Inhoud
1 Inleiding en aanbestedingsrechtelijke beginselen............................................................2
2 Bereik van de Aanbestedingswet 2012: wanneer moet er Europees aanbesteed
worden?.............................................................................................................................. 3
3 Aanbestedingsprocedures, uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen............................5
4 Gunningscriteria en gunningsmethodieken......................................................................6
5 Overige onderwerpen......................................................................................................7
5.1 Gunningsbeslissing en abnormaal lage prijs, strategische en manipulatieve
inschrijving...................................................................................................................... 7
5.2 Herstel van fouten.....................................................................................................8
5.3 Rechtsbescherming...................................................................................................8
5.4 Abnormaal lage prijs..................................................................................................8
5.5 Strategische en manipulatieve inschrijving................................................................9
6 Verbintenissenrecht......................................................................................................... 9
6.1 Hoe komt een overeenkomst tot stand?....................................................................9
6.2 Nakoming, tekortkoming, verzuim, ontbinding en opzegging...................................10
6.3 Algemene voorwaarden...........................................................................................11
1
, 1 Inleiding en aanbestedingsrechtelijke beginselen
Europees aanbesteden is een vorm van aanbesteden volgens de procedures opgesteld
door de EU. Het betreft de aankoop van 1 of meerdere AD van leveringen, werken of
diensten bij een door die AD gekozen onderneming, ongeacht of deze een publieke
bestemming hebben of niet.
Het aanbestedingsrecht is formeel recht:de aanbestedingsprocedure is het middel waarmee
AD het inkoopproces moet inrichten. Ook is het economisch ordeningsrecht, omdat het de
markt voor overheidsbestedingen reguleert en het inkoopproces van (semi-)overheden en
publiekrechtelijke instellingen regelt.
Het doel van de aanbestedingsprocedure is het creëren van mededinging bij de gunning van
overheidsopdrachten, zodat overheden tegen de beste prijs-/kwaliteitverhouding diensten
kunnen ontvangen, leveringen kunnen verkrijgen en werken kunnen laten uitvoeren.
In art 1.4 is opgenomen dat de AD zo veel mogelijk maatschappelijke waarde moet creëren.
D.w.z. dat de AD de opdracht en procedure zo vorm moet geven dat de ondernemer, binnen
de perken van het proportionaliteitsbeginsel, de beste kwaliteit tegen de beste prijs kan
leveren. De AD kan maatschappelijke waarde creëren door in de aanbesteding criteria op te
stellen die leiden tot de BPKV.
Een concessie is een ovk. tot het uitvoeren van een werk. De tegenprestatie is geen
betaling, maar een exploitatierecht. Dit geeft marktpartijen het exclusieve recht gebouwen te
exploiteren voor eigen gewin.
Opdrachten kunnen betrekking hebben op de volgende richtlijnen:
-2014/23/EU: opdrachten voor concessies
-2014/24/EU: overheidsopdrachten
-2014/25/EU: speciale-sectoropdrachten (gas, water, elektriciteit, openbaar vervoer). De
activiteiten die hieronder vallen zijn opgenomen in art 3.1-3.6 Aw.
-2009/81/EG: defensie en veiligheid
-ARW 2016: opdrachten voor werken. Dit is verplicht voor opdrachten voor werken onder de
drempel en vrijwillig bij opdrachten boven de drempel. Hier staan algemene regels in en
welke procedures moeten of kunnen toegepast worden. Als je afwijkt van deze regeling
moet je dat motiveren in de aanbestedingsstukken
De Aw is ingedeeld naar procedure. Welk artikel voor welk beginsel geldt, hangt dus af van
de procedure. Dit verklaart waarom sommige algemene beginselen neergelegd zijn in
meerdere artikelen.
Het gelijkheidsbeginsel, te vinden in art. 1.8 (europese aanbesteding), 1.12 (nationale
procedure) en 1.15 (meervoudig onderhandse procedure), schrijft voor dat de AD alle
inschrijvers gelijk moet behandelen, zodat zij allemaal een gelijke kans hebben op het
verwerven van de opdracht. Het betreft een positieve (actieve) verplichting tot het dragen
voor zorg voor gelijke behandeling van gelijke gevallen en is dus breder dan het non-
discriminatiebeginsel. Het bevordert de ontwikkeling van daadwerkelijke en gezonde
mededinging en vereist dat inschrijvers bij het opstellen van hun offertes dezelfde kansen
krijgen.
