1. De huid (= veelzijdig orgaan)
Bevat receptoren die pijn, tast, druk, warmte en koude waarnemen.
Functies:
• Lichaamstemperatuur regelen (bij daling is er minder doorbloeding en bij
stijging een verhoogde doorbloeding) Bij verdamping van transpiratievocht
wordt warmte aan het lichaam onttrokken. Functie van de zweetklieren: op peil
houden van lichaamstemperatuur.
• Uitscheiden van stoffen: Uitgescheiden vocht bevat zouten en
afbraakproducten.
• Waarnemen:
Thermoceptie: warmte en koude
Nociceptie: pijn
Tastzin: druk
• Bescherming: tegen invloeden van buitenaf. (bacteriën, zonnestralen)
• Opslaan van vet in het onderhuids bindweefsel: deze buffervoorraad word
gebruikt bij vermagering
• Vitamine D vorming: van belang voor afzetting van kalkzouten in groeiend
botweefsel. Bij gebrek krijg je Rachitis (Engelse ziekte)
De bouw:
De huid heet cutis vernieuwt voortdurend en bestaat uit 3 lagen:
• Opperhuid (epidermis) Bevat geen bloedvaten.
Is de buitenste laag die bestaat uit een
- hoornlaag (stratum corneum) dit zijn dode cellen die dagelijks worden
aangevuld door de moederlaag. ▼
- moederlaag (kiemlaag of stratum basale) ligt onder de hoornlaag. Deze
cellen vermenigvuldigen zich door deling. Deze kubusvormige epitheel
cellen worden platter als ze naar boven schuiven doordat ze de celkern en
het vocht verliezen. Het protoplasma in deze cellen vormt de hoornstof die
uiteindelijk wordt afgestoten als hoornlaag. In de cellen bevinden zich ook
pigmentkorrels die de kleur van de huid bepalen en beschermen tegen zon
• De lederhuid (dermis) is de tweede laag
, Een grillige grens met de epidermis. De lederhuid is een laag van bindweefsel
met veel bloedvaten en zenuwen. De cellen van de opperhuid▲
(epitheelcellen) worden gevoed door de bloedvaten van de lederhuid.
In deze laag zitten de receptoren van pijn tast en temperatuur. Daarnaast vind
je hier ook de zweetklieren, talgklieren en haarwortels. Zweet heeft naast een
koelende werking ook een tweede werking: het helpt afvalproducten als ureum
en melkzuur kwijt te raken. De haren op het lichaam dringen met wortel door
in de lederhuid die omwikkelt is met een speciale schacht: haarfollikel. Aan de
onderzijde wordt het haar gevoed door een haarvat, hieraan zit ook een
spiertje. Bij kippenvel trekken de spiertjes samen en wordt door de haartjes de
warmte vastgehouden. Elke schacht, haarfollikel staat in verbinding met een
talgklier. De talgklier scheidt olie (talg) af die het haar soepel houdt en
beschermt ook tegen micro-organismen. (overmatige talgproductie = acne)
• Onderhuids bindweefsel (subcutis) is de derde laag
en bestaat uit losmazig bindweefsel en vormt verbinding tussen opperhuid en
lederhuid en tussen spieren en botten. Is grotendeels gevuld met vet en bevat
ook bloedvaten en zenuwvezels. Functie: dient als reservevoedselbron,
warmte-isolatie en beschermlaag.
1.2.3. Borstklieren
Borsten bestaan uit melkklieren die beschermd worden door vetweefsels. De
borstklier bestaat uit 20 kwabjes (trosjes) die melk produceren. De melk wordt
verzameld in buisjes die naar de tepel voeren. Rond de tepel zitten talgklieren
die de tepel bevochtigen (zwellinkjes) het grootste gedeelte van de borst
bestaat uit vet en bind weefsel.
1.2.4 nagels (hoornplaatjes)
Liggen op een nagelbed en worden vastgehouden door de nagelwal. De
nagelriem beschermt aan de achterkant. Onder de huid aan de achterkant ligt
de nagelwortel (hier vind lengtegroei plaats). De diktegroei vind plaats vanuit
het nagelbed (door afzetting van hoorncellen)
3. slijmvliezen
De mond, neus, anus en vagina staan in verbinding met de buitenkant van het
lichaam. Ze zijn bekleed met slijmvlies (slijmvlies bevatten cellen die slijm
produceren waardoor vliezen vochtig blijven) dit is noodzakelijk!
4. Gebit
Een volwassene heeft 32 gebitselementen en 4 kaakhelften. Elke kaakhelft
bevat:
- 2 snijtanden (voedsel afbijten)
Bevat receptoren die pijn, tast, druk, warmte en koude waarnemen.
