PRAKTISCH EUROPEES RECHT samenvatting

Praktisch Europees recht samenvatting
Hoofdstuk 1 Europese Unie

1.1

Internationaal recht: regelt alle afspraken tussen staten en worden in verdragen vastgelegd

Staatssoevereiniteit: De overheid heeft de ultieme beslissingsbevoegdheid op het
grondgebied van de staat en is de enige die wet- en regelgeving kan opstellen.

Soevereiniteit overdragen art. 50 VWEU

Soevereiniteit onvrijwillig beperkt: als een staat wordt binnengevallen door een ander land en
dat andere land de macht overneemt.

Er zijn twee soorten internationale organisaties
 Gouvernementele organisaties:
- een samenwerkingsverband tussen twee staten
- geen beslissingsbevoegdheid afstaan: intergouvernementele organisaties
(samenwerking tussen lidstaten)
- wel beslissingsbevoegdheid afstaan: supranationale organisatie (staat boven
lidstaten)

 Non-gouvernementele organisaties:
Een groep personen die een organisatie oprichten hebben geen stemrecht maar een
adviserende rol

1.2 de EU en haar doelstellingen

Op dit moment zijn in de EU de volgende twee verdragen van kracht:
• het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU);
• het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU)

Belangrijkste doelstelling:
Vrede en welzijn, het creëren van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, het oprichten
en voltooien van de interne markt, het instellen van een Economische en Monetaire Unie
(EMU) en het beschermen van mensenrechten.

Instrumenten EU

negatieve integratie: uitvaardigen van verboden: “je mag niet”, “het is verboden”
positieve integratie : uitvaardigen van geboden: “je moet”

1.3 interne markt

onderdelen interne markt:

 regels op het gebied van vrij verkeer (handelsstroom mag niet belemmert worden)
 verbod op staatssteun (oneerlijke concurrentie)
 mededingingsrecht. (verbod op kartels en misbruik maken van machtspositie)

, kartelvorming: als er afspraken worden gemaakt tussen bedrijven over de prijs die ze voor
producten vragen waardoor de concurrentie wordt beperkt en ze consumenten te veel
vragen.

Voordelen van vrije handel

Vrije handel zorgt ervoor dat de afzetmarkt van goederen en diensten wordt
vergroot en dat de arbeidsmarktperspectieven van personen worden vergroot.
maakt het voor landen aantrekkelijker om zich te specialiseren in het aanbieden van
bepaalde producten of diensten. Schaalvergroting en specialisatie verstevigen potentieel de
concurrentiepositie van bedrijven en verhogen mogelijk de omzet. Meer concurrentie,
concurrentie zorgt doorgaans voor een lagere prijs en een betere kwaliteit en keuzevrijheid

Samengevat:
 vrije handel
 specialisatie
 schaalvergroting
 lagere prijzen en keuzevrijheid
 hogere consumentenwelvaart

Nadelen van vrije handel

 Protectionisme: het beschermen van de nationale economie. De overheid is
verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de nationale economie.
 Meer concurrentie waardoor kleine bedrijven moeite hebben om hun hoofd boven
water te houden.
 Nederlandse bedrijven moeten concurreren met bedrijven uit andere lidstaten

1.4 beginselen

Gelijkheidsbeginsel (art. 18 VWEU) > Het gaat hier om gelijkheid op basis van nationaliteit

evenredigheidsbeginsel: houdt in dat altijd het minst belemmerende alternatief gebruikt moet
worden om het doel te bereiken.




Hoofdstuk 2 instellingen van Europese Unie