Hoofdstuk 1 – algemene bepalingen en naamrecht
1.1 Een persoon is degene die drager van rechten en plichten kan zijn; rechtsbevoegdheid;
persoonlijkheid. Het begin van de persoonlijkheid begint bij de geboorte.
1.2 Bloedverwantschap duidt op de relatie tussen personen op basis van de geboorte uit bepaalde
ouders. Dit is biologisch bloedverwantschap. Bij juridisch bloedverwantschap bestaat er een
juridische relatie tussen personen; adoptie. Verwantschap wordt geteld door het getal der geboorte,
graden. Elke geboorte is 1 graad. Aanverwantschap bestaat door huwelijk of geregistreerd
partnerschap. Aanverwantschap wordt niet opgeheven door het eindigen van huwelijk of
geregistreerd partnerschap.
1.3 Bij family life gaat het om een nauwe persoonlijke betrekking. Er is geen wettelijke definitie van
family life. Family life kan worden verbroken door latere gebeurtenissen.
1.4 De voornaam wordt in de geboorteakte opgenomen. Voornamen kunnen worden geweigerd als
zij ongepast zijn of hetzelfde zijn als de achternaam. Voornaam wijzigen kan op verzoek van de
persoon zelf of op verzoek van zijn wettelijke vertegenwoordiger. Er moet een goede reden zijn voor
de wijziging.
1.5 Bij geboorte van het kind mogen ouders kiezen welke achternaam het krijgt m/v. De naamkeuze
van het eerste kind heeft gevolgen voor alle volgende kinderen. Indien er geen keuze wordt
gemaakt, krijgt het kind de achternaam van de vader. Is het kind 16 of 17 jaar oud op het moment
dat de familierechtelijke betrekking ontstaat, dan beslist het zelfs welke achternaam het heeft. Ook
de achternaam wordt opgenomen in de geboorteakte. De achternaam kan worden gewijzigd op
verzoek. Dit gebeurt bij Koninklijk besluit. Bij huwelijk of geregistreerd partnerschap mag je de
achternaam van je partner gebruiken. Na ontbinding mag je deze achternaam blijven gebruiken.
Hoofdstuk 2 – Woonplaats en burgerlijke stand
2.1 Met woonplaats wordt bedoeld iemands vaste adres. Woonstede is de plaats waar iemand
officieel staat ingeschreven. Als iemand geen woonstede heeft, dan wordt de plaats waar hij feitelijk
verblijft beschouwd als woonplaats, dit wordt het werkelijk verblijf genoemd, 3 maanden, 2/3 van de
tijd. De eigenlijke woonplaats kan worden verdeeld in zelfstandige woonplaats: iemand,
onafhankelijk van een ander, op een plaats woont en afhankelijke woonplaats: een afgeleide
woonplaats, afhankelijk van een wettelijk vertegenwoordiger. Er kan ook sprake zijn van een
gekozen woonplaats; dit wordt niet ingeschreven bij de BRP.
2.2 In iedere gemeente bestaan registers van geboorte, huwelijk, geregistreerd partnerschappen en
overlijden. Een ambtenaar van burgerlijke stand is een ambtenaar bij de gemeente die akte
opmaakt.
2.3 De ambtenaar van burgerlijke stand is bevoegd om een geboorteakte op te maken. Er moet
aangifte worden gedaan van de geboorte. Dit kan uitsluitend door de biologische moeder en de
andere ouder worden gedaan. Zij zijn verplicht aangifte te doen binnen 3 dagen na geboorte.
2.4 De ambtenaar van burgerlijke stand is bevoegd een overlijdensakte op te maken. Bevoegd tot
aangifte doen van overlijden is iedereen die uit eigen wetenschap kennis heeft van het overlijden,
meestal doet familie aangifte. Er is geen termijn.
