Volledige samenvatting van het vak “Microbiologie 1” vanuit het eerste leerjaar van het Yuverta
College. (Dierenartsassistent Paraveterinair)
1
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1. Micro-organismen.............................................................................................................4
1.2 Systematiek en begrippen............................................................................................................4
1.3 Groei van micro-organismen........................................................................................................6
1.4 Bacteriën......................................................................................................................................7
+1.5 Soorten bacteriën.......................................................................................................................7
1.6 Schimmels morfologie..................................................................................................................8
1.6 Gisten morfologie.........................................................................................................................9
+1.6 Encephalitozoon cuniculi..........................................................................................................10
1.7 Protozoën, morfologie................................................................................................................10
+1.7 Protozoën.................................................................................................................................11
2.2 Virussen......................................................................................................................................11
+2.3 Soorten virussen – hond...........................................................................................................12
+2.4 Soorten virussen – kat..............................................................................................................14
+2.5 Soorten virussen – konijn.........................................................................................................16
2.9 Prionen.......................................................................................................................................17
3.2 Parasieten...................................................................................................................................17
3.3 Ectoparasieten............................................................................................................................17
3.4 Endoparasieten...........................................................................................................................19
2
, Te kennen ziekteverwekkers:
Bacteriën Borrelia burgdorferi (lyme)
Leptospira spp. (leptospirose)
Salmonella
Clostridium tetani (tetanus)
Schimmels RingwormTrichophyton spp.
Ringworm: Microsporum canis
Protozoa Aticomplexia: Toxoplasma gondii (toxoplasmose)
Encephalitozoön cuniculi (E. cuniculi)
Virussen Hondenparvo (parvovirus)
Besmettelijke hondenhoest/Kennelhoest (Canine herpesvirus, parainfluenzavirus
type 2, canine adenovirus type 2)
Rabiës
Kattenziekte/Feline panleukopenie (parvovirus)
Niesziekte (Feline herpesvirus type 1, Feline calicivirus)
FIV Feline Immunodeficiëntie Virus
Myxomatose (Pokkenvirus)
VHS/RHD/VHD/VHS type 1 en 2 (Calicivirus)
Endo-parasieten Lintwormen
E. granulosus (kleine hondenlintworm)
Dipylidium caninum (Hondenlintworm)
Rondwormen
Hondenspoelworm: Toxocara canis
Kattenspoelworm: Toxocara cati
Ecto-parasieten Teek
Luis
Kattenvlo (ctenocephalides felis)
Myiasis
Mijt: Sarcoptes
3
, Hoofdstuk 1. Micro-organismen
1.2 Systematiek en begrippen
Definities
- Microbiologie = Een biologische vakwetenschap. Microbiologen onderzoeken micro-
organismen, met name bacteriën, gisten (eencellige schimmels), en virussen.
- Micro-organismen = Dit zijn levende organismen die zo klein zijn dat ze niet met het blote oog
te zien zijn.
N.B. Virussen en prionen hebben geen cellen -> niet levend
- Parasieten = meercellige ziekteverwekkende levende wezens. Het is een organisme dat
samenleeft met een ander organisme (de gastheer) waarvan het voor zijn
levensonderhoud afhankelijk is. Endoparasieten leven in hun gastheer,
ectoparasieten erop. De gastheer ondervindt hinder van de samenwerking
maar wordt niet gedood.
- Systematiek = De systematiek houdt zich bezig met het indelen van organismen.
- Morfologie = Studie van de structuur, de vorm en de grootte van de organismen die de
gezondheid aantasten.
- Infecteren = Als een micro-organisme, virus, prion of parasiet in een levend wezen is
binnengedrongen en zich daar vermenigvuldigd heeft (dit hoeft niet
schadelijk te zijn).
- Resistent = het dier is niet meer gevoelig voor de medicatie of het bestrijdingsmiddel
Bijvoorbeeld door vaak dezelfde antibiotica te slikken, kan een bacterie
ongevoelig worden. De gebruikte antibiotica helpen dan niet meer tegen
deze bacterie.
(groot -> klein) schimmel – bacterie – virus – prion
Ziekteverwekkend of nuttig
- Symbionten; Samenlevers
niet ziekteverwekkend, wel nuttig
- Apathogeen; Niet ziekteverwekkend
niet ziekteverwekkend, niet nuttig
- Voorwaardelijk pathogeen; Voorwaardelijk ziekteverwekkend
soms ziekteverwekkend, niet nuttig
- Pathogeen; Ziekteverwekkend
altijd ziekteverwekkend, niet nuttig
4