Week 1: fiscale theorie
Belasting
- Belastingen zijn een verplichte afdracht aan de overheid, anders dan bij wijze van straf,
gebaseerd op een wettelijke regeling, zonder dat er een directe tegenprestatie tegenover
staat.
- Staat GEEN tegenprestatie tegenover, bij retributies en premies WEL
Fiscaal legaliteitsbeginsel art. 104 Gw
- Inbreuk eigendomsrecht
- Zorgen voor rechtszekerheid
Essentialia van een belasting
1. Subject (de belastingplichtige, persoon die de belasting moet betalen)
2. Object (belastinggrondslag, waarvan wordt de belasting geheven?, bijv. inkomen)
Arbeid, kapitaal of consumptie
3. Tarief (hoeveel belasting wordt geheven?)
4. Heffingsgrondslag (wijze van heffing, 2 vormen, namelijk aanslagbelasting en
aangiftebelasting, onderverdeeld in voldoening, betaling van belasting op vrijwillige basis en
afdracht, betalen van een belasting op basis van een wettelijke verplichting)
Verschuldigde belasting= object x tarief
Materieel belastingrecht // subject, object, tarief
- Alle regels met betrekking tot de omvang van de belastingschuld.
Formeel belastingrecht // heffingsmethode
- Alle regels met betrekking tot wijze waarop de belastingschuld wordt vastgesteld en
ingevorderd.
Directe belasting // persoon betaalt uit inkomen etc.
- Geheven op inkomen, winst of vermogen, dus inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting
en vermogensbelasting.
Indirecte belasting // consument betaalt via aankoop goed, dienst
- Geheven op goederen en diensten, meestal betaalt door de consument, dus accijnzen, btw
,Functies van belastingheffing
1. Budgettaire functie, (schatkist overheid heeft geld nodig) Belastingheffing, want er is geld
nodig, heeft een 3 beginselen,
Draagkrachtbeginsel, hoe meer draagkracht, hoe meer belasting (fiscaal oerbeginsel,
rijke mensen betalen meer belasting)
Profijtbeginsel, hoe meer profijt van publieke voorzieningen, hoe meer belasting (denk
aan bedrijvenbelasting, die maken gebruik van NL infra)
Buitenkansbeginsel, hoe meer meevallers, hoe meer belasting (niet voor ingespannen
dingen, zoals casinoprijs of erfenis, dan meer belasting)
2. Herverdelingsfunctie, fiscale inkomenspolitiek via progressieve tarieven in de
inkomstenbelasting (denk aan heffingskorting in de inkomstenbelasting)
MAAR verzilveringsprobleem, weinig inkomen, dus heeft weinig aan de korting, want
betaald al weinig belasting
3. Instrumentele functie, belastingen stimuleren zaken die de maatschappij belangrijk vindne en
ontmoedigen de zaken die de maatschappij onwenselijk vinden (bijv. werkgelegenheid,
klimaat en roken, milieuvervuiling)
Week 2: Box 1 van de inkomstenbelasting
Box 1
- Winst uit onderneming, loonbelasting uit dienstbetrekking en resultaat uit overige
werkzaamheden. (en eigen woning, wordt behandeld in week 3)
Boxensysteem
- Elk box heeft zijn eigen regels met eigen tarieven, gesloten systeem, dus geen verliesrekening
TUSSEN de boxen.
Box 1 inkomen uit werk en woning, actief inkomen
- Progressief
Box 2 inkomen uit aanmerkelijk belang
- Voordelen uit een belang van een belang van meer dan 5% in een bedrijf
Box 3 inkomen uit sparen en beleggen
- Vermogen van de natuurlijke persoon
Box 1, belastingheffing op arbeidsinkomen kan je in 3 splitsen
1. Belastbare winst uit onderneming
2. Belastbaar loon
3. Resultaat uit overige inkomsten
, Rangorde regeling
- Art. 2.14 lid 1 Wet IB 2001, volgorde hoe inkomen moet worden genoten.
