Notitie belastingdruk in box 1
Verschuldigde belasting; heffingskortingen; gemiddelde en marginale belastingdruk
Door Yannick Feld Msc.
1. Introductie
Het belastbare inkomen uit werk en woning (beter bekend als inkomen uit box 1) bestaat
onder andere uit winst uit onderneming, loon, resultaat overige werkzaamheden en de eigen
woning (art. 3.1 Wet IB 2001). Aan de hand van dit inkomen wordt de verschuldigde
belasting (art. 2.7 Wet IB 2001) over het inkomen uit box 1 bepaald. Maar hoe bereken je die
verschuldigde belasting precies?
Wanneer je het belastbare inkomen uit werk en woning weet, hangt de verschuldigde
belasting af van twee elementen: de belasting op het inkomen uit box 1 én de
heffingskortingen. Beide elementen worden achtereenvolgens besproken in deel 2.
Daaropvolgend wordt in deel 3 een ‘Kees-studie’ behandeld. Deze brengt de theorie van deel
2 in de praktijk. Het neemt je mee langs de belangrijkste berekeningen met betrekking tot de
belasting op box 1 en heffingskortingen en leert je over de gemiddelde en marginale
belastingdruk.
1
, 2. Belasting en heffingskortingen
2.1 Belasting op inkomen uit box 1
De belasting op inkomen uit werk en woning (art. 3.1 Wet IB 2001) wordt bepaald aan de
hand van de tabel van art. 2.10 Wet IB 2001. Het betreft een progressief tarief. Dat betekent
dat het tarief oploopt, naarmate de belastingplichtige een hoger belastbaar inkomen heeft.
Voor belastingplichtigen die per 2023 nog niet de pensioenleeftijd hebben bereikt, kent de
tabel feitelijk de volgende twee schijven:
Tabel I: tarieven box 1 (AOW-leeftijd in 2023 nog niet bereikt)1 2
Schijf Belastbaar Inkomen Percentage
1 Tot € 73.031 36,93%
2 Vanaf € 73.031 49,50%
Rekenvoorbeeld
Hoeveel bedraagt je belasting bij een belastbaar inkomen
van € 100.000?
€ 73.031 maal 36,93% € 26.970,35
+ (€ 100.000 -/- € 73.031) maal 49,50% € 13.349,65
Belasting op grond van art. 2.10 Wet IB € 40.320
1
Voor het vervolg van deze notitie wordt aangesloten bij deze tabel (verwijzing: Tabel I).
2
Ben je benieuwd waarom tabel I afwijkt van de tabel in art. 2.10 Wet IB 2001? Lees dan eerst even
‘‘Achtergrond: Waarom tabel I niet gelijk is aan de tabel in art. 2.10 Wet IB 2001” op pagina 8 door.
2
Verschuldigde belasting; heffingskortingen; gemiddelde en marginale belastingdruk
Door Yannick Feld Msc.
1. Introductie
Het belastbare inkomen uit werk en woning (beter bekend als inkomen uit box 1) bestaat
onder andere uit winst uit onderneming, loon, resultaat overige werkzaamheden en de eigen
woning (art. 3.1 Wet IB 2001). Aan de hand van dit inkomen wordt de verschuldigde
belasting (art. 2.7 Wet IB 2001) over het inkomen uit box 1 bepaald. Maar hoe bereken je die
verschuldigde belasting precies?
Wanneer je het belastbare inkomen uit werk en woning weet, hangt de verschuldigde
belasting af van twee elementen: de belasting op het inkomen uit box 1 én de
heffingskortingen. Beide elementen worden achtereenvolgens besproken in deel 2.
Daaropvolgend wordt in deel 3 een ‘Kees-studie’ behandeld. Deze brengt de theorie van deel
2 in de praktijk. Het neemt je mee langs de belangrijkste berekeningen met betrekking tot de
belasting op box 1 en heffingskortingen en leert je over de gemiddelde en marginale
belastingdruk.
1
, 2. Belasting en heffingskortingen
2.1 Belasting op inkomen uit box 1
De belasting op inkomen uit werk en woning (art. 3.1 Wet IB 2001) wordt bepaald aan de
hand van de tabel van art. 2.10 Wet IB 2001. Het betreft een progressief tarief. Dat betekent
dat het tarief oploopt, naarmate de belastingplichtige een hoger belastbaar inkomen heeft.
Voor belastingplichtigen die per 2023 nog niet de pensioenleeftijd hebben bereikt, kent de
tabel feitelijk de volgende twee schijven:
Tabel I: tarieven box 1 (AOW-leeftijd in 2023 nog niet bereikt)1 2
Schijf Belastbaar Inkomen Percentage
1 Tot € 73.031 36,93%
2 Vanaf € 73.031 49,50%
Rekenvoorbeeld
Hoeveel bedraagt je belasting bij een belastbaar inkomen
van € 100.000?
€ 73.031 maal 36,93% € 26.970,35
+ (€ 100.000 -/- € 73.031) maal 49,50% € 13.349,65
Belasting op grond van art. 2.10 Wet IB € 40.320
1
Voor het vervolg van deze notitie wordt aangesloten bij deze tabel (verwijzing: Tabel I).
2
Ben je benieuwd waarom tabel I afwijkt van de tabel in art. 2.10 Wet IB 2001? Lees dan eerst even
‘‘Achtergrond: Waarom tabel I niet gelijk is aan de tabel in art. 2.10 Wet IB 2001” op pagina 8 door.
2
