Paragraaf 5
Genen aan- of uitzetten
Elke cel heeft hetzelfde DNA. Omdat niet alle cellen dezelfde functie hebben, zetten regelgenen
genen aan of uit. Sommige stukken DNA zijn actief, andere niet. De eiwitten (regelgenen) blijven op
hun plek tijdens de celcyclus.
Noodrem op celdeling
Er vindt continu celdeling plaats, het is dus erg belangrijk dat er geen kopieerfouten worden
gemaakt. Daar zorgt p53 voor, deze regelt de duur van de G1-fase. Als een cel de fouten niet meer
kan herstellen, pleegt hij zelfmoord (apoptose). Ook geeft apoptose je lichaam vorm.
Goedaardige en kwaadaardige tumoren
Een tumor is een overmatige celdeling. Alle cellen krijgen dus dezelfde mutatie. Een tumor kan een
weefsel beschadigen. Ook kunnen tumorcellen loslaten, via bloedvaten of lymfevaten verspreiden ze
zich, waarna deze uitgroeit tot een nieuwe tumor. Dit heet metasteren. In nauwe haarvaten lopen
de cellen vaak vast.
Een goedaardige tumor groeit andere weefsels niet in en kan zich niet uitzaaien omdat hij een laagje
bindweefsel om zich heeft.
Behandeling van kanker
Er zijn drie meest gebruikte behandelingen:
1. Radiotherapie: hoge energetische straling. Maar maakt niet alleen kankercellen kapot, ook
gezonde -> vermoeidheid.
2. Chirurgie: Tumor wordt uit het lichaam gehaald, maar alle tumorcellen moeten verwijderd
worden om herhaling te voorkomen.
3. Chemotherapie: kan via injectie, infuus of pillen. Ook gezonde cellen komen hiermee in
aanraking -> kaal- en misselijkheid
Nieuwe therapieën
Een tumor heeft veel voedingsstoffen nodig, daarom wordt er een aanvoerend bloedvat gevormd.
Nieuwe geneesmiddelen hechten zich aan de receptoren waardoor deze niet kan groeien.
Genen aan- of uitzetten
Elke cel heeft hetzelfde DNA. Omdat niet alle cellen dezelfde functie hebben, zetten regelgenen
genen aan of uit. Sommige stukken DNA zijn actief, andere niet. De eiwitten (regelgenen) blijven op
hun plek tijdens de celcyclus.
Noodrem op celdeling
Er vindt continu celdeling plaats, het is dus erg belangrijk dat er geen kopieerfouten worden
gemaakt. Daar zorgt p53 voor, deze regelt de duur van de G1-fase. Als een cel de fouten niet meer
kan herstellen, pleegt hij zelfmoord (apoptose). Ook geeft apoptose je lichaam vorm.
Goedaardige en kwaadaardige tumoren
Een tumor is een overmatige celdeling. Alle cellen krijgen dus dezelfde mutatie. Een tumor kan een
weefsel beschadigen. Ook kunnen tumorcellen loslaten, via bloedvaten of lymfevaten verspreiden ze
zich, waarna deze uitgroeit tot een nieuwe tumor. Dit heet metasteren. In nauwe haarvaten lopen
de cellen vaak vast.
Een goedaardige tumor groeit andere weefsels niet in en kan zich niet uitzaaien omdat hij een laagje
bindweefsel om zich heeft.
Behandeling van kanker
Er zijn drie meest gebruikte behandelingen:
1. Radiotherapie: hoge energetische straling. Maar maakt niet alleen kankercellen kapot, ook
gezonde -> vermoeidheid.
2. Chirurgie: Tumor wordt uit het lichaam gehaald, maar alle tumorcellen moeten verwijderd
worden om herhaling te voorkomen.
3. Chemotherapie: kan via injectie, infuus of pillen. Ook gezonde cellen komen hiermee in
aanraking -> kaal- en misselijkheid
Nieuwe therapieën
Een tumor heeft veel voedingsstoffen nodig, daarom wordt er een aanvoerend bloedvat gevormd.
Nieuwe geneesmiddelen hechten zich aan de receptoren waardoor deze niet kan groeien.