Samenvatti ng Huisvesti ngsmanagement
Week 1 Introductie
1.8 Circulariteit in de gebouwde omgeving
Hallo, in deze lezing leggen we het verschil uit tussen circulariteit voor consumptiegoederen
en circulariteit voor de gebouwde omgeving. Als gebruiker kun je al helpen om de impact op
het milieu te verlagen. Je bent in staat om keuzes te maken. Stel ik bereid een picknick voor
met vrienden - Hoe kan ik mijn impact verminderen? Ik zou afval kunnen verminderen door
boodschappen te doen op de markt waar alles in papier is verpakt in plaats van in plastic
zoals in de supermarkt. Om alles mee naar huis te nemen kan ik een stevige
boodschappentas gebruiken om nog meer plastic zakken te vermijden. Daarna kan ik mijn
afval scheiden en het glas, plastic en papier sorteren. Dat is gemakkelijk - ik probeer dagelijks
mijn impact nog meer te verkleinen.
Ik repareer de spullen die kapotgaan, zoals mijn kleren of meubels. En als mijn auto een
probleem heeft ga ik naar een garage. Als gebruiker kun je actief Weigeren (refuse) en
Hergebruiken (reuse). Dit zijn al de eerste 2 strategieën die genoemd worden in onze
discussie over Circulariteit.
Als ontwerpers moeten we nadenken over hoe we waardevolle materialen kunnen
Hergebruiken om ze terug in de kringloop te brengen. Het ontwerp en de plaatsing van een
recyclagebak bijvoorbeeld is al iets waar we op stedelijk niveau over kunnen nadenken. Dit
zal iedereen helpen om afval te sorteren.
Over mijn kapotte auto gesproken. Auto's zijn ontworpen om te worden gerepareerd en ook
gerecycled na hun einde gebruik. Ze volgen de principes van Design for Disassembly. De
Europese auto-industrie wordt bijvoorbeeld al door de wet gecontroleerd en moet 95% van
het gewicht van een auto recycleren. Om dit hoge recyclingpercentage te bereiken, worden
de strategieën van Design for Disassembly vanaf het prille begin in het ontwerp van de auto
toegepast.
Het ontwerp voor demontage kan worden gezien als de hoofdstrategie van het ontwerp. Het
maakt hergebruik, reparatie, herfabricage en recycling (reuse, repair, remanufacturing and
recycling) mogelijk. Veel consumptiegoederen zijn al ontworpen voor demontage.
In vergelijking met consumptiegoederen ziet de bouwsector er heel anders uit en wordt er
geen rekening gehouden met het einde van het gebruik. Weet u hoe u een gebouw moet
demonteren of slopen? U hebt grote machines nodig zoals graafmachines, kranen met
sloopkogels en andere zware machines. Alleen al de omvang van een gebouw maakt het
moeilijker om een heel gebouw uit elkaar te halen en de materialen uit te sorteren om ze
weer in de kringloop te brengen.
Een groot verschil met consumptiegoederen is ook de levensduur. Een gewoon gebouw gaat
30 tot 50 jaar mee, soms zelfs langer. Een goed ontwerp zal het al mogelijk maken de functie
van een gebouw te veranderen.
We kunnen nu al zeggen dat je in de ontwerpfase van een gebouw rekening moet houden
met flexibiliteit om vroegtijdige sloop te voorkomen. Een goed ontwerp in het begin kan dus
al een verschil maken. Hoe langer een gebouw een functie vervult, hoe kleiner de impact op
het milieu. Daarom moeten we robuuste en flexibele gebouwen ontwerpen. Maar als het
einde gebruik is bereikt, moeten we het wegdoen om plaats te maken voor iets nieuws,
, hopelijk ontworpen en gebouwd op een manier die resulteert in minder afval en die het
mogelijk maakt componenten te hergebruiken of materialen te recyclen.
In deze lezing hebben we een aantal strategieën besproken zoals Refuse, Reuse en Recycling
van de verschillende materialen en hebben we het kort gehad over Design for Disassembly -
al deze strategieën kunnen en moeten worden toegepast in de ontwerpfase van een
product, onderdeel of zelfs een gebouw.
Als we kijken naar de woningmarkt zijn we gewend om in lagen te bouwen, en de
constructie is meestal verborgen achter lagen gips, gipsplaten en bedekt met behang.
Aan de buitenkant van de dragende muren vinden we vaak een laag isolatie die weer wordt
bedekt door een laag pleisterwerk of verborgen door een gevelbekleding - op deze foto ziet
u een laag bakstenen. In het algemeen zien we vaak een schoon oppervlak dat elk onderdeel
eronder verbergt.
Vloeren worden meestal gemaakt van beton - soms ter plaatse gegoten en gestort, soms
vervaardigd als prefab-elementen die ter plaatse weer met een laag vers beton worden
verbonden. Deze manier van bouwen levert problemen op aan het eind van het gebruik. De
verschillende lagen van een gebouw en de verschillende levenscycli zullen later in de cursus
in detail worden toegelicht.