H3 – Huwelijk en geregistreerd partnerschap
, 3.1 De wet erkent alleen een burgerlijk huwelijk/wettelijk huwelijk, de ambtenaar van burgerlijke
stand moet het huwelijk sluiten. Een religieus huwelijk is toegestaan, maar hiervoor moet een
wettelijk huwelijk worden gesloten, 14 dagen voor het religieus huwelijk. Aanstaande echtgenoten
moeten hun wil melden bij de ambtenaar van burgerlijke stand. Bij sluiting van het huwelijk moeten
er minimaal 2 maximaal 4 meerderjarige getuigen aanwezig zijn. Door ernstige ziekte, beperking of
verblijf in de gevangenis kan het huwelijk worden gesloten in een bijzonder huis. Bij de voltrekking
moeten mensen in persoon verschijnen.
3.2 Mensen moeten minimaal 18 jaar zijn om met elkaar te mogen trouwen. Indien er sprake is van
een geestelijke stoornis, mag er geen huwelijk worden aangegaan. De Nederlandse wet zegt dat
iemand slechts met een persoon tegelijk kan zijn getrouwd. Als iemand onder curatele is gesteld
door drank/drugsmisbruik, heeft hij toestemming nodig van zijn curator om in het huwelijk te
treden. Als iemand onder curatele is gesteld wegens een lichamelijke of geestelijke toestand, is er
toestemming van de rechter nodig. Huwelijk mag niet worden gesloten tussen bloed- en
aanverwanten inde eerste en tweede graad. Een huwelijk is niet mogelijk als partijen al een
geregistreerd partnerschap hebben. Een geregistreerd partnerschap wordt namelijk gelijkgesteld
met een huwelijk. Indien er sprake is van een van de hiervoor besproken beletselen, kan het
huwelijk worden gestuit. Dit gebeurt door middel van een akte die wordt betekend bij de ambtenaar
van burgerlijke stand. Een huwelijk kan pas worden gesloten wanneer de stuiting is opgeheven.
3.3 Nietigverklaring is mogelijk wanneer niet wordt voldaan aan de vereisten om een huwelijk aan te
gaan. De gronden voor nietigverklaring zijn terug te vinden in de wet.
3.4 De meeste wetsbepalingen inzake het huwelijk zin overeenkomstige toepassing op het
geregistreerd partnerschap. Een huwelijk wordt immers gelijkgesteld aan een geregistreerd
partnerschap. Er zijn echter ook verschillen tussen het huwelijk en geregistreerd partnerschap. Bij
het sluiten van een geregistreerd partnerschap moeten de aanstaande partners een verklaring
afleggen waaruit blijkt dat ze het partnerschap willen aangaan, deze is vormvrij en het is niet
verplicht elkaar het ja-woord te geven. Ook de beëindiging is een groot verschil. Bij ontbinden van
huwelijk is altijd de rechter nodig, bij ontbinden van het geregistreerd partnerschap niet altijd. Een
geregistreerd partnerschap kan ook worden omgezet in een huwelijk. Een huwelijk naar
geregistreerd partnerschap omzetten is niet meer mogelijk. Ook wordt geregistreerd partnerschap
niet in alle landen erkend.
3.5 Aanstaande echtgenoten moeten bij de sluiting verklaren dat ze alle plichten zullen vervullen die
de wet verbindt aan het huwelijk. De belangrijkste verplichtingen zijn de zorgplicht en
informatieplicht. Er is ook een zorgplicht voor de minderjarige kinderen. Bij de informatieplicht zijn
echtgenoten verplicht elkaar te informeren over hun vermogen. Een echtgenoot heeft recht op
vergoeding wanneer er vermogen overgaat van het privévermogen van de ene echtgenoot naar het
privévermogen van de andere echtgenoot. Echtgenoten hebben elkaars toestemming nodig voor
bepaalde rechtshandelingen.
Hoofdstuk 4 – Gemeenschap van goederen en huwelijkse voorwaarden
4.1 Een gevolg van het huwelijk is dat er automatisch een wettelijke gemeenschap van goederen
ontstaat. Is het huwelijk voor 1 januari 2018 gesloten, dan is er sprake van algehele gemeenschap
van goederen (agvg). Als het huwelijk na 1 januari 2018 is gesloten, is er sprake van een beperkte
gemeenschap van goederen (bgvg). Het privévermogen dat echtgenoten voor het huwelijk hadden
blijft privé. De beperkte gemeenschap van goederen bevat de goederen die voor het huwelijk aan
echtgenoten gezamenlijk toebehoorden en alle goederen die zij tijdens het huwelijk verkrijgen. Bij
1.1 Een persoon is degene die drager van rechten en plichten kan zijn; rechtsbevoegdheid;
persoonlijkheid. Het begin van de persoonlijkheid begint bij de geboorte.
