Proces van omzetten scores
1. Reken de bepaalde punten/score uit=
ruwe score
2. Reken de score om door te vergelijken
met de ruwe scores van de normgroep=
genormeerde score
3. Vertaal de genormeerde score naar een
gekwalificeerde score
4. Vertaal naar een betekenisvolle score
5. Terugkoppelen aan het beantwoorden
van de onderzoeksvraag
Normeringssyteem
Stanines: afstand van de score tot het
gemiddelde. Negen klassen
C-scores: grote overeenkomst met staninescores. Verschil: de eerste en de negende
stanineklasse beiden in tweeën gesplitst voor nog meer differentiatie (score van 0 tot en met
10)
Percentielscores: relatieve positie in de referentiegroep met percentages aangegeven, geven
het percentage kandidaten met gelijke of lagere score in de normgroep aan
DAT: stanines en percentielscore
NEO-Pi-3: stanines
NPV-2: gekwalificeerde normeringsschaal obv percentielscores en stanines
ABIV: C-scores
HIT: gekwalificeerde normeringsschaal obv percentielscores en stanines
Prestatiemotivatie
PMT
Positieve faalangst De schaal gaat over het optimale spanningspunt
en of die laag of hoog ligt. Bij een hoog
optimaal spanningspunt werken de situaties die
spanning en druk oproepen extra stimulerend
en zorgen ervoor dat zij tot betere prestaties
komen dan in relatief rustige en
gestructureerde situatie. Ook de importantie
van de taak heeft een positieve invloed op hun
prestaties.
Prestatiemotief Schaal gaat over het behalen van prestaties op
school, en over de motivatie om te presteren,
en hoeveel moeite iemand doet om te
presteren. Mensen die hoog scoren op de
prestatiemotiefschaal vinden het belangrijk uit
te blijken door het leveren van goede
prestaties. Enerzijds vinden zij het belangrijk om
uit te blinken ten opzichte van anderen,
anderzijds is het voor hen minstens zo
belangrijk zichzelf te overtreffen.