Om energie te besparen streven we naar luchtdichtheid en gebruiken we vaak vloeibare
afdichtingsmiddelen zoals siliconen of expanderende schuimen om de kieren te dichten en
de constructie lucht- en waterdicht te maken. Deze producten hechten zich aan andere
materialen en bemoeilijken de recycling.
In het algemeen moeten we de manier waarop we gebouwen bouwen veranderen. We
moeten natte bouwmethoden zoals het ter plaatse storten van beton en het gebruik van
natte afdichtingen zoveel mogelijk vermijden. Kijk naar deze foto, in onze faculteit zijn alle
leidingen en kabels zichtbaar. Op die manier kun je deze heel gemakkelijk bereiken,
bijwerken en onderhouden.
"Bouw als Lego"! We zien deze regels heel vaak om concepten uit te leggen die kunnen
worden hergebruikt en opnieuw in elkaar gezet zoals de beroemde Deense bouwstenen. Het
is helaas niet zo eenvoudig, maar we moeten proberen bouwonderdelen te ontwerpen die
uit elkaar kunnen worden gehaald op de manier waarop ze in elkaar zijn gezet. De
vergelijking met het speelgoed gaat nog steeds op want iedereen weet: je gebruikt nooit lijm
en je gooit nooit een enkel blokje weg.
We hebben een concept getest dat gericht is op demontage in een modulair bouwsysteem.
We hebben er veel van geleerd en dat zullen we later in de cursus delen. We kunnen niet
alleen vertrouwen op recyclagemethoden die nu worden gebruikt, maar we moeten ervoor
zorgen dat we onze bouwcomponenten in de toekomst ook kunnen hergebruiken of
herbestemmen.
Onze gebouwen moeten anders zijn. Vandaag hebben we uitgelegd wat de verschillen zijn
tussen consumptiegoederen en onze gebouwde omgeving. Ze verschillen in omvang en in de
tijd waarin ze worden gebruikt. We hebben al een paar problemen genoemd en gesproken
over strategieën om onze toekomstige gebouwen. In de komende weken zullen we de eerste
ideeën delen over deze uitdagende toekomst van Circulariteit in de gebouwde omgeving.
BELANGRIJKSTE CONCLUSIES
- Voor consumptiegoederen zijn er verschillende strategieën om te vermijden dat ze
afval veroorzaken en een negatieve impact hebben op het milieu.
Week 1 Introductie
1.8 Circulariteit in de gebouwde omgeving
Hallo, in deze lezing leggen we het verschil uit tussen circulariteit voor consumptiegoederen
en circulariteit voor de gebouwde omgeving. Als gebruiker kun je al helpen om de impact op
het milieu te verlagen. Je bent in staat om keuzes te maken. Stel ik bereid een picknick voor
met vrienden - Hoe kan ik mijn impact verminderen? Ik zou afval kunnen verminderen door
boodschappen te doen op de markt waar alles in papier is verpakt in plaats van in plastic
zoals in de supermarkt. Om alles mee naar huis te nemen kan ik een stevige
boodschappentas gebruiken om nog meer plastic zakken te vermijden. Daarna kan ik mijn
afval scheiden en het glas, plastic en papier sorteren. Dat is gemakkelijk - ik probeer dagelijks
mijn impact nog meer te verkleinen.
Ik repareer de spullen die kapotgaan, zoals mijn kleren of meubels. En als mijn auto een
probleem heeft ga ik naar een garage. Als gebruiker kun je actief Weigeren (refuse) en
Hergebruiken (reuse). Dit zijn al de eerste 2 strategieën die genoemd worden in onze
discussie over Circulariteit.
Als ontwerpers moeten we nadenken over hoe we waardevolle materialen kunnen
Hergebruiken om ze terug in de kringloop te brengen. Het ontwerp en de plaatsing van een
recyclagebak bijvoorbeeld is al iets waar we op stedelijk niveau over kunnen nadenken. Dit
zal iedereen helpen om afval te sorteren.
Over mijn kapotte auto gesproken. Auto's zijn ontworpen om te worden gerepareerd en ook
gerecycled na hun einde gebruik. Ze volgen de principes van Design for Disassembly. De
Europese auto-industrie wordt bijvoorbeeld al door de wet gecontroleerd en moet 95% van
het gewicht van een auto recycleren. Om dit hoge recyclingpercentage te bereiken, worden
de strategieën van Design for Disassembly vanaf het prille begin in het ontwerp van de auto
toegepast.
Het ontwerp voor demontage kan worden gezien als de hoofdstrategie van het ontwerp. Het
maakt hergebruik, reparatie, herfabricage en recycling (reuse, repair, remanufacturing and
recycling) mogelijk. Veel consumptiegoederen zijn al ontworpen voor demontage.
