e
1 jaar BE/AC
Haarlem/Alkmaar
voorbeelden theorie
en basisopgaven
2012-2013
1
,H 1: Inleiding tot de beschrijvende statistiek
Begrippen die bekend moeten zijn:
Deelgebieden statistiek:
beschrijvende statistiek;
kansrekening.
Verzameling elementen voor onderzoek:
populatie;
steekproef.
Steekproef:
aselect.
Variabelen:
kwantitatieve variabele;
kansvariabele;
discrete variabele;
continue variabele.
Schalen:
ratioschaal.
Klassenindeling en frequentieverdeling.
Frequentie:
absolute frequentie;
relatieve frequentie;
cumulatieve frequentie.
Kruistabel.
Grafische voorstellingen:
tijdreeks;
lijndiagram;
frequentiepolygoon;
cirkeldiagram;
histogram.
2
, H 2: Maatstaven voor ligging en spreiding
Theorie afzonderlijke waarnemingen :
n = steekproefomvang = totaal aantal waarnemingen = ∑ x
i = nummer van de uitkomst
x = de uitkomst
Maten van ligging:
het (rekenkundig) gemiddelde:
x + x + . . . . +x ∑
= =
n
Mediaan de middelste van de naar grootte gerangschikte uitkomsten
=
Modus de uitkomst die het meeste voorkomt
= meest voorkomende uitkomst
Maten van spreiding:
spreidingsbreedte = − = verschil tussen de hoogste en de laagste uitkomst
s = standaarddeviatie
= een maat voor het gemiddelde van de kwadratische afwijkingen t.o.v. het gemiddelde
=
met
s2 = de variantie
∑( − )
=
−
3