2
1 Inleiding en aanbestedingsrechtelijke beginselen............................................................2
2 Bereik van de Aanbestedingswet 2012: wanneer moet er Europees aanbesteed
worden?.............................................................................................................................. 3
3 Aanbestedingsprocedures, uitsluitingsgronden en geschiktheidseisen............................5
4 Gunningscriteria en gunningsmethodieken......................................................................6
5 Overige onderwerpen......................................................................................................7
5.1 Gunningsbeslissing en abnormaal lage prijs, strategische en manipulatieve
inschrijving...................................................................................................................... 7
5.2 Herstel van fouten.....................................................................................................8
5.3 Rechtsbescherming...................................................................................................8
5.4 Abnormaal lage prijs..................................................................................................8
5.5 Strategische en manipulatieve inschrijving................................................................9
6 Verbintenissenrecht......................................................................................................... 9
6.1 Hoe komt een overeenkomst tot stand?....................................................................9
6.2 Nakoming, tekortkoming, verzuim, ontbinding en opzegging...................................10
6.3 Algemene voorwaarden...........................................................................................11
1
, 1 Inleiding en aanbestedingsrechtelijke beginselen
Europees aanbesteden is een vorm van aanbesteden volgens de procedures opgesteld
door de EU. Het betreft de aankoop van 1 of meerdere AD van leveringen, werken of
diensten bij een door die AD gekozen onderneming, ongeacht of deze een publieke
bestemming hebben of niet.
Het aanbestedingsrecht is formeel recht:de aanbestedingsprocedure is het middel waarmee
AD het inkoopproces moet inrichten. Ook is het economisch ordeningsrecht, omdat het de
markt voor overheidsbestedingen reguleert en het inkoopproces van (semi-)overheden en
publiekrechtelijke instellingen regelt.
Het doel van de aanbestedingsprocedure is het creëren van mededinging bij de gunning van
overheidsopdrachten, zodat overheden tegen de beste prijs-/kwaliteitverhouding diensten
kunnen ontvangen, leveringen kunnen verkrijgen en werken kunnen laten uitvoeren.
In art 1.4 is opgenomen dat de AD zo veel mogelijk maatschappelijke waarde moet creëren.
D.w.z. dat de AD de opdracht en procedure zo vorm moet geven dat de ondernemer, binnen
de perken van het proportionaliteitsbeginsel, de beste kwaliteit tegen de beste prijs kan
leveren. De AD kan maatschappelijke waarde creëren door in de aanbesteding criteria op te
stellen die leiden tot de BPKV.
Een concessie is een ovk. tot het uitvoeren van een werk. De tegenprestatie is geen
betaling, maar een exploitatierecht. Dit geeft marktpartijen het exclusieve recht gebouwen te
exploiteren voor eigen gewin.
Opdrachten kunnen betrekking hebben op de volgende richtlijnen:
-2014/23/EU: opdrachten voor concessies
-2014/24/EU: overheidsopdrachten
-2014/25/EU: speciale-sectoropdrachten (gas, water, elektriciteit, openbaar vervoer). De
activiteiten die hieronder vallen zijn opgenomen in art 3.1-3.6 Aw.
-2009/81/EG: defensie en veiligheid
-ARW 2016: opdrachten voor werken. Dit is verplicht voor opdrachten voor werken onder de
drempel en vrijwillig bij opdrachten boven de drempel. Hier staan algemene regels in en
welke procedures moeten of kunnen toegepast worden. Als je afwijkt van deze regeling
moet je dat motiveren in de aanbestedingsstukken
De Aw is ingedeeld naar procedure. Welk artikel voor welk beginsel geldt, hangt dus af van
de procedure. Dit verklaart waarom sommige algemene beginselen neergelegd zijn in
meerdere artikelen.
Het gelijkheidsbeginsel, te vinden in art. 1.8 (europese aanbesteding), 1.12 (nationale
procedure) en 1.15 (meervoudig onderhandse procedure), schrijft voor dat de AD alle
inschrijvers gelijk moet behandelen, zodat zij allemaal een gelijke kans hebben op het
verwerven van de opdracht. Het betreft een positieve (actieve) verplichting tot het dragen
voor zorg voor gelijke behandeling van gelijke gevallen en is dus breder dan het non-
discriminatiebeginsel. Het bevordert de ontwikkeling van daadwerkelijke en gezonde
mededinging en vereist dat inschrijvers bij het opstellen van hun offertes dezelfde kansen
krijgen.
2