1. Aandelen
Ondernemingsvermogen box 1
Aanmerkelijk belang box 2
Belegging box 3
2. Onroerende zaak
Ondernemingsvermogen box 1
Eigen woning box 1
Belegging box 3
3. Arbeid
Verricht als ondernemer box 1
Verricht in dienstbetrekking box 1
Resultaat uit overige werkzaamheid box 3
Bronnentheorie
- Inkomen is alles wat iemand uit een bron heeft genoten.
3 voorwaarden aan een bron van inkomen
1. Deelname aan economisch verkeer JA, Buiten familiesfeer, NEE, binnen familiesfeer, tenzij
wederzijdse hulp & bijstand te buiten.
2. Voordeel beogen (subjectief vereiste, moeilijk te bewijzen) NEE, vriendendienst
3. Redelijkerwijs voordeel verwachten (je verricht een handeling niet zomaar, je beoogt
voordeel ermee te bereiken. Vanuit objectief oogpunt ook te verwachten dat je voordeel zal
behalen hiermee) JA, voorzienbaar verliesgevend, JA, speculatie
…………………………………………….
Is het een bron van inkomen? Jurisprudentie
1. Bankoverval-arrest
Is het behaalde voordeel uit diefstal belastbaar? JA in economisch verkeer behaalde
voordelen zijn belastbaar
2. Verzorgen zieke echtgenoot arrest
Is het zorgen voor je echtgenoot een bron van inkomen? NEE want binnen het kader
van tussen echtgenoten gebruikelijke wederzijdse hulp of bijstand = niet verricht in
economisch verkeer.
3. Verzorgen gehandicapte zoon uit PGB arrest
Is het PGB dat bedoeld is voor de zorg in koop voor de gehandicapte zoon een bron van
inkomen? JA irrelevant of het familie is of niet, want dit valt ALTIJD in het economisch
verkeer.
Belasting
- Belastingen zijn een verplichte afdracht aan de overheid, anders dan bij wijze van straf,
gebaseerd op een wettelijke regeling, zonder dat er een directe tegenprestatie tegenover
staat.
- Staat GEEN tegenprestatie tegenover, bij retributies en premies WEL
Fiscaal legaliteitsbeginsel art. 104 Gw
- Inbreuk eigendomsrecht
- Zorgen voor rechtszekerheid
Essentialia van een belasting
1. Subject (de belastingplichtige, persoon die de belasting moet betalen)
2. Object (belastinggrondslag, waarvan wordt de belasting geheven?, bijv. inkomen)
Arbeid, kapitaal of consumptie
3. Tarief (hoeveel belasting wordt geheven?)
4. Heffingsgrondslag (wijze van heffing, 2 vormen, namelijk aanslagbelasting en
aangiftebelasting, onderverdeeld in voldoening, betaling van belasting op vrijwillige basis en
afdracht, betalen van een belasting op basis van een wettelijke verplichting)
Verschuldigde belasting= object x tarief
Materieel belastingrecht // subject, object, tarief
- Alle regels met betrekking tot de omvang van de belastingschuld.
Formeel belastingrecht // heffingsmethode
- Alle regels met betrekking tot wijze waarop de belastingschuld wordt vastgesteld en
ingevorderd.
Directe belasting // persoon betaalt uit inkomen etc.
- Geheven op inkomen, winst of vermogen, dus inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting
en vermogensbelasting.
