Samenvatting verpleegkundige kennis periode 1
Week 1
- Heb je zicht op de opbouw van de opleiding en specifiek over de opbouw van de lessen
in periode 1
- Heb je kennis van de ontwikkelingen in de gezondheidszorg
Verpleegkundige zijn professionals en geen verpleegsters
Verpleegkunde is een specialisme en geen roeping
Verpleegkunde staat naast een medisch specialist
Verpleegkunde is ook een mannenberoep
Verpleegkundigen mogen meer hun stem laten horen in het zorgbeleid
- Heb je kennis van de ontwikkeling van het beroep van de verpleegkundige
Verplegen was eerst een roeping en zorg verleende je uit naastenliefde. Het vak
verpleegkundige startte in 1853 tijdens de Krimoorlog. Er vielen veel doden en gewonden
tijdens de oorlog. Veel ongetrouwde vrouwen stonden op om voor de zieken te zorgen.
Door het hoge sterftecijfer begon Florence Nightingale na te denken. Dit kwam door de
slechte riolering in de ziekenhuizen. Ze zorgde ervoor dat verpleegkunde een serieus vak
werd en stichtte een verpleegschool buiten de kerk om. Ook buiten Engeland werd er
veel naar haar geluisterd. In 1863 werd het Rode Kruis gesticht en is nog steeds een grote
humanitaire organisatie in de wereld. De geboortedag van Florence Nightingale is nog
steeds de internationale dag van de verpleging.
Verpleegkundig leiders in de geschiedenis:
Florence Nightingale
Anna Rijnvaart
Jeanne van Lanschot Hubrecht – voor professionalisering van het vak
Frederike Meyboom
Anna van den bergh
In 1900 was er de eerste hoogleraar verpleegkunde (Anna van den Bergh).
Jan Bastiaansen – eerste voorzitter
Tijdlijn:
1853: verpleging werd meer een vak
1921: ziekenhuis werd een opleider (in-service opleiding)
1972: de eerste mbo-v en hbo-v opleiding
1977: wet tot bescherming van diploma van verpleegkunde
1993: wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (wet BIG)
1994: de eerste opleidingsprofielen voor verpleegkunde (canmedsrollen)
- Heb je kennis van het beroepsprofiel
Je hebt verschillende beroepen; verzorgende (IG), mbo, hbo, verpleegkundig specialist,
verplegingswetenschapper, hoogleraar.
- Kan je de kern van verplegen omschrijven
- Kan je een link leggen tussen de begrippen ziekte en gezondheid in relatie tot de
definitie van verplegen
Een patiënt heeft een diagnose gekregen, maar als verpleegkundige kijk je naar de mens
achter de diagnose.
- Heb je kennis van de kernbegrippen die horen bij de CanMEDS-rollen 1 Zorgverlener en
5 Gezondheidsbevorderaar in relatie tot leefstijl en ouder worden
,Week 2
- Kan je de structuur en fysiologie van gezonde slaap beschrijven (Achterberg, deel 1.
Hoofdstuk 13 slaap)
Slaapduur: hoeveelheid slaap die nodig is om iemand na het slapen uitgerust, verfrist en alert
te laten voelen.
Gezonde slaap factoren:
Slaapduur
Slaapkwaliteit
Timing van de slaap
Alertheid overdag
Functie slaap: veel theorieën, men denkt nu vooral voor lichamelijk herstel en geestelijk
welzijn.
- Kan je het gebruikelijk aantal uren voor een gezonde slaap per leeftijdscategorie
benoemen (Achterberg, deel 1. Hoofdstuk 13 slaap)
Leeftijd Slaapduur
Baby 18 uur
Kleuter 11 uur
Volwassene (18 jaar) 7 tot 9 uur
45+’er 6,5 uur
60+’er 6 uur
- Kan je de term slaapdeprivatie uitleggen (Achterberg, deel 1. Hoofdstuk 13 slaap)
Slaapdeprivatie: het beletten van een organisme (een mens of dier) om te kunnen slapen.
Het is ook een methode toegepast in slaaponderzoek om te onderzoeken wat de functie is
van slaap. Als mensen een nacht niet slapen uit zich dat in slaperigheid en sufheid. Meer
ernstige stoornissen in mentale en gedragsfuncties kunnen optreden bij perioden van
langdurige onthouding van slaap.
- Kan je de termen van slaapstoornissen die internationaal gehanteerd worden, benoemen
(Achterberg, deel 1. Hoofdstuk 13 slaap)
Dyssomnie (gestoorde slaap)
Insomnia = slapeloosheid (inslaapstoornis/doorslaapstoornis)
Hypersomnia (teveel slapen, bv narcolepsie)
Parasomnie (ongewoon gedrag tijdens slaap, worden niet wakker)
Paniekaanvallen, slaapwandelen en nachtmerries
- Kan je uitleggen wat de functies van slaap zijn (Achterberg, deel 1. Hoofdstuk 13 slaap)
Herstel van lichaam en geest
Indrukken verwerken
Spieren komen tot rust
Grotere aanmaak cellen en afweerstoffen
Afbraak van schadelijke stofwisselingsrestproducten
- Kan je uitleggen wat kenmerken van de REM- en NREM- slaap zijn (Achterberg, deel 1.
