Jeugdhulpverlening in een gedwongen kader
Een delictvrije toekomst
Hoofdstuk 1: Op zoek naar balans
‘Risicojongeren’ is een brede term: van jongeren met psychosociale klachten via jongeren die
maatschappelijk grensoverschrijdend gedrag laten zien tot delictplegers. Veel gedetineerde jongeren
hebben last van psychische stoornissen. Er zijn aanwijzingen dat een deel van de kinderen die voor
hun 12e norm overtredend gedrag laten zien, een criminele carrière opbouwen en de samenleving
later veel schade toebrengt.
1.1 Balansmodel
Risicojongeren = jongeren die het risico lopen in hun lichamelijke, psychische, sociale of cognitieve
ontwikkeling naar volwassenheid te worden belemmerd. Risicofactor = er bestaat een grotere
statistische kans op de ontwikkeling van stoornissen dan wanneer deze factor niet aanwezig is.
Beschermende factoren = deze kunnen de negatieve effecten van risicofactoren wegnemen of
verminderen. De wisselwerking tussen risico- en beschermende factoren bepaalt hoe de balans
tussen de individuele draaglast en draagkracht eruitziet.
Met het balansmodel kan in kaart worden gebracht op welke punten de kracht van de jeugdige of zijn
omgeving kan worden ingezet en waar extra steun nodig is. Er wordt onderscheid gemaakt tussen
factoren op micro-, meso- en macroniveau:
Microniveau: individuele kenmerken: eigenschappen van het kind en van de ouders.
Risicofactoren: bijv. verstandelijk beperkt, negatieve zelfbeeld, hyperactiviteit. Beschermende:
hoge intelligentie, positief zelfbeeld, gevoel voor humor, sociale competentie. Ingrijpende
gebeurtenissen kunnen ook een rol spelen.
Mesoniveau: sociale kenmerken: gezins-, school- en buurtfactoren.
De kracht van het netwerk, sociale bindingen en de kwaliteit van de buurt, de invloed van
school en vrienden. In de puberteit worden vrienden steeds belangrijker, de ‘peer group’ krijgt
meer invloed. Leeftijdsgenoten zijn niet de directe oorzaak van deviant gedrag, er is sprake
van een mediërend effect. De oorsprong van het gedrag zou vroeger in de ontwikkeling
liggen. Doordat er voordat ze naar school gaan al sprake is van moeilijk gedrag komen ze
terecht in deviante vriendengroepjes.
Macroniveau: maatschappelijke kenmerken: voorzieningen, sociaaleconomische positie en
intolerantie. Beschermende: baan, voldoende financiën, tolerante omgeving.
Ongunstige maatschappelijke omstandigheden kunnen de kans op problemen verhogen,
maar niet verklaren.
1 risicofactor heeft weinig invloed op het gezinssysteem, de opvoeding en ontwikkeling van kinderen.
Bij een opeenstapeling waarbij onvoldoende beschermende factoren zijn, ontstaat er een disbalans.
Dit kan in elk milieu voorkomen, maar er lijkt een verband te bestaan tussen een zwakke
maatschappelijke positie en risicocumulatie.
Allochtone jongeren zijn binnen de groep risicojongeren sterk vertegenwoordigd. Maatschappelijke
kwetsbaarheid = een zichzelf versterkend proces van mislukking en achterstelling. Er zijn
onvoldoende hulpbronnen om om te gaan met moeilijkheden. Problemen op 1 gebied kunnen hierdoor
uitgroeien tot problemen op meerdere gebieden, m.a.g. een verdere achterstelling en een
vermindering van het probleemoplossend vermogen. Daarbij hebben maatschappelijk kwetsbaren
vaak een negatieve identiteit. Maatschappelijke kwetsbaarheid worden gekenmerkt door:
1. Structureel aspect: slechte startpositie van kinderen dor de maatschappelijk kwetsbare positie
van hun ouders.
2. Cultureel aspect: vraag en aanbod zijn niet goed op elkaar afgestemd door kloof tussen
instellingen en hulpvragers.
3. Cumulatief aspect: problemen op een gebieden hebben en versterkende werking op andere
gebieden. De achterstelling wordt vergroot en het probleemoplossend vermogen wordt
verminderd.