1.2 Bloedverwantschap duidt op de relatie tussen personen op basis van de geboorte uit bepaalde
ouders. Dit is biologisch bloedverwantschap. Bij juridisch bloedverwantschap bestaat er een
juridische relatie tussen personen; adoptie. Verwantschap wordt geteld door het getal der geboorte,
graden. Elke geboorte is 1 graad. Aanverwantschap bestaat door huwelijk of geregistreerd
partnerschap. Aanverwantschap wordt niet opgeheven door het eindigen van huwelijk of
geregistreerd partnerschap.
1.3 Bij family life gaat het om een nauwe persoonlijke betrekking. Er is geen wettelijke definitie van
family life. Family life kan worden verbroken door latere gebeurtenissen.
1.4 De voornaam wordt in de geboorteakte opgenomen. Voornamen kunnen worden geweigerd als
zij ongepast zijn of hetzelfde zijn als de achternaam. Voornaam wijzigen kan op verzoek van de
persoon zelf of op verzoek van zijn wettelijke vertegenwoordiger. Er moet een goede reden zijn voor
de wijziging.
1.5 Bij geboorte van het kind mogen ouders kiezen welke achternaam het krijgt m/v. De naamkeuze
van het eerste kind heeft gevolgen voor alle volgende kinderen. Indien er geen keuze wordt
gemaakt, krijgt het kind de achternaam van de vader. Is het kind 16 of 17 jaar oud op het moment
dat de familierechtelijke betrekking ontstaat, dan beslist het zelfs welke achternaam het heeft. Ook
de achternaam wordt opgenomen in de geboorteakte. De achternaam kan worden gewijzigd op
verzoek. Dit gebeurt bij Koninklijk besluit. Bij huwelijk of geregistreerd partnerschap mag je de
achternaam van je partner gebruiken. Na ontbinding mag je deze achternaam blijven gebruiken.
Hoofdstuk 2 – Woonplaats en burgerlijke stand
2.1 Met woonplaats wordt bedoeld iemands vaste adres. Woonstede is de plaats waar iemand
officieel staat ingeschreven. Als iemand geen woonstede heeft, dan wordt de plaats waar hij feitelijk
verblijft beschouwd als woonplaats, dit wordt het werkelijk verblijf genoemd, 3 maanden, 2/3 van de
tijd. De eigenlijke woonplaats kan worden verdeeld in zelfstandige woonplaats: iemand,
onafhankelijk van een ander, op een plaats woont en afhankelijke woonplaats: een afgeleide
woonplaats, afhankelijk van een wettelijk vertegenwoordiger. Er kan ook sprake zijn van een
gekozen woonplaats; dit wordt niet ingeschreven bij de BRP.
2.2 In iedere gemeente bestaan registers van geboorte, huwelijk, geregistreerd partnerschappen en
overlijden. Een ambtenaar van burgerlijke stand is een ambtenaar bij de gemeente die akte
opmaakt.
2.3 De ambtenaar van burgerlijke stand is bevoegd om een geboorteakte op te maken. Er moet
aangifte worden gedaan van de geboorte. Dit kan uitsluitend door de biologische moeder en de
andere ouder worden gedaan. Zij zijn verplicht aangifte te doen binnen 3 dagen na geboorte.
2.4 De ambtenaar van burgerlijke stand is bevoegd een overlijdensakte op te maken. Bevoegd tot
aangifte doen van overlijden is iedereen die uit eigen wetenschap kennis heeft van het overlijden,
meestal doet familie aangifte. Er is geen termijn.
H3 – Huwelijk en geregistreerd partnerschap
, 3.1 De wet erkent alleen een burgerlijk huwelijk/wettelijk huwelijk, de ambtenaar van burgerlijke
stand moet het huwelijk sluiten. Een religieus huwelijk is toegestaan, maar hiervoor moet een
wettelijk huwelijk worden gesloten, 14 dagen voor het religieus huwelijk. Aanstaande echtgenoten
moeten hun wil melden bij de ambtenaar van burgerlijke stand. Bij sluiting van het huwelijk moeten
er minimaal 2 maximaal 4 meerderjarige getuigen aanwezig zijn. Door ernstige ziekte, beperking of
verblijf in de gevangenis kan het huwelijk worden gesloten in een bijzonder huis. Bij de voltrekking
moeten mensen in persoon verschijnen.
