Vetten:
- Niet oplosbaar in water
- Soorten: Cholesterol, was, oliën en harde vetten
o Uit vetzuren worden de eicosanoïden (prostagladines en thromboxanen) gemaakt
- 10-30kg van het lichaamsgewicht is vetweefsel
o 15% van het lichaam van mannen bestaat uit vet
o 25% van het lichaam van vrouwen bestaat uit vet
o Vetreserve van ongeveer 130000 kcal
- Vetten die we eten vertragen de voedsel doorgang
o Hebben een hoog verzadigingswaarde waardoor het honger gevoel vertraagd (Vooral
wanneer de vetten zijn aangereikt met vezels)
- Onderhuidse vetweefsel beschermt tegen kou
- Vet oplosbare vitamines: A, D, E en K
- Vetten leveren bouwstenen voor de celmembranen van onze lichaamscellen, cholesterol en
fosfolipiden
- Wanneer je wil afvallen maar dit niet doet ondanks het sporten kan dit komen doordat spier
zwaarder is dan vet. Hierdoor val je wel af maar blijft je gewicht hetzelfde
Glycerol + 3 vetzuren -> Triglyceriden + 3 H2O
Dit is een verestering, omdat er een ester inzit. Een ester is een C met een enkele en dubbel
gebonden O, en een C
Veresterd betekent dat de vetzuren en het fosforzuur via een ester-binding aan de glycerol
zijn vastgemaakt
Glycerol + 2 vetzuren + 1 fosforzuur -> Fosfolipiden
- Zijn onmisbaar voor celmembranen en lipoproteïne
Functies cholesterol:
- Vloeibaarheid van membranen
- Grondstof voor hormonen
o Geslachtshormonen
- Grondstof voor gal
- Grondstof voor vitamine D
Functies vetten:
- Brandstof
o 9 kcal per gram
- Reserve/opslag energie
- Helpen bij opname van vitamines
- Bouw van celmembranen
- Grondstof hormonen en signaalstoffen
Vetcellen weefsel = Adipose tissue
Soorten vetweefsel:
Wit vet (WAT: White Adipose Tissue)
- Meer bij volwassen
- Functie: Vooral opslag, dit is het vet waar je meer van krijgt als je dikker wordt
Als je wil afvallen moet dit verminderen
Wanneer je afvalt beent de grootte van de adipocyten af maar niet het
aantal