H1 Lichamelijke opvoeding op de basisschool
- Bepalend voor de kwaliteit van het onderwijs op de basisschool zijn:
Wettelijke basis
Uitgangspunten voor het basisonderwijs
o Kinderen zijn verschillend en gelijkwaardig
o Onderwijs is noodzaak voor een optimale ontwikkeling
o Verschillende vormen van leren en onderwijzen
o Externe structuren mogen de ontwikkeling niet belemmeren
o Het onderwijs moet doortrokken zijn van leef-, belevings- en ervaringswereld
o Voortdurende peiling is noodzakelijk voor een goede ontwikkeling
o Het kind heeft rechten
Taken basisonderwijs
o Bevorderen van de ontplooiing van een breed scala van kwaliteiten van leerlingen, ter
ondersteuning van hun persoonlijkheidsvorming en hun ontwikkeling naar volwassenheid.
o Cultuuroverdracht voor en voorbereiding op een toekomstig maatschappelijk functioneren van de
leerlingen.
- Aard van het leren en het onderwijzen wordt bepaald door:
Datgene wat geleerd wordt, en/of de aard en structuur van de leerstof
Het algemene ontwikkelingsniveau van zowel de leerling als de leerkracht
De aanwezige kennis en vaardigheid bij leerling en leerkracht
De manier waarop leerlingen met het onderwijsmateriaal omgaan
De belevings- en ervaringswereld van een leerling
De leermotivatie
De wijze waarop leerlingen met elkaar en de leerkracht in de groep omgaan
- Kerntaken van lichamelijke opvoeding:
Ontplooiing van het bewegingsgedrag van de leerlingen, ter ondersteuning van hun
persoonlijkheidsvorming en hun ontwikkeling naar volwassenheid.
Toerusten op de bewegingscultuur. Overdracht van een sport- en bewegingscultuur en voorbereiding
op een actieve deelname aan die sport- en bewegingscultuur. Accent ligt op toerusten.
- Exploratie: het spelend ontdekken en het leren van motorische vaardigheden, waarmee een leerling op een
eigen wijze kan deelnamen aan bestaande en toekomstgerichte sport- en bewegingssituaties.
H2 Het bewegingsgedrag: een dialoog tussen een leerling en zijn wereld
- De leerling IK-factor
- Materialen en toestellen DING-factor
- De medeleerlingen en de leerkracht ANDER als factor
IK de bewegende leerling
DING toestellen en materialen ANDER de medeleerlingen in de groep + de leerkracht
- Een leerling is betrokken wanneer hij iets:
Kan en volhoudt, door techniek en conditie
Weet, door kennis en inzicht
Beleeft, door emoties
Durft, door wil, inzet en doorzettingsvermogen
- Vijf dimensies die bij de ik-factor horen:
Sensomotorische dimensie: deze dimensie is zichtbaar in het spelend omgaan met de ander en het
andere, te benoemen als de techniek van de beweging. Leerling laat zien wat hij kan. Vaardigheden.
Conditionele-structurele dimensie: de conditionele dimensie is zichtbaar in de conditionele
vaardigheid, zoals kracht, snelheid, lenigheid, coördinatie- en uithoudingsvermogen. Structurele
dimensie is zichtbaar in de functionaliteit van verschillende lichaamsdelen ten op zichten van elkaar.
Cognitieve dimensie: zichtbaar in datgene wat de leerling weet over.. Kennis van en inzicht in de
vaardigheid, spelregelkennis of tactisch inzicht. Dialoog met dingen krijgen een naam.