Hoofdstuk 13 slaap)
REM: Rapid Eye Movement, speelt een rol in het cognitieve hersel
NREM: Non Rapid Eye Movement, speelt een rol in het fysieke herstel
REM-slaap:
Bevat vaak dromen
Bij oudere mensen korter en neemt af
, Type Fase Naam Percentage van Kenmerken
totale slaap
NREM 1 Sluimerfase 2-5% Reactie op
prikkels
2 Lichte slaap 45-55% Ogen stil en
spieren slap
3 Diepe slaap 15-20% Reageert niet
meer op prikkel
REM 4 Droom slaap 15-25% Diepe rust,
afname
spierspanning
Een cyclus duurt 90 minuten en een gemiddelde volwassene doorloopt in een nacht 3 tot 5 cycli.
- Kan je een verband leggen tussen het waak- slaapritme en de biologische klok (Achterberg,
deel 1. Hoofdstuk 13 slaap)
Circadiaans ritme: het volgen van het 24 uurs ritme
Mensen hebben een biologische klok (officieel 25 uurs)
Externe stimuli nodig om 24 uurs ritme te krijgen
Licht
Donker
Temperatuur
Melatonine: lichaamseigen hormoon
Aanmaak stijgt tussen 1e en 10e jaar, daarna afname
Verkort inslaapduur 7 tot 24 minuten
- Kan je oorzaken en verschijnselen van slaapproblemen omschrijven
Verstoord slaappatroon: verandering in de duur of kwaliteit van de nachtrust die ongemak
veroorzaakt of een belemmering vormt voor de gewenste manier van leven.
Slapeloosheid/stoornis: minstens drie keer per week, voor minimaal drie maanden
problemen hebben met inslapen en/of doorslapen en dat leidt tot problemen in het dagelijks
functioneren.
25% van Nederland kampt met slaapklachten 1/3 zoekt hulp
80/90% van mensen die hulp zoeken heeft een insomnia: een slaapstoornis die leidt tot
slapeloosheid.
Beïnvloedende factoren insomnia:
Geslacht (2x zoveel vrouwen)
Leeftijd (ouder geeft meer slaapproblemen)
Het digitale tijdperk van nu
Slaapproblemen factoren:
Leeftidj
Activiteiten overdag
Temperatuur
Omgevingslawaai
Verstoring van vaste ritme
Stress
Verkeerde gewoontes (alcohol, sporten, tv kijken, cafeïne)
Medicijnen/ziekte/behandeling
Week 1
- Heb je zicht op de opbouw van de opleiding en specifiek over de opbouw van de lessen
in periode 1
- Heb je kennis van de ontwikkelingen in de gezondheidszorg
Verpleegkundige zijn professionals en geen verpleegsters
Verpleegkunde is een specialisme en geen roeping
Verpleegkunde staat naast een medisch specialist
Verpleegkunde is ook een mannenberoep
Verpleegkundigen mogen meer hun stem laten horen in het zorgbeleid
- Heb je kennis van de ontwikkeling van het beroep van de verpleegkundige
Verplegen was eerst een roeping en zorg verleende je uit naastenliefde. Het vak
verpleegkundige startte in 1853 tijdens de Krimoorlog. Er vielen veel doden en gewonden
tijdens de oorlog. Veel ongetrouwde vrouwen stonden op om voor de zieken te zorgen.
Door het hoge sterftecijfer begon Florence Nightingale na te denken. Dit kwam door de
slechte riolering in de ziekenhuizen. Ze zorgde ervoor dat verpleegkunde een serieus vak
werd en stichtte een verpleegschool buiten de kerk om. Ook buiten Engeland werd er
veel naar haar geluisterd. In 1863 werd het Rode Kruis gesticht en is nog steeds een grote
humanitaire organisatie in de wereld. De geboortedag van Florence Nightingale is nog
steeds de internationale dag van de verpleging.
Verpleegkundig leiders in de geschiedenis:
Florence Nightingale
Anna Rijnvaart
Jeanne van Lanschot Hubrecht – voor professionalisering van het vak
Frederike Meyboom
Anna van den bergh
In 1900 was er de eerste hoogleraar verpleegkunde (Anna van den Bergh).
Jan Bastiaansen – eerste voorzitter
Tijdlijn:
1853: verpleging werd meer een vak
1921: ziekenhuis werd een opleider (in-service opleiding)
1972: de eerste mbo-v en hbo-v opleiding
1977: wet tot bescherming van diploma van verpleegkunde
1993: wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (wet BIG)
1994: de eerste opleidingsprofielen voor verpleegkunde (canmedsrollen)
- Heb je kennis van het beroepsprofiel
Je hebt verschillende beroepen; verzorgende (IG), mbo, hbo, verpleegkundig specialist,
verplegingswetenschapper, hoogleraar.
- Kan je de kern van verplegen omschrijven
- Kan je een link leggen tussen de begrippen ziekte en gezondheid in relatie tot de
definitie van verplegen
Een patiënt heeft een diagnose gekregen, maar als verpleegkundige kijk je naar de mens
achter de diagnose.
