Bank en verzekeringen kopie 2023/2024.

Bank en verzekeringen kopie 2023/2024. Hoofdstuk 1: Belgisch financiewezen 1. Financiële sector in de brede zin (1 v/d belangrijke motoren van de eco.) = iedere (instelling) die beroep doet op spaarwezen en/of zorgt voor financiering van ondernemingen en fungeert als tussenpersoon hiervoor 1.1. Kredietinstellingen (of KI = fin sector in enge zin) 1.1.1. Activiteit: - Ontvangen van deposito’s - Verstrekken kredieten + andere toegelaten activiteiten: vb. advies, verlenen van garanties 1.1.2. 3 belangrijkste fucties: - Financiële intermediatie: op eigen risico als tussenpersoon of financiële bemiddelaar op te treden tussen enerzijds economische actoren met een teveel aan financiële middelen en anderzijds die met een tekort - Betalingsverkeer - Financiële diensten vb. verkopen van verzekeringsproducten 1.1.3. KI: register NBB Vergunning en inschrijving in register NBB; Nationale Bank België Obv gemeenschappelijke kenmerken in het patroon van werkmiddelen en aanwendingen onderscheid tussen: - Banken - Spaarbanken - Effectenbanken Banken: - Grote (Belgian Big 4: Fortis, KBC, ING, Belfius o Uitgebreid net van filialen & agentschappen o Goed bereikbaar - Gespecialiseerde/ regionale o Lokaal een grote invloed o specialisatie - Kleine o Gering aantal vestigingen o Gespecialiseerd cliënteel 12 lOMoARcPSD| Op basis van distributiekanalen: - Traditionele o Investeren in meerdere distributiekanalen o Eigen kantorennet - Internetbanken o Banken zonder kantorennet o Internet als exclusief distributiekanaal Spaarbanken: vb. Argenta Hoofdactiviteit: gericht op particuliere klanten en toekennen hypothecaire leningen Consumentenkredieten: vb. auto’s kopen - Retailbanken: o Bankieren voor iedereen - Wholesalebanking o Voor ondernemingen, vermogende particulieren Effectenbanken: vb. Van de Put & Co Privaatbankiers Instelling tussen bank en beursvennootschap/ beleggingsonderneming (transacties in aandelen) - Beursvennootschap mag geen geld aannemen van klanten, enkel orders uitvoeren - Effectenbanken: wel deposito’s, ze kunnen ook aandelen kopen in jouw naam Effectenverrichtingen en vermogensbeheer Depositorekeningen & géén kredietverlening (banken doen dit wel) (Een effectenbank heeft in feite dezelfde activiteit als een beursvennootschap (vennootschap voor bemiddeling in de handel in effecten), maar heeft ook bevoegdheid inzake rechtstreeks beheer van de beleggingen van de klant (in tegenstelling tot een beursvennootschap waar gelden/opbrengsten van de klant worden beheerd op een aparte beschermde rekening) ) 1.2. participatiemaatschappijen voornamelijk participeren in ondernemingen, proberen mee iets te betekenen in het bedrijf door: - risicokapitaal te verschaffen vb. bedrijf gaat failliet, zijn de aandelen dan nog iets waard? - Participeren in ondernemingen - Vaak referentieaandeelhouders: Grootste aandeelhouders, die het grootste pakket aandelen in handen hebben 13 lOMoARcPSD| 1.3. Investeringsbanken (zakenbanken/ merchant bank/ investment bank) Verschil: grootte van de participatie investeringsbank en holding - Investering: minderheidsparticipatie - Holding: meerderheidsparticipatie; grootste gedeelte zeggenschap hebben, belangrijkste partner Corporate finance activiteiten onder andere: - Minderheidsparticipatie - Private equity: eigen kapitaal verschaffen aan niet beursgenoteerde ondernemingen o Niet beursgenoteerd aandeel: risico als particulier is groter o Beursgenoteerd aandeel: markt is open, koers kan je zien, je kan direct aandelen kopen en verkopen (wanneer je wil) - Venture capital o Investeren in nieuwe ondernemingen inclusief managementbijstand - Kan zowel privé als openbaar zijn - PRIVAK: ‘gesloten’ beleggingsfonds in private equity o Verschil met BEVAK: beleggingsfonds niet met variabel maar vast kapitaal; waarin je belegt en je kan er in- en uitstappen wanneer je wilt - (Equity) CROWDFUNDING: o Geld verzamelen om daarmee te investeren in kleine ondernemingen o Taxshelter: fiscale maatregel om sector te ondersteunen vb. voor audiovisuele sector 1.3.1. Holdings (portefeuillemaatschappijen/ houdstermaatschappijen) Activiteiten: - Meerderheidsparticipaties: meer controle uitoefenen - Dividenden: je krijgt een aandeel van de winst, soms ook als er geen winst is o Ook soms slechts 1 aandeel vb. KBC Andora 1.4. Beleggingsondernemingen Wisselagenten/ effectenmakelaars van vroeger: - Taken: o Beursorders; personen tussen vraag en aanbod op beurs o 1990: beursvennootschappen o 1995: beleggingsondernemingen Wettelijk onderscheid tussen: - Strikte beursvennootschappen o Geen geld deposito’s o Niet toestaan kredieten o Enkel beursorders 14 lOMoARcPSD| - Vermogensbeheer/ beleggingsadvies o Uitvoerend en adviserend o Orders en cliënteel ontvangen, doorgeven en uitvoeren 1.5. Institutionele beleggers = overkoepelende naam voor bedrijven die uit professionele beweegredenen geld inzamelen om op lange termijn te beleggen op de kapitaalmarkt Wie? - Verzekeringsmaatschappijen, vooral levensverzekeraars - Pensioenwezen; 3 pijlers: o Wettelijk pensioen: ambtenaar, werknemer, zelfstandige  Repartitie: pensioensysteem is hierop gebaseerd  Je geeft je geld af maar je krijgt er niks voor terug o Pensioenfondsen, groepsverzekeringen en individuele penioentoezeggingen o Pensioensparen - ICB’S : institutie voor collectieve belegginggen 2. Betalingsinstellingen en EGI Betalingsinstellingen: PSD: Payment service directive Activiteit: - Betalingsdiensten o Geen deposito’s en geen kredieten - Nevendiensten van betalingsdiensten - Exploiteren van betalingssystemen EGI: instellingen voor elektronisch geld Vb. maaltijdchequekaarten 3. Monetaire overheid Monetair = geld Monetair beleid = via de geldsector gaat men proberen invloed uit te oefen op de interesten (Alle beslissingen die centrale banken nemen om een invloed uit te oefenen op de prijs van geld, de kosten om te lenen en de opbrengst van het spaargeld. ) ECB: - Europese centrale bank o Monetair beleid wordt supranationaal & nationaal gestuurd - Taken o Monetair beleid o Valutamarktoperaties 15 lOMoARcPSD| o Valutareserves bijhouden van overheden o Omloop brengen van bankbiljetten o Lender of last resort  Bank van de banken - ESCB: o Europees stelsel van centrale banken o ECB + centrale banken EU o Onder andere prijsstabiliteit, groei - NBB: o Nationale bank van België o Gouverneur: Pierre Wunsch o Uitgifte bankbiljetten en munten o Beheer goud- en deviezenreserves o Studies en statistieken o Financieel toezicht o Kassier van de staat o Diensten voor hele financiële sector Welke instantie bepaalt hoeveel eurobankbiljetten er mogen gedrukt worden? ▪ A. De bank voor Internationale Betalingen. ▪ B. De Nationale Bank van België. ▪ C. De Wereldbank. ▪ D. De Europese Centrale Bank.