PVPL Les 5
Lesdoelen: Het formuleren van de vaardigheid /activiteit die de leerlingen aan
het eind van de les/instructie moeten beheersen.
Waarom zijn lesdoelen belangrijk?
- Dat iemand je les kunt overnemen
- Je komt niet voor het blok te staan
- Houvast en structuur
- Overzicht criteria
Het nut van lesdoelen:
1. Het levert een opbrengst op en is dus ondersteunend voor het construeren
van toetsen / evalueren leerresultaat;
2. Een verbinding met hogere doelen: lesdoelen moeten aansluiten bij de
kerndoelen en gerelateerd zijn aan schoolwerkplan / vakwerkplan;
3. Kiezen van geschikte werkvormen;
4. Motiverend voor leerlingen; zeker als ze weten wat ze ermee kunnen;
5. Bepalen leerinhoud (afgestemd op het niveau van de leerlingen /
leeraanwijzingen voor leerlingen) / geeft ook een soort samenvatting van de
les.
4 niveaus:
1. Cognitieve vaardigheden -> weten, opnoemen, uitleggen
2. Psychomotorische vaardigheden -> motorisch (handen)
3. Reactief (affectief) -> milieubewust, veilig etc.
4. Interactief (affectief) -> luisteren, mening geven, samenwerken
Lesdoelen: Het formuleren van de vaardigheid /activiteit die de leerlingen aan
het eind van de les/instructie moeten beheersen.
Waarom zijn lesdoelen belangrijk?
- Dat iemand je les kunt overnemen
- Je komt niet voor het blok te staan
- Houvast en structuur
- Overzicht criteria
Het nut van lesdoelen:
1. Het levert een opbrengst op en is dus ondersteunend voor het construeren
van toetsen / evalueren leerresultaat;
2. Een verbinding met hogere doelen: lesdoelen moeten aansluiten bij de
kerndoelen en gerelateerd zijn aan schoolwerkplan / vakwerkplan;
3. Kiezen van geschikte werkvormen;
4. Motiverend voor leerlingen; zeker als ze weten wat ze ermee kunnen;
5. Bepalen leerinhoud (afgestemd op het niveau van de leerlingen /
leeraanwijzingen voor leerlingen) / geeft ook een soort samenvatting van de
les.
4 niveaus:
1. Cognitieve vaardigheden -> weten, opnoemen, uitleggen
2. Psychomotorische vaardigheden -> motorisch (handen)
3. Reactief (affectief) -> milieubewust, veilig etc.
4. Interactief (affectief) -> luisteren, mening geven, samenwerken