100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
College aantekeningen

Aantekeningen hoorcolleges Recht (Universiteit Leiden)

Beoordeling
-
Verkocht
3
Pagina's
22
Geüpload op
29-05-2023
Geschreven in
2022/2023

In dit bestand staan al mijn aantekeningen van tijdens de hoorcolleges van het vak Recht van de studie Bestuurskunde aan de Universiteit Leiden. Tussen de aantekeningen door staan voorbeelden beschreven die de docent heeft gebruikt. De aantekeningen zijn puntsgewijs opgeschreven per onderdeel van het college.

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
29 mei 2023
Aantal pagina's
22
Geschreven in
2022/2023
Type
College aantekeningen
Docent(en)
Dijkstra
Bevat
Alle colleges

Voorbeeld van de inhoud

Hoorcolleges Recht
Hoorcollege 1 - Inleiding
Belang van het recht
- In eerste plaats van groot belang vanwege het feit dat we in Nederland een rechtsstaat zijn.
-> worden ook wel kanttekeningen bij geplaatst  bv. Kinderopvangtoeslagaffaire en
Groningenproblematiek waar werd gesteld dat er groot onrecht is aangedaan.
- Bij een politiestaat is de overheid niet gebonden aan het recht, terwijl er in een rechtsstaat
juist wel sprake is van een binding aan het recht van het openbaar bestuur.
-> dat is ook een problematiek: bijvoorbeeld de stikstofdiscussie (waarbij systemen en
dergelijke bedacht waardoor er niet voldaan had hoeven worden aan die normen, om er
toch een weg uit te vinden)
- Belang voor het recht voor bestuurskunde is dat de uitvoerende macht ook gebonden is aan
het recht, maar ook omdat het recht een belangrijk instrument is voor de uitvoerende macht
om de eigen doelen te bereiken.
-> een van de hulpdisciplines van de bestuurskunde is het recht, naast de economie, de
politicologie, de sociologie en de psychologie.

Wat is recht?
- Het recht vinden we in wettenbundels en verdragen.
- Er is een discussie over de vraag of al het recht in de wet staat.
-> is alles wat in de wet staat ook recht? En is er ook recht buiten de wet?
- Binnen de rechtsfilosofie twee opvattingen: natuurrecht en rechtspositivisme.
- Rechtspositivisme van de Franse Revolutie tot WO II vrij dominant (hierna kwamen de
wetboeken tot stand, vooral na Napoleon), kenmerken:
-> al het recht staat in de wet.
-> er bestaat geen recht buiten de wet.
-> wat er in de wetboeken staat is per definitie recht.
-> de taak van de rechter is simpel: hij heeft de wet alleen te lezen en moet dit toepassen op
de feiten  letterlijk toepassen van recht.
- Vooral door het optreden van de nazi’s (Neurenberg rassenwetten: op basis van alle criteria
uit rechtspositivisme was het recht  gaven aan wie Jood was en wat Joden wel en niet
mochten doen) werd het rechtspositivisme minder populair.
-> vanuit rechtspositivistische visie is dit recht, hoe verwerpelijk het dan ook is.
-> mensen beginnen te twijfelen aan het rechtspositivisme.
- Natuurrecht gaat ervanuit dat wij als mensen allemaal een bepaald rechtsgevoel hebben
(wat rechtvaardig is zit inherent in de mens)  het is iets gegeven en inherent aan het
bestaan van de mens.
-> in belangrijke mate religieus van oorsprong: religies vullen het natuurrecht voor een
belangrijk deel in.
-> er bestaat ook recht buiten de wet, en datgene dat in de wet staat is niet altijd recht.
-> vanuit natuurrechtelijke benadering zijn de Neurenberg rassenwetten geen recht.

- Nadeel rechtspositivisme:
-> alles wat in een wet staat moet worden toegepast: ook onderdelen die in strijd is met ons
rechtsgevoel (bv. Neurenberg rassenwetten)

, - Nadeel natuurrecht:
-> rechtsgevoel van de één is anders dan het rechtsgevoel van een ander, en waar wordt dit
op gebaseerd  het brengt grote mate van onzekerheid met zich mee.

- De vraag over wat recht is is dus niet zo gemakkelijk te beantwoorden, met in de
rechtsfilosofie de twee uiterste posities in het natuurrecht en rechtspositivisme.
- Andere ontwikkeling na WO II is de ontwikkeling van het internationale recht (bestaat al
sinds Hugo de Grote)  bepaalde wetten worden onverbindend verklaard worden door
internationaal recht (door bijvoorbeeld Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens
(EVRM))
-> als een huidige rechter wordt geconfronteerd met een soortgelijke wet als de Neurenberg
rassenwetten, zouden deze onverbindend verklaard worden.
-> grondrechten, die behoren tot ons rechtsgevoel, zijn op deze manier beter vastgelegd.