De problemen van ouders en gebrek aan het geven van steun versterken de maatschappelijke
kwetsbaarheid van allochtone jongeren reproductie van de kwetsbaarheid. Daarnaast kunnen
allochtone jongeren in een identiteits- en loyaliteitsconflict of culturele dissonantie terecht komen. De
normen en waarden van de ouders verschillen met die van de omgeving waardoor kinderen
Een delictvrije toekomst
Hoofdstuk 1: Op zoek naar balans
‘Risicojongeren’ is een brede term: van jongeren met psychosociale klachten via jongeren die
maatschappelijk grensoverschrijdend gedrag laten zien tot delictplegers. Veel gedetineerde jongeren
hebben last van psychische stoornissen. Er zijn aanwijzingen dat een deel van de kinderen die voor
hun 12e norm overtredend gedrag laten zien, een criminele carrière opbouwen en de samenleving
later veel schade toebrengt.
1.1 Balansmodel
Risicojongeren = jongeren die het risico lopen in hun lichamelijke, psychische, sociale of cognitieve
ontwikkeling naar volwassenheid te worden belemmerd. Risicofactor = er bestaat een grotere
statistische kans op de ontwikkeling van stoornissen dan wanneer deze factor niet aanwezig is.
Beschermende factoren = deze kunnen de negatieve effecten van risicofactoren wegnemen of
verminderen. De wisselwerking tussen risico- en beschermende factoren bepaalt hoe de balans
tussen de individuele draaglast en draagkracht eruitziet.
Met het balansmodel kan in kaart worden gebracht op welke punten de kracht van de jeugdige of zijn
omgeving kan worden ingezet en waar extra steun nodig is. Er wordt onderscheid gemaakt tussen
factoren op micro-, meso- en macroniveau:
Microniveau: individuele kenmerken: eigenschappen van het kind en van de ouders.
Risicofactoren: bijv. verstandelijk beperkt, negatieve zelfbeeld, hyperactiviteit. Beschermende:
hoge intelligentie, positief zelfbeeld, gevoel voor humor, sociale competentie. Ingrijpende
gebeurtenissen kunnen ook een rol spelen.
Mesoniveau: sociale kenmerken: gezins-, school- en buurtfactoren.
De kracht van het netwerk, sociale bindingen en de kwaliteit van de buurt, de invloed van
school en vrienden. In de puberteit worden vrienden steeds belangrijker, de ‘peer group’ krijgt
meer invloed. Leeftijdsgenoten zijn niet de directe oorzaak van deviant gedrag, er is sprake
van een mediërend effect. De oorsprong van het gedrag zou vroeger in de ontwikkeling
liggen. Doordat er voordat ze naar school gaan al sprake is van moeilijk gedrag komen ze
terecht in deviante vriendengroepjes.
Macroniveau: maatschappelijke kenmerken: voorzieningen, sociaaleconomische positie en
intolerantie. Beschermende: baan, voldoende financiën, tolerante omgeving.
Ongunstige maatschappelijke omstandigheden kunnen de kans op problemen verhogen,
maar niet verklaren.
1 risicofactor heeft weinig invloed op het gezinssysteem, de opvoeding en ontwikkeling van kinderen.
Bij een opeenstapeling waarbij onvoldoende beschermende factoren zijn, ontstaat er een disbalans.
Dit kan in elk milieu voorkomen, maar er lijkt een verband te bestaan tussen een zwakke
maatschappelijke positie en risicocumulatie.
Allochtone jongeren zijn binnen de groep risicojongeren sterk vertegenwoordigd. Maatschappelijke
kwetsbaarheid = een zichzelf versterkend proces van mislukking en achterstelling. Er zijn
onvoldoende hulpbronnen om om te gaan met moeilijkheden. Problemen op 1 gebied kunnen hierdoor
uitgroeien tot problemen op meerdere gebieden, m.a.g. een verdere achterstelling en een
vermindering van het probleemoplossend vermogen. Daarbij hebben maatschappelijk kwetsbaren
vaak een negatieve identiteit. Maatschappelijke kwetsbaarheid worden gekenmerkt door:
1. Structureel aspect: slechte startpositie van kinderen dor de maatschappelijk kwetsbare positie
van hun ouders.
2. Cultureel aspect: vraag en aanbod zijn niet goed op elkaar afgestemd door kloof tussen
instellingen en hulpvragers.
3. Cumulatief aspect: problemen op een gebieden hebben en versterkende werking op andere
gebieden. De achterstelling wordt vergroot en het probleemoplossend vermogen wordt
verminderd.
De problemen van ouders en gebrek aan het geven van steun versterken de maatschappelijke
kwetsbaarheid van allochtone jongeren reproductie van de kwetsbaarheid. Daarnaast kunnen
allochtone jongeren in een identiteits- en loyaliteitsconflict of culturele dissonantie terecht komen. De
normen en waarden van de ouders verschillen met die van de omgeving waardoor kinderen