Indirecte belasting // consument betaalt via aankoop goed, dienst
- Geheven op goederen en diensten, meestal betaalt door de consument, dus accijnzen, btw
,Functies van belastingheffing
1. Budgettaire functie, (schatkist overheid heeft geld nodig) Belastingheffing, want er is geld
nodig, heeft een 3 beginselen,
Draagkrachtbeginsel, hoe meer draagkracht, hoe meer belasting (fiscaal oerbeginsel,
rijke mensen betalen meer belasting)
Profijtbeginsel, hoe meer profijt van publieke voorzieningen, hoe meer belasting (denk
aan bedrijvenbelasting, die maken gebruik van NL infra)
Buitenkansbeginsel, hoe meer meevallers, hoe meer belasting (niet voor ingespannen
dingen, zoals casinoprijs of erfenis, dan meer belasting)
2. Herverdelingsfunctie, fiscale inkomenspolitiek via progressieve tarieven in de
inkomstenbelasting (denk aan heffingskorting in de inkomstenbelasting)
MAAR verzilveringsprobleem, weinig inkomen, dus heeft weinig aan de korting, want
betaald al weinig belasting
3. Instrumentele functie, belastingen stimuleren zaken die de maatschappij belangrijk vindne en
ontmoedigen de zaken die de maatschappij onwenselijk vinden (bijv. werkgelegenheid,
klimaat en roken, milieuvervuiling)
Week 2: Box 1 van de inkomstenbelasting
Box 1
- Winst uit onderneming, loonbelasting uit dienstbetrekking en resultaat uit overige
werkzaamheden. (en eigen woning, wordt behandeld in week 3)
Boxensysteem
- Elk box heeft zijn eigen regels met eigen tarieven, gesloten systeem, dus geen verliesrekening
TUSSEN de boxen.
Box 1 inkomen uit werk en woning, actief inkomen
- Progressief
Box 2 inkomen uit aanmerkelijk belang
- Voordelen uit een belang van een belang van meer dan 5% in een bedrijf
Box 3 inkomen uit sparen en beleggen
- Vermogen van de natuurlijke persoon
Box 1, belastingheffing op arbeidsinkomen kan je in 3 splitsen
1. Belastbare winst uit onderneming
2. Belastbaar loon
3. Resultaat uit overige inkomsten
, Rangorde regeling
- Art. 2.14 lid 1 Wet IB 2001, volgorde hoe inkomen moet worden genoten.
1. Aandelen
Ondernemingsvermogen box 1
Aanmerkelijk belang box 2
Belegging box 3
2. Onroerende zaak
Ondernemingsvermogen box 1
Eigen woning box 1
Belegging box 3
3. Arbeid
Verricht als ondernemer box 1
Verricht in dienstbetrekking box 1
Resultaat uit overige werkzaamheid box 3
Bronnentheorie
- Inkomen is alles wat iemand uit een bron heeft genoten.
3 voorwaarden aan een bron van inkomen
1. Deelname aan economisch verkeer JA, Buiten familiesfeer, NEE, binnen familiesfeer, tenzij
wederzijdse hulp & bijstand te buiten.
2. Voordeel beogen (subjectief vereiste, moeilijk te bewijzen) NEE, vriendendienst
3. Redelijkerwijs voordeel verwachten (je verricht een handeling niet zomaar, je beoogt
voordeel ermee te bereiken. Vanuit objectief oogpunt ook te verwachten dat je voordeel zal
behalen hiermee) JA, voorzienbaar verliesgevend, JA, speculatie
…………………………………………….
Is het een bron van inkomen? Jurisprudentie
1. Bankoverval-arrest
Is het behaalde voordeel uit diefstal belastbaar? JA in economisch verkeer behaalde
voordelen zijn belastbaar
2. Verzorgen zieke echtgenoot arrest
Is het zorgen voor je echtgenoot een bron van inkomen? NEE want binnen het kader
van tussen echtgenoten gebruikelijke wederzijdse hulp of bijstand = niet verricht in
economisch verkeer.
3. Verzorgen gehandicapte zoon uit PGB arrest
Is het PGB dat bedoeld is voor de zorg in koop voor de gehandicapte zoon een bron van
inkomen? JA irrelevant of het familie is of niet, want dit valt ALTIJD in het economisch
verkeer.