Functies:
• Lichaamstemperatuur regelen (bij daling is er minder doorbloeding en bij
stijging een verhoogde doorbloeding) Bij verdamping van transpiratievocht
wordt warmte aan het lichaam onttrokken. Functie van de zweetklieren: op peil
houden van lichaamstemperatuur.
• Uitscheiden van stoffen: Uitgescheiden vocht bevat zouten en
afbraakproducten.
• Waarnemen:
Thermoceptie: warmte en koude
Nociceptie: pijn
Tastzin: druk
• Bescherming: tegen invloeden van buitenaf. (bacteriën, zonnestralen)
• Opslaan van vet in het onderhuids bindweefsel: deze buffervoorraad word
gebruikt bij vermagering
• Vitamine D vorming: van belang voor afzetting van kalkzouten in groeiend
botweefsel. Bij gebrek krijg je Rachitis (Engelse ziekte)
De bouw:
De huid heet cutis vernieuwt voortdurend en bestaat uit 3 lagen:
• Opperhuid (epidermis) Bevat geen bloedvaten.
Is de buitenste laag die bestaat uit een
- hoornlaag (stratum corneum) dit zijn dode cellen die dagelijks worden
aangevuld door de moederlaag. ▼
- moederlaag (kiemlaag of stratum basale) ligt onder de hoornlaag. Deze
cellen vermenigvuldigen zich door deling. Deze kubusvormige epitheel
cellen worden platter als ze naar boven schuiven doordat ze de celkern en
het vocht verliezen. Het protoplasma in deze cellen vormt de hoornstof die
uiteindelijk wordt afgestoten als hoornlaag. In de cellen bevinden zich ook
pigmentkorrels die de kleur van de huid bepalen en beschermen tegen zon
• De lederhuid (dermis) is de tweede laag
, Een grillige grens met de epidermis. De lederhuid is een laag van bindweefsel
met veel bloedvaten en zenuwen. De cellen van de opperhuid▲
(epitheelcellen) worden gevoed door de bloedvaten van de lederhuid.
In deze laag zitten de receptoren van pijn tast en temperatuur. Daarnaast vind
je hier ook de zweetklieren, talgklieren en haarwortels. Zweet heeft naast een
koelende werking ook een tweede werking: het helpt afvalproducten als ureum
en melkzuur kwijt te raken. De haren op het lichaam dringen met wortel door
in de lederhuid die omwikkelt is met een speciale schacht: haarfollikel. Aan de
onderzijde wordt het haar gevoed door een haarvat, hieraan zit ook een
spiertje. Bij kippenvel trekken de spiertjes samen en wordt door de haartjes de
warmte vastgehouden. Elke schacht, haarfollikel staat in verbinding met een
talgklier. De talgklier scheidt olie (talg) af die het haar soepel houdt en
beschermt ook tegen micro-organismen. (overmatige talgproductie = acne)
• Onderhuids bindweefsel (subcutis) is de derde laag
en bestaat uit losmazig bindweefsel en vormt verbinding tussen opperhuid en
lederhuid en tussen spieren en botten. Is grotendeels gevuld met vet en bevat
ook bloedvaten en zenuwvezels. Functie: dient als reservevoedselbron,
warmte-isolatie en beschermlaag.
1.2.3. Borstklieren
Borsten bestaan uit melkklieren die beschermd worden door vetweefsels. De
borstklier bestaat uit 20 kwabjes (trosjes) die melk produceren. De melk wordt
verzameld in buisjes die naar de tepel voeren. Rond de tepel zitten talgklieren
die de tepel bevochtigen (zwellinkjes) het grootste gedeelte van de borst
bestaat uit vet en bind weefsel.
1.2.4 nagels (hoornplaatjes)
Liggen op een nagelbed en worden vastgehouden door de nagelwal. De
nagelriem beschermt aan de achterkant. Onder de huid aan de achterkant ligt
de nagelwortel (hier vind lengtegroei plaats). De diktegroei vind plaats vanuit
het nagelbed (door afzetting van hoorncellen)
3. slijmvliezen
De mond, neus, anus en vagina staan in verbinding met de buitenkant van het
lichaam. Ze zijn bekleed met slijmvlies (slijmvlies bevatten cellen die slijm
produceren waardoor vliezen vochtig blijven) dit is noodzakelijk!
4. Gebit
Een volwassene heeft 32 gebitselementen en 4 kaakhelften. Elke kaakhelft
bevat:
- 2 snijtanden (voedsel afbijten)
