1. Het Lidwoord
1.1 Het onbepaald lidwoord
Meervoud van une en un is des. Wordt in het Nederlands niet vertaald.
Une fille, des filles – een meisje, meisjes
Un garçon, des garçons – een jongen, jongens
1.2 Het bepaald lidwoord
Le – mannelijk
La – vrouwelijk
L’ – klinker of stomme h
Les – meervoud bij zelfstandig naamwoord
À + le = au
À + les = aux
De + le = du
De + les = des
1.3 Geen lidwoord in het Nedelands, wel een bepaald lidwoord in het Frans
Les, la, le
voor zelfstandig naamwoord dat algemeen wordt gebruikt
na aimer, détester, préférer, adorer, ontkenning en woord van hoeveelheid
bij beschrijving van het uiterlijk
voor datums
namen van dagen als je ‘elke’ bedoeld
titel of beroepsnaam gevolgd door eigennaam
als er voor een dag jl. of a.s. gezet kan worden dan komt er geen lidwoord voor!
Voor ’s morgens, ’s middags, ’s avonds gebruik je du of de
1.4 Het delend lidwoord
Bestaat uit de + een bepaald lidwoord
De + le = du
De + la = de la
De + l’ = de l’
De + les = des
Gebruik delend lidwoord
onbepaalde hoeveelheid aangeven
als er in het Nederlands geen lidwoord staat
,1.5 De in plaats van het delend lidwoord
Na een hoeveelheidswoord en ontkenning gebruik je de/d’
Hoeveelheidswoord
Te veux une tasse de café? – Wil je een kop koffie ?
Il boit un verre de lait. – Hij drinkt een glas melk.
Ontkenning
Je ne bois pas de vin. – Ik drink geen wijn.
Ne mange plus de gâteaux. – Eet geen koekjes meer.
1.6 Geen lidwoord in uitdrukkingen
Avoir raison - gelijk hebben
Avoir tort - ongelijk hebben
Avoir faim - honger hebben
Avoir soif - dorst hebben
Avoir mal - pijn hebben
Avoir peur - bang zijn
Avoir envie de - zin hebben om
Avoir besoin de - nodig hebben
1.7 Het lidwoord voor landen namen
Voor namen van landen staat een bepaald lidwoord
In/naar + landen naam
Au – mannelijke naam
En – vrouwelijke naam
Aux – meervoud naam
Uit/van + landen naam
Du – mannelijke naam
De/d’ – vrouwelijke naam
Des – meervoud naam
Geld ook voor regio’s en werelddelen
In/naar voor een plaatsnaam = à
Vrouwelijke landen namen in Europa eindigen altijd op –e
, 2. Het zelfstandig naamwoord
2.1 De vorming van het vrouwelijk zelfstandig naamwoord
Zelfstandige naamwoorden op –eur wordt –euse
Zelfstandige naamwoorden op –teur wordt – trice
2.2 Het meervoud van zelfstandige naamwoorden
-au -aux
-eu -eux
-al -aux
-s -s
-x -x
-z -z
Altijd meervoud
Les devoirs - het huiswerk
Les environs - de omgeving
Les frais - de kosten
Les lunettes - de bril
Les mathématiques - de wiskunde
Les vacances - de vakantie
3. Bijvoeglijk naamwoord
3.1 De vorming van het vrouwelijk enkelvoud
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
-e = -e
-er = -ère
-f = -ve
-x = -se
-et = -ète
-el, -en, -as, -on, -eil krijgen dubbele medeklinker
Onregelmatige vrouwelijke bijvoeglijke naamwoorden
Beau - belle mooi
Blanc - blanche wit
Frais - fraîche vers, fris
Gentil - gentille aardig
Long - longue lang
Nouveau - nouvelle nieuw
Sec - sèche droog
Bas - basse laag
1.1 Het onbepaald lidwoord
Meervoud van une en un is des. Wordt in het Nederlands niet vertaald.
Une fille, des filles – een meisje, meisjes
Un garçon, des garçons – een jongen, jongens
1.2 Het bepaald lidwoord
Le – mannelijk
La – vrouwelijk
L’ – klinker of stomme h
Les – meervoud bij zelfstandig naamwoord
À + le = au
À + les = aux
De + le = du
De + les = des
1.3 Geen lidwoord in het Nedelands, wel een bepaald lidwoord in het Frans
Les, la, le
voor zelfstandig naamwoord dat algemeen wordt gebruikt
na aimer, détester, préférer, adorer, ontkenning en woord van hoeveelheid
bij beschrijving van het uiterlijk
voor datums
namen van dagen als je ‘elke’ bedoeld
titel of beroepsnaam gevolgd door eigennaam
als er voor een dag jl. of a.s. gezet kan worden dan komt er geen lidwoord voor!
Voor ’s morgens, ’s middags, ’s avonds gebruik je du of de
1.4 Het delend lidwoord
Bestaat uit de + een bepaald lidwoord
De + le = du
De + la = de la
De + l’ = de l’
De + les = des
Gebruik delend lidwoord
onbepaalde hoeveelheid aangeven
als er in het Nederlands geen lidwoord staat
,1.5 De in plaats van het delend lidwoord
Na een hoeveelheidswoord en ontkenning gebruik je de/d’
Hoeveelheidswoord
Te veux une tasse de café? – Wil je een kop koffie ?
Il boit un verre de lait. – Hij drinkt een glas melk.
Ontkenning
Je ne bois pas de vin. – Ik drink geen wijn.
Ne mange plus de gâteaux. – Eet geen koekjes meer.
1.6 Geen lidwoord in uitdrukkingen
Avoir raison - gelijk hebben
Avoir tort - ongelijk hebben
Avoir faim - honger hebben
Avoir soif - dorst hebben
Avoir mal - pijn hebben
Avoir peur - bang zijn
Avoir envie de - zin hebben om
Avoir besoin de - nodig hebben
1.7 Het lidwoord voor landen namen
Voor namen van landen staat een bepaald lidwoord
In/naar + landen naam
Au – mannelijke naam
En – vrouwelijke naam
Aux – meervoud naam
Uit/van + landen naam
Du – mannelijke naam
De/d’ – vrouwelijke naam
Des – meervoud naam
Geld ook voor regio’s en werelddelen
In/naar voor een plaatsnaam = à
Vrouwelijke landen namen in Europa eindigen altijd op –e
, 2. Het zelfstandig naamwoord
2.1 De vorming van het vrouwelijk zelfstandig naamwoord
Zelfstandige naamwoorden op –eur wordt –euse
Zelfstandige naamwoorden op –teur wordt – trice
2.2 Het meervoud van zelfstandige naamwoorden
-au -aux
-eu -eux
-al -aux
-s -s
-x -x
-z -z
Altijd meervoud
Les devoirs - het huiswerk
Les environs - de omgeving
Les frais - de kosten
Les lunettes - de bril
Les mathématiques - de wiskunde
Les vacances - de vakantie
3. Bijvoeglijk naamwoord
3.1 De vorming van het vrouwelijk enkelvoud
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
-e = -e
-er = -ère
-f = -ve
-x = -se
-et = -ète
-el, -en, -as, -on, -eil krijgen dubbele medeklinker
Onregelmatige vrouwelijke bijvoeglijke naamwoorden
Beau - belle mooi
Blanc - blanche wit
Frais - fraîche vers, fris
Gentil - gentille aardig
Long - longue lang
Nouveau - nouvelle nieuw
Sec - sèche droog
Bas - basse laag