HOOFDSTUK 1
1.1 gordels en zitplaatsen
Gordel
- iedereen verplicht
- driepuntsgordel
- strak op de borst
- > 12 jaar: zelf verantwoordelijk voor het dragen van een gordel
Hoofdsteun
- iedereen verplicht
- goed afstellen: afstand zo klein mogelijk + hoofdhoogte
Kinderzitje: < 1.35 meter
- voorin: omgedraaid en airbag uit
Gordel langs hals: verhoging
Airbag: rood lampje (uit/defect)
1.2 handelen bij pech
Plek; ZO VER MOGELIJK VAN HET VERKEER
- vluchtstrook/berm → hulpdiensten bellen
- waarschuwingslichten (verplicht) ALS EERST
- gevarendriehoek op 30 meter afstand (niet verplicht)
Handeling
- slachtoffer niet bewegen
- NIETS verplaatsen
- wielen rechtuit in rijrichting - bij pech: richting veilige plek (berm)
lichte schade: parkeerplaatsen, schadeformulier
Tunnel
- tunnel uitrijden
- anders auto stoppen en weglopen (sleutel in auto) → 50 meter tegen richting inlopen
of nooduitgang
Water
- auto verlaten
- deur niet open: veiligheidshamer (hoeken, gordel doorsnijden met mesje, middenin)
1.3 handelen bij ongevallen
- eerst zelf veilig
- geen water aan slachtoffers → shock
Bewusteloos: niet wakker maken/bewegen (intern letsel?) - helm laten behalve bij braken
Bloedende wond: bloeding stelpen (druk geven)
Onwel/braken: stabiele zijligging Pijn in rug: niet bewegen
,1.4 waarschuwen met signalen
- BIJ DREIGEND GEVAAR (geen voorrang)
- lichtsignaal: knipperen met groot licht
- klaksoneren = toeteren
donker rijden zonder licht, grootlicht mensen verblinden, voor jou iemand achteruit rijden,
kinderen op rijbaan, met slepende uitlaat rijen
1.5 richting aangeven
Afslaan, rijstrook wisselen: richting aangeven
wegrijden/invoegen: pas aangeven als je KAN
uitvoegen snelweg: 300 meter van te voren richting aangeven tot einde blokjes
Rotonde: altijd naar rechts, van te voren naar links bij ¾, 1ste rechts al van te voren
OOK AL IS HET DUIDELIJK TOCH RICHTING AANGEVEN
1.6 gebruik lichten
Dimlicht: mag altijd verplicht bij slecht zicht: tunnel, slecht weer, lage zon
Grootlicht: ‘s nachts zonder tegenliggers en niet vlak achter iemand
Stadslicht: ‘s nachts parkeren buiten de bebouwde kom of op de rijbaan
bij slecht zicht zowel stadslicht en dimlicht, of alleen dimlicht
Dagrijlicht: mag alleen als er geen verlichting nodig is → mooi weer
niet in combinatie met andere lichten
Achteruitrijlicht: wit (in combinatie met stadslicht)
Nooit verplicht:
Mistlicht (voor): zicht belemmert door regen Mistachterlicht: minder dan 50 meter zicht
sneeuw of mist (mag alleen) door sneeuw of mist NIET BIJ REGEN
,HOOFDSTUK 2
2.1 wetgeving
rijbewijs 10 jaar geldig
Rijbewijs B
- eerste 5 jaar: beginnend bestuurder
- ook snor, bromfiets, brommobiel (GEEN MOTORFIETS, rijbewijs A)
- 8 extra personen
- maximaal 3500 kg auto
meenemen: originele rijbewijs + kentekencard
direct na aanschaf voertuig, verzekeren
Wettelijk aansprakelijkheid (WA) : vergoedt alleen schade aan anderen
Wettelijk aansprakelijkheid + volledige casco (all risk): schade andere en zelf
verplicht schadeformulier invullen
snorfiets: brommers/scooters met blauw kenteken maximaal 25 km/u fietspad en helm
bromfiets: brommers/scooters met geel kenteken maximaal 45 km/u helm
motorfiets: dezelfde snelheid auto’s, rijbewijs A, geel kenteken, helm
elektrische fiets:
- met trapondersteuning
- speed pedelecs: regels bromfietsen 45 km/u, geel kenteken, helm
Algemene periode goedkeuring (APK)
- dieselauto: 3 jaar
- benzineauto: voor einde 4e jaar
auto lenen: zowel bestuurder als eigenaar van auto schuld
2.2 rijbevoegdheid
Beginnend bestuurder: 1 glas 0,2 promille = 88 mg
Ervaren bestuurder: 2,5 glas 0,5 promille = 220 mg
1,5 uur afbraak standaard glas - niet versnelbaar - na 1,5 uur nog wel invloed
NIKS BESTUREN OOK NIET FIETSEN
Rijontzegging, regels overtreden - alleen fietsen (waar je geen rijbewijs voor nodig hebt)
Rijverbod, teveel alcohol - maximaal 24 uur niks besturen
Educatieve maatregel alcohol en verkeer (EMA) - anders rijbewijs ongeldig
Educatieve maatregel gedrag en verkeer (EMG) - anders rijbewijs ongeldig
HOOFDSTUK 3
3.1 waarschuwingslampjes
De kleur van een dashboardlampje geeft aan hoe ernstig de situatie is en welke actie je
moet ondernemen.
- rood ernstig probleem direct actie nemen: stoppen en motor uit
- oranje/geel auto laten nakijken doorrijden tot eerste parkeerplaats/halte/garage
snelheid aanpassen en rechts rijden
- groen alles werkt goed
Het motormanagement lampje gaat knipperen als er een groot probleem is → geldt
hetzelfde als rood lampje
, Motormanagement / Probleem met de motor of
motorstoring elektronica.
Motor oververhit / De motor is te heet. Dit kan
koelvloeistof bijvullen veroorzaakt worden door
een tekort aan koelvloeistof.
Oliepeil te laag of te hoog Het oliepeil is te laag of te
hoog. Door te stoppen en
het oliepeil te controleren,
weet je of je de olie bij moet
vullen of juist moet
aftappen. Laat de motor wel
eerst minimaal 20 minuten
afkoelen.
Handrem aangetrokken Dit lampje gaat branden als
er een probleem is met het
remsysteem, als de
handrem is aangetrokken
terwijl de motor draait of
wanneer de remvloeistof
bijgevuld moet worden.
Storing antiblokkeersysteem Het ABS zorgt ervoor dat de
wielen bij hard remmen altijd
blijven rollen. Hierdoor
slippen de banden niet over
het wegdek, blijft de auto
bestuurbaar en kun je hard
remmen.
Accuspanning laag Storing in de dynamo,
aandrijfsnaar of de
stroomkabels van de auto.
1.1 gordels en zitplaatsen
Gordel
- iedereen verplicht
- driepuntsgordel
- strak op de borst
- > 12 jaar: zelf verantwoordelijk voor het dragen van een gordel
Hoofdsteun
- iedereen verplicht
- goed afstellen: afstand zo klein mogelijk + hoofdhoogte
Kinderzitje: < 1.35 meter
- voorin: omgedraaid en airbag uit
Gordel langs hals: verhoging
Airbag: rood lampje (uit/defect)
1.2 handelen bij pech
Plek; ZO VER MOGELIJK VAN HET VERKEER
- vluchtstrook/berm → hulpdiensten bellen
- waarschuwingslichten (verplicht) ALS EERST
- gevarendriehoek op 30 meter afstand (niet verplicht)
Handeling
- slachtoffer niet bewegen
- NIETS verplaatsen
- wielen rechtuit in rijrichting - bij pech: richting veilige plek (berm)
lichte schade: parkeerplaatsen, schadeformulier
Tunnel
- tunnel uitrijden
- anders auto stoppen en weglopen (sleutel in auto) → 50 meter tegen richting inlopen
of nooduitgang
Water
- auto verlaten
- deur niet open: veiligheidshamer (hoeken, gordel doorsnijden met mesje, middenin)
1.3 handelen bij ongevallen
- eerst zelf veilig
- geen water aan slachtoffers → shock
Bewusteloos: niet wakker maken/bewegen (intern letsel?) - helm laten behalve bij braken
Bloedende wond: bloeding stelpen (druk geven)
Onwel/braken: stabiele zijligging Pijn in rug: niet bewegen
,1.4 waarschuwen met signalen
- BIJ DREIGEND GEVAAR (geen voorrang)
- lichtsignaal: knipperen met groot licht
- klaksoneren = toeteren
donker rijden zonder licht, grootlicht mensen verblinden, voor jou iemand achteruit rijden,
kinderen op rijbaan, met slepende uitlaat rijen
1.5 richting aangeven
Afslaan, rijstrook wisselen: richting aangeven
wegrijden/invoegen: pas aangeven als je KAN
uitvoegen snelweg: 300 meter van te voren richting aangeven tot einde blokjes
Rotonde: altijd naar rechts, van te voren naar links bij ¾, 1ste rechts al van te voren
OOK AL IS HET DUIDELIJK TOCH RICHTING AANGEVEN
1.6 gebruik lichten
Dimlicht: mag altijd verplicht bij slecht zicht: tunnel, slecht weer, lage zon
Grootlicht: ‘s nachts zonder tegenliggers en niet vlak achter iemand
