Paragraaf 1 Van jagers-verzamelaars naar boeren
Paleoantropologen doen onderzoek naar de oorsprong en ontwikkeling van mensachtige en de
mens.
De eerste mensen leefden als jagers-verzamelaars. Deze deelperiode van de prehistorie noemen we
het Paleolithicum. Of oude steentijd stenen werktuigen.
Jagers-verzamelaars waren nomaden en trokken in kleine groepen rond. Ze hadden tijdelijke
onderkomens. Als het voedselaanbod minder werd of als een ander seizoen aanbrak, verliet de
groep jagers-verzamelaars het kamp en trok verder. Feitelijke gegevens ontbreken van de leefwijze
van jagers-verzamelaars. In grafgiften begroeven zij doden met sieraden en alles. Zo kon je zien wat
de status was. Dit betekende dat ze geloofden in het hiernamaals.
Overgang naar landbouw.
In 1989 deden Israëlische archeologen een ontdekking, aan de rand van het meer Tiberias. Hier
vonden ze sporen van een kamp van jagers-verzamelaars van ongeveer 20.000 jaar oud=
Ohala- cultuur. Zij leefden in eenvoudige ronde hutten van wilgentakken. Er waren ook vuurstenen
werktuigen, schelpen als kralen en resten van planten en vruchten die waren gegeten. Ze maakten
hieruit op dat er langer dan een jaar geleefd was. Het waren wel jagers-verzamelaars maar geen
nomaden.
Natufiërs woonden in dorpen in het Midden- Oosten rond 12.000 v. Chr.
Door uitvinding van de landbouw kon de bevolking groeien en namen ook de nederzettingen in
omvang toe. Voorbeeld hiervan is Abu Hureyra, hier woonden rond 7000v. Chr. honderden mensen
samen.
Landbouw is uitgevonden in het Midden- Oosten op de Vruchtbare Halvemaan. De overgang naar
een landbouwsamenleving had zulke grote gevolgen dat we spreken van een landbouwrevolutie=
Neolithische revolutie. Paleolithicum Neolithicum. Kennis van de landbouw werd verspreid. Rond
5300 v. Chr. landbouwers in Limburg. Volken in Midden-Oosten op zoek naar lege gronden.
De landbouwsamenleving.
De overgang naar een agrarische samenleving had grote gevolgen:
- De bevolking groeide sneller dan eerder.
- Boeren waren geen nomaden maar werden sedentair= vestigen op een vaste plek.
- Boeren gingen andere werktuigen gebruiken.
- En ze maakten voor het eerst aardewerk: potten van klei.
Doordat mensen zich op een vaste plek gingen vestigen konden ze ook meer bezittingen hebben. Zo
ontstonden er statusverschillen, sociale ongelijkheid en uiteindelijk een sociale hiërarchie.
Paragraaf 2 Oude beschavingen, steden en staten
In het Midden-Oosten werden sommige nederzettingen steeds groter. Doordat de
landbouwopbrengsten toenamen, kon de bevolking groeien. Sommige kleine dorpen werden