Rechtsbronnen
- In het rechtspositivisme is het recht neergelegd in de wet, maar er zijn ook andere
rechtsbronnen: verdragen, jurisprudentie (uitleg van rechter van wetsbepalingen, omdat
wettelijke bepalingen altijd moeten worden uitgelegd) en gewoonterecht.
-> gewoonterecht is recht buiten de wet om (ongeschreven recht), en houdt in dat er een
bepaalde gewoonte is, maar ook dat mensen de innerlijke overtuiging hebben dat het recht
moet zijn  natuurrechtelijke benadering.
-> de rechter bepaald de inhoud van het gewoonterecht, en gaat voornamelijk in op eigen
overtuigingen van wat gewoonte is.
- Jurisprudentie houdt dus twee dingen in: het uitleggen van een interpretatie van
voornamelijk vage wetsbepalingen en de formulering van gewoonterechtelijke,
ongeschreven bepalingen.

Rechtsgebieden
- Ongeschreven recht (gewoonterecht) speelt in staatsrecht een belangrijke rol, omdat veel
regels van het staatsrecht niet vast is gelegd in de wet (ongeschreven van aard)
- Het bestuursrecht was oorspronkelijk grotendeels ongeschreven, maar zijn in de loop der tijd
neergelegd in wettelijke bepalingen (belangrijkste is de Algemene Wet Bestuursrecht uit
1994)  codificatie.
- Privaatrecht is grotendeels geschreven, maar omvat ook ongeschreven recht.
- Het strafrecht is volledig geschreven, er is dus geen ongeschreven recht.
-> dit is ook vastgelegd in de grondwet  legaliteitsbeginsel (nooit beoordeeld worden op
iets wat niet of later in de wet staat.

- Nationaal versus internationaal recht
- Publiekrecht versus privaatrecht
-> publiekrecht omvat staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht (alles te maken met de
overheid)




Ontwikkelingen binnen het recht
- Sinds Lindenbaum / Cohen (1919): voor het eerst erkend dat er is ook recht buiten de wet.
-> vóór 1919 was er dus geen ruimte voor het gewoonterecht.

, - Opkomst en de uitbreiding van internationaal recht (komt ook in later college terug)
- Ontwikkelingen in interpretatiemethoden:
-> grammaticale interpretatie  de rechter past de wet letterlijk toe (rechtspositivistisch)
-> rechtshistorische en wetshistorische interpretatie  rechter moet de wet uitleggen
volgens de bedoeling die de wetgever had (kijken naar discussies in parlement of toelichting)
-> systematische interpretatie  kijken hoe een wetsartikel in een hele wet past: in welk
hoofdstuk staat het, welke andere artikelen staan daarin?
-> teleologische interpretatie  nagaan wat het doel van de wet zou moeten zijn in het
huidige maatschappelijke debat (onderscheid tussen analogie, ook nu zou het strafbaar
moeten zijn, versus acontrario, het staat er niet)

- Voorbeeld acontrario versus analogie
-> ‘hij die een bepaald goed wegneemt..’ of ‘hij die een ander doodslaat..’
-> acontrario redenering en strikt grammaticale interpretatie  alleen mannen worden
hiervoor vervolgd, maar rechter gaf aan dat de wetgever de bedoeling had dat er ook
vrouwen onder vallen.
-> vanuit historische interpretatie werd een analogie redenering gebruikt door de rechter.

- Historische ontwikkeling recht en interpretatiemethoden:
-> oorspronkelijk: gewoonterecht
-> codificatie in het Romeinse recht (Justinianus)
-> middeleeuwen: Romeinse codificaties raken deels in onbruik
-> onder Napoleon: codificaties
-> moderne tijden: steeds lossere interpretatiemethoden met als sluitstuk de teleologische
interpretatie.
- Hiermee kan de positie van de rechter onder druk komen te staan  rechter legt geen
verantwoording af en is niet democratisch gekozen, maar komt wel steeds losser te staan van
de recht en past ongeschreven recht toe.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
twansteneker Universiteit Leiden
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
130
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
52
Documenten
33
Laatst verkocht
1 maand geleden

3,4

9 beoordelingen

5
2
4
2
3
4
2
0
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen