Week 1
Natuurlijke personen zijn mensen van vlees en bloed.
Dwingend recht zijn bepalingen in de wet die je moet nakomen. (als je daarvan afwijkt is het
nietig of krijg je een straf. bijvoorbeeld: 1:115 BW)
Regelend/aanvullend recht zijn bepalingen die je niet hoeft na te komen. Als je zelf iets
anders hebt bedacht. (bijvoorbeeld 6:115 BW)
Rechtsgevolg is dat een verbintenis ontstaat, word gewijzigd of teniet gaat.
Verbintenis is het recht van het één en de plicht van een ander.
Rechtssubjecten zijn dragers van rechten en plichten (objectief recht)
Rechtsfeiten bestaan uit menselijke handelingen en blote rechtsfeiten. Menselijke
handelingen kun je opdelen in feitelijke handelingen en rechtshandelingen.
Bij een rechtshandeling zijn de rechtsgevolgen de bedoeling(beoogd).
Meerzijdige rechtshandeling bestaat uit rechtshandeling met de wil van meerdere personen.
(overeenkomst)
Eenzijdige rechtshandeling bestaat uit een rechtshandeling met de wil van 1 persoon.
Blote rechtsfeiten zijn het tegenovergestelde van rechtshandelingen, daar hoef je niks voor
te doen. Bijvoorbeeld dood of geboorte.
Feitelijke handelingen zijn rechtsgevolgen die niet de bedoeling zijn(beoogd). (bijvoorbeeld
onrechtmatige daad, rechtmatige daad of een wanprestatie)
Week 2
Overeenkomst is een rechtsfeit waaruit een verbintenis ontstaat. Ontstaat door een aanbod
en aanvaarding.
Drie eisen bij een overeenkomst:
Wilsovereenstemming betekent dat de wilsverklaring van beide partijen bij een
overeenkomst overeenstemmen. wilsverklaring > 3:37 lid 1 BW
Handelingsbekwaamheid onbekwaam betekent dat de overeenkomst vernietigbaar is 3:32
BW. Onbekwaam ben je als je minderjarig bent. (1:233 BW, uitzonderingen > 1:234)
Geoorloofdheid betekent als het in strijd is met de goede zeden of openbare orde dat de
overeenkomst nietig is. art 3:40
4e eis is dat er een bepaald onderwerp moet zijn. (onbelangrijk?)