BPV-opdracht 4 Van goed verzorgd naar zelfredzaam
ADL : De letterlijke vertaling hiervan is Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen, denk
hierbij aan: uit bed komen, aan- en uitkleden, eten en drinken.
EHBO: eerstehulpverlening, het is hulp die direct na een ongeluk aangeboden wordt door
omstanders. Op stage heb je altijd een EHBO doos.
Intieme zone/discreet handelen: Het kan zijn dat als je bijvoorbeeld in groep 1/2 stageloopt
dat je ze moet helpen met broek aan doen of naar de wc gaan, dit doe je altijd door middel
van 4 de ogen beleid.
Protocollen: Op stage heb je bepaalde protocollen die de school gebruikt bijvoorbeeld:
aanvragen verlof, internet, e-mail gebruik en etc.
Sensitieve responsiviteit: Dat jij als stagiaire weet wat het kind nodig heeft en het kind
daarin helpt.
Schoon en veilig werken: Op stage werk je schoon dat houdt in dat je de lokaal opruimt
hierin help ik mee en de kinderen ook. Ik merk dat mijn stageklas helpt met het lokaal
schoonhouden dit vind ik erg fijn.
Stimuleren (in zelfredzaamheid): Zoals ik aangaf zijn de kinderen in mijn stageklas best
wel zelfstandig als het op bepaalde gebieden aankomt. Door te begeleiden, maar niet te
leiden gaat het kind een uitdaging voor zichzelf.
Veelvoorkomende ziektes en aandoeningen: Je hebt er veel verschillende vormen van en
hier zal je altijd rekening mee moeten houden. Als een kind suikerziekte heeft of adhd zal
hij/zij hiervoor medicijnen moeten hebben en ben jij hiervan op de hoogte.
Verzorgingstaken bij jonge kinderen: Tandenpoetsen, op deze leeftijd is dit belangrijk
omdat ze nu natuurlijk tandjes hebben en daardoor poetsen ze hun tanden ook op school.
Peuters van 2 tot 5 jaar poetsen 2 keer per dag de tanden met peutertandpasta. Peuters
hebben soms ook hulp nodig bij het wassen en aankleden, laat ze het eerst zelf doen als het
echt niet lukt kan je hiermee helpen.
Verzorgingstaken bij oudere kinderen: Naast het verzorgen van de oudere kinderen is het
ook belangrijk dat je ze mentaal goed behandeld. Bespreek regels en zorg dat het duidelijk is
een voorbeeld hiervan is handen wassen. Je kan een poster plakken naast de wasbak om
hun te herinneren dat je je handen moet wassen als ze vuil zijn. In mijn stageklas wordt goed
gebruik gemaakt van de wasbak.
Vierogenprincipe: dit is een beleid die in kinderopvangen heel belangrijk is dit voorkomt
misbruiken. Robbert M. is een man die erg misbruik heeft gemaakt op het kinderdagverblijf
hierdoor zijn veel ouders geschrokken. Vanaf 1 juli 2013 moet het altijd mogelijk zijn dat een
andere volwassene meekijkt of -luistert.
Zelfredzaamheid: Dit is dat het kind het vermogen heeft om zelfstandig te zijn bijvoorbeeld:
hun eigen veter strikken, rits en knopen dichtdoen, hun handen wassen en etc.
Zelfstandigheid: Dat het kind in staat is om dingen alleen te doen zonder hulp.
Zelfstandigheid gaat ook om eigen keuzes maken, op je eigen benen kunnen staan
2. Wat kan je nu zelf wat je vroeger nog niet kon?
Als kind had ik altijd moeite/hulp nodig met de volgende dingen:
Veters strikken, knopen/ritsen dichtmaken, feedback accepteren, een broodje smeren,
douchen, keuzes maken, eigen appel schillen, banaan schillen en nog veel meer andere
dingen. Al deze dingen heb ik aan de hand van de tijd geleerd en kan ik nu makkelijk zelf
uitvoeren. Ik ben niet meer afhankelijk.
