Young, fast and wild
Leerdoelen
- Hoe ziet de stoornis ADHD er uit?
- Hoe ziet de stoornis autisme er uit?
Boeken: Davey, Butcher en Nolen en de filmpjes op Psyweb.
1. Attention Deficit Hyperactivity Disorder
De volle naam van ADHD is attention deficit hyperactivity disorder. Deze stoornis wordt
gekenmerkt door een aanhoudend patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit en
impulsiviteit die significant hoger is dan je zou verwachten bij een kind in die specifieke
ontwikkelingsfase. ADHD uit zich doordat kinderen het moeilijk vinden hun aandacht bij
taken te houden, ze vaak van taak naar taak werken zonder de taken écht af te ronden, moeite
hebben met het aannemen en onthouden van aanwijzingen en ook hebben ze de neiging om
taken waarvoor een verlengde aandacht nodig is, niet leuk te vinden. Hyperactiviteit uit zich
door dat een kind bijv. niet goed ‘stil’ kan zitten. Deze kinderen zijn acties (rennen, klimmen
etc.) op niet gepaste momenten en hebben moeite met rustige taken, zoals luisteren.
Impulsiviteit uit zich als ongeduldigheid, het is moeilijk om te wachten (bijv. om jas aan te
doen, of anderen uit te laten praten).
Om iemand te diagnosticeren met ADHD moet men er zeker van zijn dat de hyperactiviteit en
de onoplettendheid significant groter is dan bij andere kinderen in die ontwikkelingsfase. Ook
moet er sprake zijn van een gegeneraliseerde en aanhoudende aanleg, en niet van een die
alleen in sommige contexten naar voren komt. Zoals in de DSM-5 te zien is, vindt
verslechtering vóór 12 jaar plaats en komt het voor in ten minste 2 contexten. De meeste
kinderen met ADHD zijn én hyperactief én onoplettend. Het kan ook voorkomen dat kinderen
met ADHD één van die patronen laten zien. Dit heeft gezorgd voor twee subtypen ADHD.’
1. Attention deficit hyperactivity disorder, predominantly inattentive presentation.
2. Attention deficit hyperactivity disorder, predominantly hyperactivity/impulsuvity
presentation.
Wanneer kinderen zowel onoplettendheid als hyperactiviteit/impulsiviteit laten zien (ten
minste 6 van beide), wordt dit combined presentation genoemd. De subtypen wordt gebruikt
wanneer er 6 of meer symptomen van de dominante eigenschap aanwezig zijn, en minder dan
6 eigenschappen van de minder dominante eigenschappen.
Co-morbiditeit:
De helft van de kinderen met ADHD wordt ook gediagnosticeerd met oppositional defiant
disorder/conduct disorder (16.2.2). Dit betekend dat in veel gevallen ADHD geassocieerd
wordt met schending van sociale normen en basisrechten van anderen. Een onderliggende link
voor deze twee ziekten is nog niet bekend, wel is duidelijk dat wanneer het kind beide
stoornissen heeft, hij de slechte eigenschappen van de stoornissen vertoond. Kinderen met
1