Probleem 1. Welcome in the Classroom?
Leerdoelen:
1. Wat voor effect heeft het samenvoegen op kinderen met een handicap?
2. Wat voor effect heeft het samenvoegen op ‘gezonde kinderen’?
Peer Acceptance and Friendships of Students with Disabilities in General Education:
The Role of Child, Peer, and Classroom Variables
Door A. de Boer, S.J. Pijl, W. Post en A. Minnaert
Introductie. Het Salamanca Statement en de UN Convention over de rechten van personen
met een handicap hebben samen een basis gelegd voor het includeren van kinderen met een
handicap op ‘normale’ scholen met gezonde kinderen. Er wordt gesteld dat kinderen met
handicaps betere academische resultaten behalen bij normaal onderwijs omdat ze dan kunnen
leren van meer bekwame studenten (studies hebben inderdaad laten zien dat het de prestaties
op taal en rekenkunde verbeterd). Of het samenvoegen van gezonde kinderen en kinderen met
een handicap ook sociale voordelen heeft, wordt betwijfelt.
De sociale participatie van studenten met handicaps zou uit vier thema’s bestaan,
namelijk interactie, acceptatie door leeftijdgenoten, vriendschappen en sociale zelf-perceptie.
In deze studie wordt er gefocust op de thema’s ‘acceptatie door leeftijdgenoten’ en
‘vriendschappen’. Eerder onderzoek heeft laten zien dat zo’n 30% van de kinderen met een
handicap significant minder vrienden heeft en minder geaccepteerd worden door hun
klasgenoten dan gezonde leeftijdgenoten: resultaten die de mogelijke sociale voordelen van
inclusieve educatie tegenspreken. Om de moeilijkheden te kunnen begrijpen die kinderen met
handicaps hebben in hun sociale participatie aan normaal onderwijs, wordt in dit artikel
onderzocht welke kind-, leeftijdsgenoot- en klasvariabelen verbonden zijn aan leeftijdgenoot
acceptatie en vriendschappen waarbij er vooral gefocust wordt op variabelen waarvan de
waarschijnlijkheid groot is dat ze in de toekomst met interventies aangepakt kunnen worden.
Tot nu toe zijn vooral de volgende variabelen belangrijk gebleken. (1) Bij kind
gerelateerde variabelen zijn vooral fysieke uitstraling, socio-economische status, cognitieve
bekwaamheid, agressie, teruggetrokkenheid en externaliserend gedrag de sociometrische
status van studenten met handicaps voorspellen en dat pro-sociaal gedrag acceptatie door
leeftijdgenoten voorspelt. (2) Variabelen van leeftijdgenoten die een rol spelen in acceptatie
en vriendschappen van en met kinderen met handicaps zijn houdingen tegenover kinderen met
handicaps en geslacht (same-sex acceptatie en vriendschap waarschijnlijker). (3) Klas
gerelateerde variabelen die belangrijk zijn bij succesvolle inclusieve educatie zijn de
aanwezige bronnen (zoals materialen en leraar assistentie).
Methode. De inclusievoorwaarden voor scholen waren als volgt. De school moest ten minste
één persoon met een handicap in groep 5, 6 of 7 hebben zitten en de student met de handicap
moest formeel onderzocht zijn voor ADHD of ASD (autisme). Het totale sample bestond uit
25 scholen en in totaal uit 45 klassen in Noord-Holland (met in totaal 985 kinderen zonder
handicap en 65 kinderen mét handicap). Alle informatie is verzameld door middel van self-
report vragenlijsten. Door middel van een nominatie procedure, werd studenten gevraagd hun
(max. 5) beste vrienden op te noemen. Hierdoor kon worden uitgezocht hoe vaak het kind met
1