ADL : De letterlijke vertaling hiervan is Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen, denk
hierbij aan: uit bed komen, aan- en uitkleden, eten en drinken.
EHBO: eerstehulpverlening, het is hulp die direct na een ongeluk aangeboden wordt door
omstanders. Op stage heb je altijd een EHBO doos.
Intieme zone/discreet handelen: Het kan zijn dat als je bijvoorbeeld in groep 1/2 stageloopt
dat je ze moet helpen met broek aan doen of naar de wc gaan, dit doe je altijd door middel
van 4 de ogen beleid.
Protocollen: Op stage heb je bepaalde protocollen die de school gebruikt bijvoorbeeld:
aanvragen verlof, internet, e-mail gebruik en etc.
Sensitieve responsiviteit: Dat jij als stagiaire weet wat het kind nodig heeft en het kind
daarin helpt.
Schoon en veilig werken: Op stage werk je schoon dat houdt in dat je de lokaal opruimt
hierin help ik mee en de kinderen ook. Ik merk dat mijn stageklas helpt met het lokaal
schoonhouden dit vind ik erg fijn.
Stimuleren (in zelfredzaamheid): Zoals ik aangaf zijn de kinderen in mijn stageklas best
wel zelfstandig als het op bepaalde gebieden aankomt. Door te begeleiden, maar niet te
leiden gaat het kind een uitdaging voor zichzelf.
Veelvoorkomende ziektes en aandoeningen: Je hebt er veel verschillende vormen van en
hier zal je altijd rekening mee moeten houden. Als een kind suikerziekte heeft of adhd zal
hij/zij hiervoor medicijnen moeten hebben en ben jij hiervan op de hoogte.
Verzorgingstaken bij jonge kinderen: Tandenpoetsen, op deze leeftijd is dit belangrijk
omdat ze nu natuurlijk tandjes hebben en daardoor poetsen ze hun tanden ook op school.
Peuters van 2 tot 5 jaar poetsen 2 keer per dag de tanden met peutertandpasta. Peuters
hebben soms ook hulp nodig bij het wassen en aankleden, laat ze het eerst zelf doen als het
echt niet lukt kan je hiermee helpen.
Verzorgingstaken bij oudere kinderen: Naast het verzorgen van de oudere kinderen is het
ook belangrijk dat je ze mentaal goed behandeld. Bespreek regels en zorg dat het duidelijk is
een voorbeeld hiervan is handen wassen. Je kan een poster plakken naast de wasbak om
hun te herinneren dat je je handen moet wassen als ze vuil zijn. In mijn stageklas wordt goed
gebruik gemaakt van de wasbak.
Vierogenprincipe: dit is een beleid die in kinderopvangen heel belangrijk is dit voorkomt
misbruiken. Robbert M. is een man die erg misbruik heeft gemaakt op het kinderdagverblijf
hierdoor zijn veel ouders geschrokken. Vanaf 1 juli 2013 moet het altijd mogelijk zijn dat een
andere volwassene meekijkt of -luistert.
Zelfredzaamheid: Dit is dat het kind het vermogen heeft om zelfstandig te zijn bijvoorbeeld:
hun eigen veter strikken, rits en knopen dichtdoen, hun handen wassen en etc.
Zelfstandigheid: Dat het kind in staat is om dingen alleen te doen zonder hulp.
Zelfstandigheid gaat ook om eigen keuzes maken, op je eigen benen kunnen staan
2. Wat kan je nu zelf wat je vroeger nog niet kon?
Als kind had ik altijd moeite/hulp nodig met de volgende dingen:
Veters strikken, knopen/ritsen dichtmaken, feedback accepteren, een broodje smeren,
douchen, keuzes maken, eigen appel schillen, banaan schillen en nog veel meer andere
dingen. Al deze dingen heb ik aan de hand van de tijd geleerd en kan ik nu makkelijk zelf
uitvoeren. Ik ben niet meer afhankelijk.