- Heb je kennis van de kernbegrippen die horen bij de CanMEDS-rollen 1 Zorgverlener en
5 Gezondheidsbevorderaar in relatie tot leefstijl en ouder worden
,Week 2
- Kan je de structuur en fysiologie van gezonde slaap beschrijven (Achterberg, deel 1.
Hoofdstuk 13 slaap)
Slaapduur: hoeveelheid slaap die nodig is om iemand na het slapen uitgerust, verfrist en alert
te laten voelen.
Gezonde slaap factoren:
Slaapduur
Slaapkwaliteit
Timing van de slaap
Alertheid overdag
Functie slaap: veel theorieën, men denkt nu vooral voor lichamelijk herstel en geestelijk
welzijn.
- Kan je het gebruikelijk aantal uren voor een gezonde slaap per leeftijdscategorie
benoemen (Achterberg, deel 1. Hoofdstuk 13 slaap)
Leeftijd Slaapduur
Baby 18 uur
Kleuter 11 uur
Volwassene (18 jaar) 7 tot 9 uur
45+’er 6,5 uur
60+’er 6 uur
- Kan je de term slaapdeprivatie uitleggen (Achterberg, deel 1. Hoofdstuk 13 slaap)
Slaapdeprivatie: het beletten van een organisme (een mens of dier) om te kunnen slapen.
Het is ook een methode toegepast in slaaponderzoek om te onderzoeken wat de functie is
van slaap. Als mensen een nacht niet slapen uit zich dat in slaperigheid en sufheid. Meer
ernstige stoornissen in mentale en gedragsfuncties kunnen optreden bij perioden van
langdurige onthouding van slaap.
- Kan je de termen van slaapstoornissen die internationaal gehanteerd worden, benoemen
(Achterberg, deel 1. Hoofdstuk 13 slaap)
Dyssomnie (gestoorde slaap)
Insomnia = slapeloosheid (inslaapstoornis/doorslaapstoornis)
Hypersomnia (teveel slapen, bv narcolepsie)
Parasomnie (ongewoon gedrag tijdens slaap, worden niet wakker)
Paniekaanvallen, slaapwandelen en nachtmerries
- Kan je uitleggen wat de functies van slaap zijn (Achterberg, deel 1. Hoofdstuk 13 slaap)
Herstel van lichaam en geest
Indrukken verwerken
Spieren komen tot rust
Grotere aanmaak cellen en afweerstoffen
Afbraak van schadelijke stofwisselingsrestproducten
- Kan je uitleggen wat kenmerken van de REM- en NREM- slaap zijn (Achterberg, deel 1.
Hoofdstuk 13 slaap)
REM: Rapid Eye Movement, speelt een rol in het cognitieve hersel
NREM: Non Rapid Eye Movement, speelt een rol in het fysieke herstel
REM-slaap:
Bevat vaak dromen
Bij oudere mensen korter en neemt af
, Type Fase Naam Percentage van Kenmerken
totale slaap
NREM 1 Sluimerfase 2-5% Reactie op
prikkels
2 Lichte slaap 45-55% Ogen stil en
spieren slap
3 Diepe slaap 15-20% Reageert niet
meer op prikkel
REM 4 Droom slaap 15-25% Diepe rust,
afname
spierspanning
Een cyclus duurt 90 minuten en een gemiddelde volwassene doorloopt in een nacht 3 tot 5 cycli.
- Kan je een verband leggen tussen het waak- slaapritme en de biologische klok (Achterberg,
deel 1. Hoofdstuk 13 slaap)
Circadiaans ritme: het volgen van het 24 uurs ritme
Mensen hebben een biologische klok (officieel 25 uurs)
Externe stimuli nodig om 24 uurs ritme te krijgen
Licht
Donker
Temperatuur
Melatonine: lichaamseigen hormoon
Aanmaak stijgt tussen 1e en 10e jaar, daarna afname
Verkort inslaapduur 7 tot 24 minuten
- Kan je oorzaken en verschijnselen van slaapproblemen omschrijven
Verstoord slaappatroon: verandering in de duur of kwaliteit van de nachtrust die ongemak
veroorzaakt of een belemmering vormt voor de gewenste manier van leven.
Slapeloosheid/stoornis: minstens drie keer per week, voor minimaal drie maanden
problemen hebben met inslapen en/of doorslapen en dat leidt tot problemen in het dagelijks
functioneren.
25% van Nederland kampt met slaapklachten 1/3 zoekt hulp
80/90% van mensen die hulp zoeken heeft een insomnia: een slaapstoornis die leidt tot
slapeloosheid.
Beïnvloedende factoren insomnia:
Geslacht (2x zoveel vrouwen)
Leeftijd (ouder geeft meer slaapproblemen)
Het digitale tijdperk van nu
Slaapproblemen factoren:
Leeftidj
Activiteiten overdag
Temperatuur
Omgevingslawaai
Verstoring van vaste ritme
Stress
Verkeerde gewoontes (alcohol, sporten, tv kijken, cafeïne)
Medicijnen/ziekte/behandeling