Sport en Beweegbeleid,
macro= grootste, landelijk niveau, europees beleid, gemeentelijk
meso= midden, provincie´s, landelijke, op stadsdeel
micro= kleinste, gemeenten, provinciaal, in de wijk
=Beleid gaat over manieren waarop een gemeentelijke overheid actuele maatschappelijke
vraagstukken wil benaderen of aanpakken.
Wat een maatschappelijk vraagstuk is heeft te maken met:
- de tijdgeest
- de lokale, landelijke en internationale ontwikkelingen
- de politieke kleur van de landelijke en de gemeentelijke overheid.
Beleidskeuzes hebben in de kern altijd een politieke grondslag. Ook wordt in beleid duidelijk
welke waarden we in de samenleving belangrijk vinden.
Keuzes maken via de golden circle:
1 WHY- why do you do what you do
2 HOW-how do you do what you do
3 WHAT- what the hell do you do
Eerst analyseren!
- Probleemanalyse, wat is er aan de hand?
- Behoefteanalyse, voor wie doen we het?
- Gebiedsanalyse, waar doen we het?
- Trends en ontwikkelingen (DESTEP), wat speelt er?
- Sterkte/zwakteanalyse (SWOT), waar liggen kansen en waar valkuilen?
3 uitvoerders van beleid:
-burgers (zelf iets bedenken en daar een actie voor bedenken, buurtbudgetten)
-organisaties (de uitvoering van het beleid zoals die bedacht is)
-gemeente (subsidieverdeling, sportpassen voor arme mensen, onderhoud van
sportaccommodaties)
SMART doelen
Specifiek
Meetbaar
Aanvaardbaar
Realistisch
Tijdsgebonden
Doelgroepen op basis van leeftijd
kinderen 4-12
jongeren 13-18
jongvolwassenen 19-35
volwassenen 36-50
middelbare leeftijd 51-65
, ouderenen 66+
Doelgroepen op basis van kenmerken
-mensen met een beperking
-mensen met overgewicht
-mensen met een laag SES
-mensen met een lage weerbaarheid
Indeling op basis van leefstijl en
levensinstelling -------->>>>>
Missie= waarom bestaan we? wat wil
de organisatie uitdragen? reden van bestaan, waarden en identiteit.
Visie= waar gaan we naartoe? hoe ziet de organisatie de toekomst? ambities
Beleid: hoe komen we daar
Primaire doelgroep= de primaire doelgroep voor de gemeente zijn haar burgers. sport- en
beweegbeleid is veelal gericht op de gedragsverandering van haar burgers. hoe specifieker
de doelgroep omschreven wordt, hoe doeltreffender is vaak het beleid en de activiteiten die
ondernomen worden
.
Secundaire doelgroep= de secundaire doelgroep voor de gemeente zijn de sport- en
beweegaanbieders. via deze doelgroep bereik je de primaire doelgroep. te denken valt aan
sportverenigingen, fitnesscentra, maneges, welzijnsorganisaties en buurthuizen
Intermediaire doelgroep= De intermediaire doelgroep is van belang voor het versnellen en
versterken van de beoogde resultaten. Dit zijn de groepen die het beleid moeten
overbrengen en uitvoeren. ze staan dicht bij de primaire doelgroep. zoals
gymdocenten,welzijnswerkers of eerstelijnszorg (huisarts, fysio)
Nationaal sport akkoord: een akkoord tussen netwerkpartners. Landelijk, maar vooral ook
lokaal
Lokaal sport akkoord: volop samenwerking en draagvlak
Macht – relatie tussen actoren, waarbij degene met macht de ander iets kan laten doen, wat
die laatste anders niet gedaan zou hebben.
Legitimiteit – denkbeeld dat de acties van een stakeholder wenselijk, juist, of geschikt zijn
binnen een systeem van normen, waarden, overtuigingen en definities.
macro= grootste, landelijk niveau, europees beleid, gemeentelijk
meso= midden, provincie´s, landelijke, op stadsdeel
micro= kleinste, gemeenten, provinciaal, in de wijk
=Beleid gaat over manieren waarop een gemeentelijke overheid actuele maatschappelijke
vraagstukken wil benaderen of aanpakken.
Wat een maatschappelijk vraagstuk is heeft te maken met:
- de tijdgeest
- de lokale, landelijke en internationale ontwikkelingen
- de politieke kleur van de landelijke en de gemeentelijke overheid.
Beleidskeuzes hebben in de kern altijd een politieke grondslag. Ook wordt in beleid duidelijk
welke waarden we in de samenleving belangrijk vinden.
Keuzes maken via de golden circle:
1 WHY- why do you do what you do
2 HOW-how do you do what you do
3 WHAT- what the hell do you do
Eerst analyseren!
- Probleemanalyse, wat is er aan de hand?
- Behoefteanalyse, voor wie doen we het?
- Gebiedsanalyse, waar doen we het?
- Trends en ontwikkelingen (DESTEP), wat speelt er?
- Sterkte/zwakteanalyse (SWOT), waar liggen kansen en waar valkuilen?
3 uitvoerders van beleid:
-burgers (zelf iets bedenken en daar een actie voor bedenken, buurtbudgetten)
-organisaties (de uitvoering van het beleid zoals die bedacht is)
-gemeente (subsidieverdeling, sportpassen voor arme mensen, onderhoud van
sportaccommodaties)
SMART doelen
Specifiek
Meetbaar
Aanvaardbaar
Realistisch
Tijdsgebonden
Doelgroepen op basis van leeftijd
kinderen 4-12
jongeren 13-18
jongvolwassenen 19-35
volwassenen 36-50
middelbare leeftijd 51-65
, ouderenen 66+
Doelgroepen op basis van kenmerken
-mensen met een beperking
-mensen met overgewicht
-mensen met een laag SES
-mensen met een lage weerbaarheid
Indeling op basis van leefstijl en
levensinstelling -------->>>>>
Missie= waarom bestaan we? wat wil
de organisatie uitdragen? reden van bestaan, waarden en identiteit.
Visie= waar gaan we naartoe? hoe ziet de organisatie de toekomst? ambities
Beleid: hoe komen we daar
Primaire doelgroep= de primaire doelgroep voor de gemeente zijn haar burgers. sport- en
beweegbeleid is veelal gericht op de gedragsverandering van haar burgers. hoe specifieker
de doelgroep omschreven wordt, hoe doeltreffender is vaak het beleid en de activiteiten die
ondernomen worden
.
Secundaire doelgroep= de secundaire doelgroep voor de gemeente zijn de sport- en
beweegaanbieders. via deze doelgroep bereik je de primaire doelgroep. te denken valt aan
sportverenigingen, fitnesscentra, maneges, welzijnsorganisaties en buurthuizen
Intermediaire doelgroep= De intermediaire doelgroep is van belang voor het versnellen en
versterken van de beoogde resultaten. Dit zijn de groepen die het beleid moeten
overbrengen en uitvoeren. ze staan dicht bij de primaire doelgroep. zoals
gymdocenten,welzijnswerkers of eerstelijnszorg (huisarts, fysio)
Nationaal sport akkoord: een akkoord tussen netwerkpartners. Landelijk, maar vooral ook
lokaal
Lokaal sport akkoord: volop samenwerking en draagvlak
Macht – relatie tussen actoren, waarbij degene met macht de ander iets kan laten doen, wat
die laatste anders niet gedaan zou hebben.
Legitimiteit – denkbeeld dat de acties van een stakeholder wenselijk, juist, of geschikt zijn
binnen een systeem van normen, waarden, overtuigingen en definities.
