Je voelt een verschillende waardering voor je ‘eigen’ en ‘de andere’ groep waardoor
je ook anders gaat handelen jegens de groep die je bevooroordeeld.
Je behandelt een ander in een gelijke situatie dus ongelijk.
Week 3
Leren is het proces waarmee je nieuwe kennis, inzichten of vaardigheden verwerft.
Er zijn verschillende manieren waarop je kunt leren.
Dat noemen we leerstijlen.
Verschillende vormen van leren:
, - Opdoen van allerlei vaardigheden. Dat leer je niet uit een boekje, maar dat zul je echt
moeten doen, zoals rijlessen nemen.
- Leren waarbij je werkelijk iets wilt reproduceren. Iets leren uit een boek en dat dan
kunnen reproduceren in de praktijk of op een tentamen.
- Leren door daadwerkelijk af te kijken.
- Leren door in verschillende omgevingen te komen. Door verschillende interacties te
hebben.
Neurale netwerken
Tijdens het leren verandert er iets in ons lijf.
Alle neuronen hebben allemaal verschillende verbindingen.
Die verbindingen zorgen ervoor dat we iets kunnen uitvoeren.
Leren is dus eigenlijk het aanleggen of het aanmaken van die verbindingen.
Daarbij is het wel van belang dat je het vaker moet herhalen zodat de binding
ontstaat.
Als er zo’n pad aangelegd is heeft dat best wel iets robuust.
Wintersporters -> begin is het klein beetje onwennig, maar vroeger is dat goed
aangeleerd. Dan zul je het al snel weer onder de knie krijgen als je 1x per jaar gaat.
Leerproces
We krijgen informatie binnen via; lezen/kijken, luisteren, voelen, praten of ruiken.
Dan komt het in ons zintuigelijk geheugen.
Hier wordt informatie geselecteerd.
Vervolgens komt het in ons kortetermijn-(werk)–geheugen.
Het houdt informatie slechts voor korte tijd vast, vaak korter dan 30 seconden.
Ook is het erg gevoelig voor storing, waar was ik ook alweer mee bezig?
Dingen die van belang zijn om te onthouden, worden in het langetermijngeheugen
opgeslagen.
Op het proces van opslaan heb je geen bewuste invloed.
Je weet ook niet waar de informatie is opgeslagen.
Het terughalen van informatie gaat soms heel snel, maar soms ook tergend langzaam.
je ook anders gaat handelen jegens de groep die je bevooroordeeld.
Je behandelt een ander in een gelijke situatie dus ongelijk.
Week 3
Leren is het proces waarmee je nieuwe kennis, inzichten of vaardigheden verwerft.
Er zijn verschillende manieren waarop je kunt leren.
Dat noemen we leerstijlen.
Verschillende vormen van leren:
, - Opdoen van allerlei vaardigheden. Dat leer je niet uit een boekje, maar dat zul je echt
moeten doen, zoals rijlessen nemen.
- Leren waarbij je werkelijk iets wilt reproduceren. Iets leren uit een boek en dat dan
kunnen reproduceren in de praktijk of op een tentamen.
- Leren door daadwerkelijk af te kijken.
- Leren door in verschillende omgevingen te komen. Door verschillende interacties te
hebben.
Neurale netwerken
Tijdens het leren verandert er iets in ons lijf.
Alle neuronen hebben allemaal verschillende verbindingen.
Die verbindingen zorgen ervoor dat we iets kunnen uitvoeren.
Leren is dus eigenlijk het aanleggen of het aanmaken van die verbindingen.
Daarbij is het wel van belang dat je het vaker moet herhalen zodat de binding
ontstaat.
Als er zo’n pad aangelegd is heeft dat best wel iets robuust.
Wintersporters -> begin is het klein beetje onwennig, maar vroeger is dat goed
aangeleerd. Dan zul je het al snel weer onder de knie krijgen als je 1x per jaar gaat.
Leerproces
We krijgen informatie binnen via; lezen/kijken, luisteren, voelen, praten of ruiken.
Dan komt het in ons zintuigelijk geheugen.
Hier wordt informatie geselecteerd.
Vervolgens komt het in ons kortetermijn-(werk)–geheugen.
Het houdt informatie slechts voor korte tijd vast, vaak korter dan 30 seconden.
Ook is het erg gevoelig voor storing, waar was ik ook alweer mee bezig?
Dingen die van belang zijn om te onthouden, worden in het langetermijngeheugen
opgeslagen.
Op het proces van opslaan heb je geen bewuste invloed.
Je weet ook niet waar de informatie is opgeslagen.
Het terughalen van informatie gaat soms heel snel, maar soms ook tergend langzaam.