COG - Samenvatting hoorcollege, week 6

 Na veel falen, daalt het vertrouwen, ondanks dat de steun super hoog ligt.

Met goede coaching kom je tot een bepaalde gedragsintentie
Intensie lijdt niet altijd tot nieuw gedrag of nieuwe gewoontes.

Van intentie naar gedrag
Dat we een plan hebben om ons op een bepaalde (nieuwe) manier te gaan gedragen
betekent niet dat het ook altijd zal lukken.

Soms zijn er te veel drempels (barrières) die ons tegenwerken.
 10 km hardlopen met super veel knieklachten is onmogelijk. De barrière is dus te
hoog om het daadwerkelijk te doen.

Of het ontbreekt ons aan de vaardigheden waardoor het niet lukt om het gedrag uit te
voeren

Dit alles bij elkaar zal volgens het ASE-model bepalen of het gedrag wordt uitgevoerd.

Kritiek op ASE-model
De mate waarin het model echt kan voorspellen wat voor gedrag iemand zal vertonen,
wordt sterk in twijfel getrokken

Gedrag ook onbewust kan ontstaan en dat gedrag kan worden gestuurd door emoties (wat
grotendeels buiten beschouwing wordt gelaten).

Verandering in gedrag kan ook plaatsvinden buiten het bewustzijn van mensen om.

Interventies gezondheidsbevordering
ASE-model verklaart menselijk gedrag, maar verandert het nog niet.
 Daarom zijn er vanuit regering en gezondheidsinstanties verschillende interventies
ontwikkeld die ingezet kunnen worden om het gedrag wel te veranderen.
 Bijvoorbeeld gezonde kantines op school.




Week 6

Motivatie
Motivatie -> Geheel van interne en externe prikkels die iemand aanzetten tot bepaald
gedrag of tot het nalaten van gedrag.

, Motivatie kent verschillende gradaties van:
- Intensiteit (van lekkere trek hebben tot uitgehongerd zijn)
 Hoe intens gemotiveerd ben je?
- Volharding (bij tegenslag gelijk opgeven of doorgaan tot je niet meer kan)
 Ze vonden het misschien minder belangrijk als ze dachten of vonden het moeilijk.

Dit alles is niet direct waarneembaar en komt vooral tot uiting in ons gedrag.
 Wel kun je het zien aan hoe betrokken iemand is

Eigen effectiviteit (ASE-model)
Zegt niet hoe goed iemand het kan uitvoeren, maar over de overtuiging van iemand.
 Denkt diegene capabel genoeg te zijn om de taak te volbrengen.

Self-efficacy
‘Een persoonlijke overtuiging dat iemand capabel is om te doen wat nodig is (plannen en
handelen) om een taak te volbrengen op een bepaald kwaliteitsniveau.’ (Bandura, 1997)

 Self-efficacy is dus de leidende kracht achter iemands denken en doen.
 Lage SE zorgt voor lage verwachting en interesse.
 Men geeft eerder op, voelt zich minder betrokken bij de (laag) gestelde doelstelling.
Zeker wanneer er geen uitdaging in zit.
 Ook heeft men eerder stress en krijgt men eerder depressieve gevoelens

Als je kijkt naar motivatie, kun je spreken over drie verschillende termen;
- Richting -> Welke richting heeft het gedrag? Welke doelen streeft men na? Waarom
voetbal je?
 Bij de richting van gedrag kan ook gekeken worden naar sociale druk ondanks dat het
heel erg individueel is.
- Intensiteit -> hoeveel inspanningen zal men leveren? Hoe vasthoudend ben je in wat
je doet: wat je kiest en hoe vaak je probeert?
 Hoe goed is je drive om het tot een goed einde te laten komen? Hoeveel tijd durf je
erin te steken?
 Hoe groter de intensiteit hoe volhardender je bent? Hoe lager het is hoe sneller
mensen afhaken.
- Volharding/ doorzettingsvermogen -> Hoe goed zal men het volhouden tot het doel
bereikt is? Hoe groot is het geloof in wat je doet?
 Hoe volhardend ben je om iets te laten slagen?




De mate van zelfbepaling
We kijken hierbij naar de linker kant waarbij iemand ongemotiveerd is.
 En langzaam naar rechts waarbij iemand intrinsiek gemotiveerd is