Oogheelkunde
Hoorcollege
3
periode
D
Traanfysiologie
Traanfysiologie
heeft
alles
te
maken
met
oppervlaktespanning.
-‐ Fisher,
1928:
Traanfilm
inzichtelijk
gemaakt;
-‐ Rollet,
1939:
Buitenste
laag
van
de
cornea;
-‐ Wollf:
Pre-‐corneale
film.
Knipperslag
is
nodig
om
te
kunnen
zien.
Baby’s
hebben
een
hele
dikke
traanlaag,
daarom
hebben
zij
minder
behoefte
om
te
knipperen.
Volwassenen
hebben
het
knipperen
nodig
om
de
traanfilm
aan
te
maken.
Zonder
knipperen,
is
dit
niet
mogelijk
en
zal
het
zien
heel
erg
lastig
worden.
Droge
ogen
anamnese
vraag:
Kunt
u
uien
snijden
zonder
te
tranen?
De
traanklieren
maakt
reflextranen
aan
om
het
slijmzuur
uit
de
ui
te
kunnen
verwerken.
Als
iemand
niet
traant,
produceert
de
traanklier
geen
reflextranen
en
zit
er
dus
een
pathologische
aandoening.
Tranen
hebben
een
verschillende
geur.
Emotietranen
kunnen
ervoor
zorgen
dat
iemand
mee
gaat
huilen.
Dit
komt
door
de
geur.
Traanfilmopbouw:
het
hoornvlies
kan
niet
overleven,
zonder
dat
het
traanfilm
er
is.
-‐ Tweelagenstructuur;
-‐ Dikte
8
–
12
ml
of
3.05
mm
–
16
mm;
-‐ 80%
mucinelaag:
smeermiddel
tussen
cornea
en
oogleden.
-‐ Mucine
als
bestanddeel
van
de
waterige
laag.
Tranen
bestaan
uit
de
volgende
bestanddelen:
-‐ Water,
98,2%;
-‐ Vaste
deeltjes,
1,8%;
-‐ Na+,
142
meg/l;
-‐ K+
15-‐29
meg/l;
-‐ Cl-‐,
120-‐135
meg/l;
-‐ HCO3-‐,
26
meg/l;
-‐ Ca2+,
2,29
mg/100
ml;
-‐ Glucose,
3
–
10
mg/100
ml;
-‐ Totaal
proteïne,
0.6
–
3
mg/100
ml.
Traanfilm
en
een
contactlens:
Een
contactlens
is
bijna
het
dubbele
van
de
traanlaag.
Daarbij
moet
een
contactlens
aan
beide
kanten
traanfilm
hebben.
Dit
om
de
cornea
te
beschermen
en
omdat
het
ooglid
de
traanfilm
over
het
oog
(boven
de
contactlens)
verspreidt.
Verversing
van
de
traanfilm
komt
de
hele
dag
door
voor.
Dit
gebeurt
met
zo’n
18%
per
keer.
Daarnaast
is
er
een
temperatuurverschil
in
de
cornea.
35
graden
bij
de
limbus
en
30
graden
op
de
top
van
de
cornea.
Traanlaag
reageert
op
het
volgende
(reflexreactie):
-‐ Mechanische
prikkels;
Bepaalde
mechanische
dingen,
zoals
zandkorrels,
die
in
het
oog
komen,
kunnen
zorgen
voor
extra
traanaanmaak
en
knipperen.
Dit
is
een
reflexreactie
van
het
lichaam.
-‐ Warmte/kou;
Koude
lucht
op
het
oog
zorgt
voor
een
reflexprikkel,
namelijk
het
sluiten
van
de
ogen
om
de
temperatuur
op
pijl
te
houden.
Dit
geldt
ook
voor
warme
lucht.
-‐ Chemie:
Bepaalde
stoffen
die
in
het
oog
komen
(ui,
hete
peper).
Verschillende
traanklieren:
-‐ Accessoire
traanklier:
Basale
aanmaak,
in
ruststand.
Wordt
altijd
geproduceerd
als
een
basislaag
om
de
cornea
en
conjunctiva
te
bevochtigen.
