FILOSOFIE
HC1
Kennis = ‘gerechtvaardigde ware overtuiging’ → algemeen principe (gaat over alle proposities en
personen)
- Een algemeen principe is niet altijd volledig algemeen, soms geldt het alleen als iemand de
proposities kent → domeinbeperking
Noodzakelijke voorwaarde = een voorwaarde zonder welke het relevante gevolg niet optreedt, maar
er zijn wellicht nog andere voorwaarden nodig om tot het uiteindelijke gevolg te komen
Voldoende voorwaarde = een voorwaarde die op zich al leidt tot het relevante gevolg, er kunnen wel
andere voorwaarden zijn die hetzelfde gevolg heeft, maar elke voorwaarde zorgt los ook voor het
gevolg
Noodzakelijke én voldoende voorwaarde = altijd als aan deze voorwaarde wordt voldaan treedt het
effect op; er zijn geen andere voorwaarden relevant voor het gevolg
REFLECTIEF EVENWICHT:
Incoherent denken → algemene principe botst met het intuïtieve oordeel = twee claims zijn
onverenigbaar
Dit kan je wegnemen door a) het algemene principe dat kennis = gerechtvaardigd verwerpen, of b)
het intuïtieve oordeel te verwerpen. Veel filosofen kiezen om a) te verwerpen, en gaan op zoek naar
een beter algemeen principe.
• Biting the bullet → intuïtief oordeel verwerpen, omdat deze niet overeenkomt met het
algemene principe
Gedachte-experimenten = nooit echt gebeurd, maar de ene propositie impliceert de ander
noodzakelijkerwijs
Gedachte-experiment ← reflectief evenwicht → algemene principes → complexe, reële gevallen
Inductief argument = op basis van frequenties/statistische
gegevens
Abductief argument = op basis van een plausibele verklaring
Waarheidsbehoudend argument = als de premissen waar zijn,
dan is de conclusie ook waar
Deductief geldig = de abstracte vorm is waarheidsbehoudend
• Modus Ponens → Als P, dan Q P Dus Q
• Modus Tollens → Als P, dan Q niet Q Dus, niet P
• Categorisch syllogisme → Alles wat F is, is ook G X is F Dus X is ook G
• Disjunctief syllogisme → Ofwel P, ofwel Q Niet P. Dus Q
• Hypothetisch syllogisme → Als P dan Q Als Q dan R. Dus als P dan R.
, • Constructief dilemma → Ofwel P, ofwel Q Als P dan R Als Q dan S. Dus,
ofwel R of S.
Bevestigen van het gevolg = Als P, dan Q. Q, dus P. ware premissen kunnen leiden tot
onware conclusies
Enthymeme = een ongeldig argument dat geldig wordt zodra je er nog premisse(n) aan toevoegt
HC1
Kennis = ‘gerechtvaardigde ware overtuiging’ → algemeen principe (gaat over alle proposities en
personen)
- Een algemeen principe is niet altijd volledig algemeen, soms geldt het alleen als iemand de
proposities kent → domeinbeperking
Noodzakelijke voorwaarde = een voorwaarde zonder welke het relevante gevolg niet optreedt, maar
er zijn wellicht nog andere voorwaarden nodig om tot het uiteindelijke gevolg te komen
Voldoende voorwaarde = een voorwaarde die op zich al leidt tot het relevante gevolg, er kunnen wel
andere voorwaarden zijn die hetzelfde gevolg heeft, maar elke voorwaarde zorgt los ook voor het
gevolg
Noodzakelijke én voldoende voorwaarde = altijd als aan deze voorwaarde wordt voldaan treedt het
effect op; er zijn geen andere voorwaarden relevant voor het gevolg
REFLECTIEF EVENWICHT:
Incoherent denken → algemene principe botst met het intuïtieve oordeel = twee claims zijn
onverenigbaar
Dit kan je wegnemen door a) het algemene principe dat kennis = gerechtvaardigd verwerpen, of b)
het intuïtieve oordeel te verwerpen. Veel filosofen kiezen om a) te verwerpen, en gaan op zoek naar
een beter algemeen principe.
• Biting the bullet → intuïtief oordeel verwerpen, omdat deze niet overeenkomt met het
algemene principe
Gedachte-experimenten = nooit echt gebeurd, maar de ene propositie impliceert de ander
noodzakelijkerwijs
Gedachte-experiment ← reflectief evenwicht → algemene principes → complexe, reële gevallen
Inductief argument = op basis van frequenties/statistische
gegevens
Abductief argument = op basis van een plausibele verklaring
Waarheidsbehoudend argument = als de premissen waar zijn,
dan is de conclusie ook waar
Deductief geldig = de abstracte vorm is waarheidsbehoudend
• Modus Ponens → Als P, dan Q P Dus Q
• Modus Tollens → Als P, dan Q niet Q Dus, niet P
• Categorisch syllogisme → Alles wat F is, is ook G X is F Dus X is ook G
• Disjunctief syllogisme → Ofwel P, ofwel Q Niet P. Dus Q
• Hypothetisch syllogisme → Als P dan Q Als Q dan R. Dus als P dan R.
, • Constructief dilemma → Ofwel P, ofwel Q Als P dan R Als Q dan S. Dus,
ofwel R of S.
Bevestigen van het gevolg = Als P, dan Q. Q, dus P. ware premissen kunnen leiden tot
onware conclusies
Enthymeme = een ongeldig argument dat geldig wordt zodra je er nog premisse(n) aan toevoegt