Riëtte Ligtlee
2017
,Leefstijl bij Gedrag en Gezondheid
Inhoud
1. Het I-change model ......................................................................................................................... 2
2. Hoorcollege één: Wat is gedrag? .................................................................................................... 4
3. Hoorcollege twee: Therapietrouw .................................................................................................. 7
4. Hoorcollege drie: Cognitieve gedragstherapie .............................................................................. 10
5. Hoorcollege vier: Psychopathologie .............................................................................................. 12
6. Hoorcollege vijf: Mindfulness ........................................................................................................ 17
7. Hoorcollege zes: Zelfmanagement ................................................................................................ 19
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
1
, Leefstijl bij Gedrag en Gezondheid
1. Het I-change model
Gewoontegedrag = uit gewoonte, automatisch, onbewust, gebaseerd op prikkels
Bewust gedrag = bewust bezig met ‘waarom’ je iets doet
I-Change model = Gedragsverklaringsmodel om gedrag te verklaren en ook te veranderen
Voorbeeld: Welke factoren zijn van invloed op et gedrag dat je uitvoert?
I-Change model
Achtergrond variabelen:
1. Demografisch = leeftijd
2. Geografisch = woonplaats
3. Psychisch = persoonlijkheid, copingvaardigheden
4. Biologisch = erfelijk, geslacht
5. Sociaal – cultureel = religie, nationaliteit
6. Socio-economisch = opleiding, inkomen SES (sociaal-economisch status)
Predispositie (achtergrond factoren
1. Gedragsfactoren: het ene gedrag beïnvloedt het andere gedrag. (bv. stress eter)
2. Biologische factoren: Geslacht, etniciteit, genetica, intelligentie (vrouwen willen voldoen aan
schoonheidsideaal)
3. Psychologische factoren: persoonskenmerken, coping (niet om kunnen gaan met stress)
4. Sociaal/culturele factoren: normen/waarden, economisch beleid van de omgeving (weinig geld =
fastfood)
Awarenessfactors (bewustzijnfactoren) **Bewustwording is de eerste stap naar
gedragsverandering**
1. Kennis (over thema)
2. Risicoperceptie (de psychologische en maatschappelijke inschatting van een risico)
3. Cuez to action (gebeurtenis die zo’n indruk maakt dat je ervan schrikt en denkt ‘ik moet mijn
gedrag veranderen’. Deze kan zowel intern als extern zijn)
Informatiefactoren
1. Boodschap = Duidelijk, helder inhoud bericht
2. Kanaal = Vooral via media (televisie, krant) welk soort kanaal
3. Bron = Betrouwbaar, bereikbaar spreekt de bron je aan?
Motivatie
1. Attitude: afweging van voor en nadelen die iemand aan zijn gedrag verbindt
2. Sociale invloed: verwachtingen van andere over wat iemand behoort te doen
3. Sociale norm: wat belangrijk andere in de omgeving ervan vinden
4. Eigen effectiviteit = de inschatting van een persoon over het vermogen om een bepaald gedrag uit
te komen
Intentie (stages of change)
1. Precontemplatiefase = geen duidelijk beeld over wat en wanneer
2. Contemplatiefase = wil wel, maar wanneer?
3. Preparatie/Voorbereiding = concreet te willen, datum stellen
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
2