3.2 Mensen moeten minimaal 18 jaar zijn om met elkaar te mogen trouwen. Indien er sprake is van
een geestelijke stoornis, mag er geen huwelijk worden aangegaan. De Nederlandse wet zegt dat
iemand slechts met een persoon tegelijk kan zijn getrouwd. Als iemand onder curatele is gesteld
door drank/drugsmisbruik, heeft hij toestemming nodig van zijn curator om in het huwelijk te
treden. Als iemand onder curatele is gesteld wegens een lichamelijke of geestelijke toestand, is er
toestemming van de rechter nodig. Huwelijk mag niet worden gesloten tussen bloed- en
aanverwanten inde eerste en tweede graad. Een huwelijk is niet mogelijk als partijen al een
geregistreerd partnerschap hebben. Een geregistreerd partnerschap wordt namelijk gelijkgesteld
met een huwelijk. Indien er sprake is van een van de hiervoor besproken beletselen, kan het
huwelijk worden gestuit. Dit gebeurt door middel van een akte die wordt betekend bij de ambtenaar
van burgerlijke stand. Een huwelijk kan pas worden gesloten wanneer de stuiting is opgeheven.
3.3 Nietigverklaring is mogelijk wanneer niet wordt voldaan aan de vereisten om een huwelijk aan te
gaan. De gronden voor nietigverklaring zijn terug te vinden in de wet.
3.4 De meeste wetsbepalingen inzake het huwelijk zin overeenkomstige toepassing op het
geregistreerd partnerschap. Een huwelijk wordt immers gelijkgesteld aan een geregistreerd
partnerschap. Er zijn echter ook verschillen tussen het huwelijk en geregistreerd partnerschap. Bij
het sluiten van een geregistreerd partnerschap moeten de aanstaande partners een verklaring
afleggen waaruit blijkt dat ze het partnerschap willen aangaan, deze is vormvrij en het is niet
verplicht elkaar het ja-woord te geven. Ook de beëindiging is een groot verschil. Bij ontbinden van
huwelijk is altijd de rechter nodig, bij ontbinden van het geregistreerd partnerschap niet altijd. Een
geregistreerd partnerschap kan ook worden omgezet in een huwelijk. Een huwelijk naar
geregistreerd partnerschap omzetten is niet meer mogelijk. Ook wordt geregistreerd partnerschap
niet in alle landen erkend.
3.5 Aanstaande echtgenoten moeten bij de sluiting verklaren dat ze alle plichten zullen vervullen die
de wet verbindt aan het huwelijk. De belangrijkste verplichtingen zijn de zorgplicht en
informatieplicht. Er is ook een zorgplicht voor de minderjarige kinderen. Bij de informatieplicht zijn
echtgenoten verplicht elkaar te informeren over hun vermogen. Een echtgenoot heeft recht op
vergoeding wanneer er vermogen overgaat van het privévermogen van de ene echtgenoot naar het
privévermogen van de andere echtgenoot. Echtgenoten hebben elkaars toestemming nodig voor
bepaalde rechtshandelingen.
Hoofdstuk 4 – Gemeenschap van goederen en huwelijkse voorwaarden
4.1 Een gevolg van het huwelijk is dat er automatisch een wettelijke gemeenschap van goederen
ontstaat. Is het huwelijk voor 1 januari 2018 gesloten, dan is er sprake van algehele gemeenschap
van goederen (agvg). Als het huwelijk na 1 januari 2018 is gesloten, is er sprake van een beperkte
gemeenschap van goederen (bgvg). Het privévermogen dat echtgenoten voor het huwelijk hadden
blijft privé. De beperkte gemeenschap van goederen bevat de goederen die voor het huwelijk aan
echtgenoten gezamenlijk toebehoorden en alle goederen die zij tijdens het huwelijk verkrijgen. Bij