Stadslicht: ‘s nachts parkeren buiten de bebouwde kom of op de rijbaan
bij slecht zicht zowel stadslicht en dimlicht, of alleen dimlicht
Dagrijlicht: mag alleen als er geen verlichting nodig is → mooi weer
niet in combinatie met andere lichten
Achteruitrijlicht: wit (in combinatie met stadslicht)
Nooit verplicht:
Mistlicht (voor): zicht belemmert door regen Mistachterlicht: minder dan 50 meter zicht
sneeuw of mist (mag alleen) door sneeuw of mist NIET BIJ REGEN
,HOOFDSTUK 2
2.1 wetgeving
rijbewijs 10 jaar geldig
Rijbewijs B
- eerste 5 jaar: beginnend bestuurder
- ook snor, bromfiets, brommobiel (GEEN MOTORFIETS, rijbewijs A)
- 8 extra personen
- maximaal 3500 kg auto
meenemen: originele rijbewijs + kentekencard
direct na aanschaf voertuig, verzekeren
Wettelijk aansprakelijkheid (WA) : vergoedt alleen schade aan anderen
Wettelijk aansprakelijkheid + volledige casco (all risk): schade andere en zelf
verplicht schadeformulier invullen
snorfiets: brommers/scooters met blauw kenteken maximaal 25 km/u fietspad en helm
bromfiets: brommers/scooters met geel kenteken maximaal 45 km/u helm
motorfiets: dezelfde snelheid auto’s, rijbewijs A, geel kenteken, helm
elektrische fiets:
- met trapondersteuning
- speed pedelecs: regels bromfietsen 45 km/u, geel kenteken, helm
Algemene periode goedkeuring (APK)
- dieselauto: 3 jaar
- benzineauto: voor einde 4e jaar
auto lenen: zowel bestuurder als eigenaar van auto schuld
2.2 rijbevoegdheid
Beginnend bestuurder: 1 glas 0,2 promille = 88 mg
Ervaren bestuurder: 2,5 glas 0,5 promille = 220 mg
1,5 uur afbraak standaard glas - niet versnelbaar - na 1,5 uur nog wel invloed
NIKS BESTUREN OOK NIET FIETSEN
Rijontzegging, regels overtreden - alleen fietsen (waar je geen rijbewijs voor nodig hebt)
Rijverbod, teveel alcohol - maximaal 24 uur niks besturen
Educatieve maatregel alcohol en verkeer (EMA) - anders rijbewijs ongeldig
Educatieve maatregel gedrag en verkeer (EMG) - anders rijbewijs ongeldig
HOOFDSTUK 3
3.1 waarschuwingslampjes
De kleur van een dashboardlampje geeft aan hoe ernstig de situatie is en welke actie je
moet ondernemen.
- rood ernstig probleem direct actie nemen: stoppen en motor uit
- oranje/geel auto laten nakijken doorrijden tot eerste parkeerplaats/halte/garage
snelheid aanpassen en rechts rijden
- groen alles werkt goed
Het motormanagement lampje gaat knipperen als er een groot probleem is → geldt
hetzelfde als rood lampje
, Motormanagement / Probleem met de motor of
motorstoring elektronica.
Motor oververhit / De motor is te heet. Dit kan
koelvloeistof bijvullen veroorzaakt worden door
een tekort aan koelvloeistof.
Oliepeil te laag of te hoog Het oliepeil is te laag of te
hoog. Door te stoppen en
het oliepeil te controleren,
weet je of je de olie bij moet
vullen of juist moet
aftappen. Laat de motor wel
eerst minimaal 20 minuten
afkoelen.
Handrem aangetrokken Dit lampje gaat branden als
er een probleem is met het
remsysteem, als de
handrem is aangetrokken
terwijl de motor draait of
wanneer de remvloeistof
bijgevuld moet worden.
Storing antiblokkeersysteem Het ABS zorgt ervoor dat de
wielen bij hard remmen altijd
blijven rollen. Hierdoor
slippen de banden niet over
het wegdek, blijft de auto
bestuurbaar en kun je hard
remmen.
Accuspanning laag Storing in de dynamo,
aandrijfsnaar of de
stroomkabels van de auto.
