerkers die goed geinstrueerd en gemotiveerd zijn.
• Eindniveau van decontaminatie bepalen à classificatie van Spaulding:
o Drie niveaus (categorieen), gebaseerd op een risico-inschatting van de evnetuele kruiscontaminatie per
ingreep.
• Instrumentarium is bij voorkeur thermostabiel en vochtbestendig.
, Opslag van gecontamineerde instrumenten
• Bij voorkeur worden instrumenten binnen enkele uren gereconditioneerd.
• Opslagmedium: voor gebruikt instrumentarium dat langer dan 1 dag niet verwerkt wordt;
o Bevat zowel een desinfecterend als een proteolytisch bestanddeel (enzymen die eiwitten afbreken).
o Doel = indrogen van vuil voorkomen en uitgroei van mo’s remmen.
o Moet zelf ook als besmettingsbron worden gezien (à persoonlijke bescherming dragen).
o Verversing van het medium + desinfecteren van bewaarbak minimaal dagelijks en bij zichtbaar vuil.
7.2 – Reinigen en desinfecteren van instrumenten
• Voor effectieve reiniging is de verhouding tussen tijd, temperatuur, detergrens en mechanische kracht belangrijk.
• Vuil moet eerst worden verwijderd (in RDS-proces), want vuil beschermt de mo’s tijdens het desinfectie-
/sterilisatieproces, en dient als voedingsbron voor mo’s. Na het RDS-proces worden instrumenten schoon en veilig
opgeslagen.
Reiniging
• Zowel bij machinaal als handmatig reinigen moet na afloop d.m.v. visuele controle worden nagegaan of de reiniging tot
het gewenste resultaat heeft geleid.
• Het scheelt soms veel werk als je een zichtbare verontreiniging (bv. cement- of bloedresten) tijdens of direct na gebruik
van een instrument verwijdert.
• Zonder een goede reiniging kan geen effectieve desinfectie plaatsvinden!
Machinale reiniging
Machinale reiniging à in een ultrasoon bad of in een thermodesinfector.
Ultrasone verontreiniging:
• Complex vormgegeven instrumenten, met moeilijk te reinigen oppervlakken, hebben soms een ultrasoon bad als extra
reinigingsstap vooraf nodig.