1 Bodemfuncties en Bodemgebruik
Waar men voorheen naar bodemfuncties keek (dit gaf problemen zoals verwoestijning), kijkt men nu
naar ecosysteemdiensten: niet het gebruik van de bodem, maar wat de bodem kan bieden staat
centraal. Ecosysteemdiensten kunnen opgesplitst worden in:
Toevoerdiensten - de producten die uit een ecosysteem worden verkregen.
Regulerende diensten - de voordelen die worden verkregen uit het reguleren van
ecosysteemprocessen.
Culturele diensten – immateriële geneugten die mensen halen uit ecosystemen.
Ondersteunende diensten – diensten die nodig zijn voor productie van alle overige
ecosysteemdiensten, zoals zuurstof- of biomassaproductie.
De bodemkundige wetenschap heeft als doel het inzicht in de diverse functies van de
ecosysteemdiensten van de bodem te vergroten.
1.1 Natuur- en biodiversiteitsfunctie van de bodem
Tussen bodemsoorten, vegetatie en hoogteligging bestaat een duidelijk verband. Deze
bodemverschillen zijn een essentiële factor voor het ontstaan van terrestrische (op de aarde
betrekking hebbende) biodiversiteit. Menselijk handelen heeft voor een afname van bodemvariatie
gezorgd, en daarbij ook voor biodiversiteitsvermindering.
1.2 Biochemische rol van de bodem
Door planten en bodemdieren veranderen stoffen van chemische samenstelling in de bodem; dit is
de biochemische functie van de bodem; hiervan zijn drie deelfuncties:
1. Bufferfunctie – bodem reguleert de chemische omstandigheden in het bodemvocht.
2. Regeneratiefunctie – bodem helpt bij het afbreken van organisch materiaal in nutriënten.
3. Filterfunctie – bodem filtert en zuivert percolerend water.
Omdat wortels en bodemdieren de bodem vaak ‘proeven’ via de waterfase, is de samenstelling van
het bodemvocht erg belangrijk. Interacties tussen bodemvocht en vaste bodemdeeltjes bepalen de
beschikbaarheid van voedings- en gifstoffen voor planten en bodemdieren.
Mineralisatie, onderdeel van de regeneratiefunctie, zorgt ervoor dat an(organische) stoffen
vastgelegd worden in de bodem. Zo werd er in het verleden veel silicaat (CaSiO3) vastgelegd in de
bodem door een overschot aan CO2 in lucht en bodem. Maar ook de mens heeft invloed op de
bodem: ondanks het neerslagoverschot is de grondwaterspiegel in Nederland gedaald.
1.3 Agrarische functie van de bodem
1.3.1 Productiefunctie
Slechts 11% van de grond is geschikt voor landbouw. Door groeiende voedselconsumptie wordt de
druk op goede grond hoog en dreigt er overexploitatie (wat leidt tot uitputting en erosie). Door de
hoge productiviteit van de Nederlandse landbouw, wordt er kwantitatief en kwalitatief veel vervuild.
1.3.2 Bodemgeschiktheid
Factoren die bepalen of een bodem geschikt is voor een bepaald landgebruik, noemen we
bodemgeschiktheidsfactoren. De belangrijkste:
Chemische bodemvruchtbaarheid – de plantenvoedende elementen die de bodem levert.
o Is bijna nooit voldoende voor maximale opbrengst, daarom wordt er bemest.
Fysische bodemvruchtbaarheid – de draagkracht, bewerkbaarheid en erosiegevoeligheid.