Hoorcollege
3
periode
D
Traanfysiologie
Traanfysiologie
heeft
alles
te
maken
met
oppervlaktespanning.
-‐ Fisher,
1928:
Traanfilm
inzichtelijk
gemaakt;
-‐ Rollet,
1939:
Buitenste
laag
van
de
cornea;
-‐ Wollf:
Pre-‐corneale
film.
Knipperslag
is
nodig
om
te
kunnen
zien.
Baby’s
hebben
een
hele
dikke
traanlaag,
daarom
hebben
zij
minder
behoefte
om
te
knipperen.
Volwassenen
hebben
het
knipperen
nodig
om
de
traanfilm
aan
te
maken.
Zonder
knipperen,
is
dit
niet
mogelijk
en
zal
het
zien
heel
erg
lastig
worden.
Droge
ogen
anamnese
vraag:
Kunt
u
uien
snijden
zonder
te
tranen?
De
traanklieren
maakt
reflextranen
aan
om
het
slijmzuur
uit
de
ui
te
kunnen
verwerken.
Als
iemand
niet
traant,
produceert
de
traanklier
geen
reflextranen
en
zit
er
dus
een
pathologische
aandoening.
Tranen
hebben
een
verschillende
geur.
Emotietranen
kunnen
ervoor
zorgen
dat
iemand
mee
gaat
huilen.
Dit
komt
door
de
geur.
Traanfilmopbouw:
het
hoornvlies
kan
niet
overleven,
zonder
dat
het
traanfilm
er
is.
-‐ Tweelagenstructuur;
-‐ Dikte
8
–
12
ml
of
3.05
mm
–
16
mm;
-‐ 80%
mucinelaag:
smeermiddel
tussen
cornea
en
oogleden.
-‐ Mucine
als
bestanddeel
van
de
waterige
laag.
Tranen
bestaan
uit
de
volgende
bestanddelen:
-‐ Water,
98,2%;
-‐ Vaste
deeltjes,
1,8%;
-‐ Na+,
142
meg/l;
-‐ K+
15-‐29
meg/l;
-‐ Cl-‐,
120-‐135
meg/l;
-‐ HCO3-‐,
26
meg/l;
-‐ Ca2+,
2,29
mg/100
ml;
-‐ Glucose,
3
–
10
mg/100
ml;
-‐ Totaal
proteïne,
0.6
–
3
mg/100
ml.
Traanfilm
en
een
contactlens:
Een
contactlens
is
bijna
het
dubbele
van
de
traanlaag.
Daarbij
moet
een
contactlens
aan
beide
kanten
traanfilm
hebben.
Dit
om
de
cornea
te
beschermen
en
omdat
het
ooglid
de
traanfilm
over
het
oog
(boven
de
contactlens)
verspreidt.
Verversing
van
de
traanfilm
komt
de
hele
dag
door
voor.
Dit
gebeurt
met
zo’n
18%
per
keer.
Daarnaast
is
er
een
temperatuurverschil
in
de
cornea.
35
graden
bij
de
limbus
en
30
graden
op
de
top
van
de
cornea.
Traanlaag
reageert
op
het
volgende
(reflexreactie):
-‐ Mechanische
prikkels;
Bepaalde
mechanische
dingen,
zoals
zandkorrels,
die
in
het
oog
komen,
kunnen
zorgen
voor
extra
traanaanmaak
en
knipperen.
Dit
is
een
reflexreactie
van
het
lichaam.
-‐ Warmte/kou;
Koude
lucht
op
het
oog
zorgt
voor
een
reflexprikkel,
namelijk
het
sluiten
van
de
ogen
om
de
temperatuur
op
pijl
te
houden.
Dit
geldt
ook
voor
warme
lucht.
-‐ Chemie:
Bepaalde
stoffen
die
in
het
oog
komen
(ui,
hete
peper).
Verschillende
traanklieren:
-‐ Accessoire
traanklier:
Basale
aanmaak,
in
ruststand.
Wordt
altijd
geproduceerd
als
een
basislaag
om
de
cornea
en
conjunctiva
te
bevochtigen.