Alle opdrachten (4) voor Onderzoekscollege Taalkunde
Opdracht 1
A. Beschrijf in eigen woorden het verschil tussen semantiek en pragmatiek.
In de pragmatiek wordt bij de interpretatie van een uiting rekening gehouden met de
spreker, hoorder en context, terwijl in de semantiek enkel wordt gekeken naar de
uiting zelf op woord- en zinsniveau en de letterlijke betekenis ervan.
B. Geef uit je eigen ervaring een voorbeeld van een semantisch redeneerpatroon, en een
voorbeeld van een pragmatisch redeneerpatroon.
Uiting: Het is koud in de woonkamer.
Semantische betekenis: Er is een woonkamer en deze woonkamer heeft een lage
temperatuur.
Pragmatische betekenis: De spreker doelt hiermee (waarschijnlijk) op het aanzetten
van de verwarming of het dichtdoen van de ramen.
o Maar: afhankelijk van de context, want wanneer het buiten 30 graden is en
iemand zegt ‘Ik heb het enorm warm’ en iemand anders reageert met ‘Het is
koud in de woonkamer’, dan is dit juist een tip/aanbeveling om in de
woonkamer te gaan zitten en niet een vraag/bevel.
Opdracht 1
A. Beschrijf in eigen woorden het verschil tussen semantiek en pragmatiek.
In de pragmatiek wordt bij de interpretatie van een uiting rekening gehouden met de
spreker, hoorder en context, terwijl in de semantiek enkel wordt gekeken naar de
uiting zelf op woord- en zinsniveau en de letterlijke betekenis ervan.
B. Geef uit je eigen ervaring een voorbeeld van een semantisch redeneerpatroon, en een
voorbeeld van een pragmatisch redeneerpatroon.
Uiting: Het is koud in de woonkamer.
Semantische betekenis: Er is een woonkamer en deze woonkamer heeft een lage
temperatuur.
Pragmatische betekenis: De spreker doelt hiermee (waarschijnlijk) op het aanzetten
van de verwarming of het dichtdoen van de ramen.
o Maar: afhankelijk van de context, want wanneer het buiten 30 graden is en
iemand zegt ‘Ik heb het enorm warm’ en iemand anders reageert met ‘Het is
koud in de woonkamer’, dan is dit juist een tip/aanbeveling om in de
woonkamer te gaan zitten en niet een vraag/bevel.