In vergelijking met consumptiegoederen ziet de bouwsector er heel anders uit en wordt er
geen rekening gehouden met het einde van het gebruik. Weet u hoe u een gebouw moet
demonteren of slopen? U hebt grote machines nodig zoals graafmachines, kranen met
sloopkogels en andere zware machines. Alleen al de omvang van een gebouw maakt het
moeilijker om een heel gebouw uit elkaar te halen en de materialen uit te sorteren om ze
weer in de kringloop te brengen.
Een groot verschil met consumptiegoederen is ook de levensduur. Een gewoon gebouw gaat
30 tot 50 jaar mee, soms zelfs langer. Een goed ontwerp zal het al mogelijk maken de functie
van een gebouw te veranderen.
We kunnen nu al zeggen dat je in de ontwerpfase van een gebouw rekening moet houden
met flexibiliteit om vroegtijdige sloop te voorkomen. Een goed ontwerp in het begin kan dus
al een verschil maken. Hoe langer een gebouw een functie vervult, hoe kleiner de impact op
het milieu. Daarom moeten we robuuste en flexibele gebouwen ontwerpen. Maar als het
einde gebruik is bereikt, moeten we het wegdoen om plaats te maken voor iets nieuws,
, hopelijk ontworpen en gebouwd op een manier die resulteert in minder afval en die het
mogelijk maakt componenten te hergebruiken of materialen te recyclen.
In deze lezing hebben we een aantal strategieën besproken zoals Refuse, Reuse en Recycling
van de verschillende materialen en hebben we het kort gehad over Design for Disassembly -
al deze strategieën kunnen en moeten worden toegepast in de ontwerpfase van een
product, onderdeel of zelfs een gebouw.
Als we kijken naar de woningmarkt zijn we gewend om in lagen te bouwen, en de
constructie is meestal verborgen achter lagen gips, gipsplaten en bedekt met behang.
Aan de buitenkant van de dragende muren vinden we vaak een laag isolatie die weer wordt
bedekt door een laag pleisterwerk of verborgen door een gevelbekleding - op deze foto ziet
u een laag bakstenen. In het algemeen zien we vaak een schoon oppervlak dat elk onderdeel
eronder verbergt.
Vloeren worden meestal gemaakt van beton - soms ter plaatse gegoten en gestort, soms
vervaardigd als prefab-elementen die ter plaatse weer met een laag vers beton worden
verbonden. Deze manier van bouwen levert problemen op aan het eind van het gebruik. De
verschillende lagen van een gebouw en de verschillende levenscycli zullen later in de cursus
in detail worden toegelicht.
Om energie te besparen streven we naar luchtdichtheid en gebruiken we vaak vloeibare
afdichtingsmiddelen zoals siliconen of expanderende schuimen om de kieren te dichten en
de constructie lucht- en waterdicht te maken. Deze producten hechten zich aan andere
materialen en bemoeilijken de recycling.
In het algemeen moeten we de manier waarop we gebouwen bouwen veranderen. We
moeten natte bouwmethoden zoals het ter plaatse storten van beton en het gebruik van
natte afdichtingen zoveel mogelijk vermijden. Kijk naar deze foto, in onze faculteit zijn alle
leidingen en kabels zichtbaar. Op die manier kun je deze heel gemakkelijk bereiken,
bijwerken en onderhouden.
"Bouw als Lego"! We zien deze regels heel vaak om concepten uit te leggen die kunnen
worden hergebruikt en opnieuw in elkaar gezet zoals de beroemde Deense bouwstenen. Het
is helaas niet zo eenvoudig, maar we moeten proberen bouwonderdelen te ontwerpen die
uit elkaar kunnen worden gehaald op de manier waarop ze in elkaar zijn gezet. De
vergelijking met het speelgoed gaat nog steeds op want iedereen weet: je gebruikt nooit lijm
en je gooit nooit een enkel blokje weg.
We hebben een concept getest dat gericht is op demontage in een modulair bouwsysteem.
We hebben er veel van geleerd en dat zullen we later in de cursus delen. We kunnen niet
alleen vertrouwen op recyclagemethoden die nu worden gebruikt, maar we moeten ervoor
zorgen dat we onze bouwcomponenten in de toekomst ook kunnen hergebruiken of
herbestemmen.
Onze gebouwen moeten anders zijn. Vandaag hebben we uitgelegd wat de verschillen zijn
tussen consumptiegoederen en onze gebouwde omgeving. Ze verschillen in omvang en in de
tijd waarin ze worden gebruikt. We hebben al een paar problemen genoemd en gesproken
over strategieën om onze toekomstige gebouwen. In de komende weken zullen we de eerste
ideeën delen over deze uitdagende toekomst van Circulariteit in de gebouwde omgeving.
BELANGRIJKSTE CONCLUSIES
- Voor consumptiegoederen zijn er verschillende strategieën om te vermijden dat ze
afval veroorzaken en een negatieve impact hebben op het milieu.
