H6 - Vaardigheden
6.1 REKENVAARDIGHEDEN
Rekenen in verhoudingen
- Bij een constante verhouding nemen twee grootheden met dezelfde factor toe of af.
Nauwkeurigheid en significante cijfers
- Bij vermenigvuldigen en delen kijk je naar het kleinste aantal significante cijfers van de gegevens.
- Bij optellen en aftrekken kijk je naar het kleinste aantal decimalen van gebruikte getallen
- Exacte getallen en aantallen tellen niet mee in significante cijfers.
Evenredig
- Evenredig: wordt ene grootheid n keer zo groot, wordt andere grootheid ook n keer zo groot.
- Verhouding tussen evenredige grootheden is constant.
y
- =constant of y=c ∙ x
x
Omgekeerd evenredig
- Omgekeerd evenredig: wordt ene grootheid n keer zo groot, wordt andere grootheid n keer zo
klein.
- Product van twee grootheden is constant.
- Bij een formule met drie of meer grootheden kun je het verban tussen twee grootheden herkennen
als je weet dat de andere grootheden constant zijn.
c
- y ∙ x=constant of y=
x
Grafieken bij evenredigheid
- Evenredig verband is rechte lijn door oorsprong. Hellingsgetal is gelijk aan constante verhouding
tussen de twee grootheden, evenredigheidsconstante.
- Omgekeerd evenredig verband is een symmetrisch kromme dalende lijn die nergens een as snijdt.
Het product van twee grootheden is constant voor elk punt van grafiek.
Evenredig met het kwadraat of met de wortel
- Evenredig met kwadraat: als ene grootheid met factor n toeneemt, wordt andere grootheid n2 keer
zo groot.
- Evenredig met wortel: als ene grootheid met factor n toeneemt, wordt andere grootheid √ n keer
zo groot.
Omgekeerd evenredig met kwadraat of met wortel
- Omgekeerd evenredig met kwadraat: ene grootheid factor n groter, andere grootheid n2 keer zo
klein.
- Omgekeerd evenredig met wortel: ene grootheid factor n groter, andere grootheid √ n keer zo
klein.
Coördinatentransformatie
- Bij coördinatentransformatie verander je de grootheid langs één van de assen in het diagram.
- Als bij coördinatentransformatie de meetpunten ongeveer op een rechte lijn door de oorsprong
liggen, heb je aangetoond welk type verband bij de metingen past.
6.1 REKENVAARDIGHEDEN
Rekenen in verhoudingen
- Bij een constante verhouding nemen twee grootheden met dezelfde factor toe of af.
Nauwkeurigheid en significante cijfers
- Bij vermenigvuldigen en delen kijk je naar het kleinste aantal significante cijfers van de gegevens.
- Bij optellen en aftrekken kijk je naar het kleinste aantal decimalen van gebruikte getallen
- Exacte getallen en aantallen tellen niet mee in significante cijfers.
Evenredig
- Evenredig: wordt ene grootheid n keer zo groot, wordt andere grootheid ook n keer zo groot.
- Verhouding tussen evenredige grootheden is constant.
y
- =constant of y=c ∙ x
x
Omgekeerd evenredig
- Omgekeerd evenredig: wordt ene grootheid n keer zo groot, wordt andere grootheid n keer zo
klein.
- Product van twee grootheden is constant.
- Bij een formule met drie of meer grootheden kun je het verban tussen twee grootheden herkennen
als je weet dat de andere grootheden constant zijn.
c
- y ∙ x=constant of y=
x
Grafieken bij evenredigheid
- Evenredig verband is rechte lijn door oorsprong. Hellingsgetal is gelijk aan constante verhouding
tussen de twee grootheden, evenredigheidsconstante.
- Omgekeerd evenredig verband is een symmetrisch kromme dalende lijn die nergens een as snijdt.
Het product van twee grootheden is constant voor elk punt van grafiek.
Evenredig met het kwadraat of met de wortel
- Evenredig met kwadraat: als ene grootheid met factor n toeneemt, wordt andere grootheid n2 keer
zo groot.
- Evenredig met wortel: als ene grootheid met factor n toeneemt, wordt andere grootheid √ n keer
zo groot.
Omgekeerd evenredig met kwadraat of met wortel
- Omgekeerd evenredig met kwadraat: ene grootheid factor n groter, andere grootheid n2 keer zo
klein.
- Omgekeerd evenredig met wortel: ene grootheid factor n groter, andere grootheid √ n keer zo
klein.
Coördinatentransformatie
- Bij coördinatentransformatie verander je de grootheid langs één van de assen in het diagram.
- Als bij coördinatentransformatie de meetpunten ongeveer op een rechte lijn door de oorsprong
liggen, heb je aangetoond welk type verband bij de metingen past.