Bouwmaterialen en constructie : Platte daken
Een plat dak wordt waterdicht gemaakt, een hellend dak wordt regendicht gemaakt.
Dakafdichting: waterdicht maken van het dak. Deze is ook winddicht maar moet aan de
ondergrond bevestigd zijn of belast worden.
Afschot: om het dak in helling te leggen zodat het water kan wegvloeien.
Isolatie: wordt meestal gelegd op een dampscherm om condensatie tegen te gaan.
Er zijn heel wat eisen waaraan een dak moet voldoen.
Wind:
Windkrachten kunnen opvangen: de wind oefent vooral een zuigkracht op de
dakdichting. Hiervoor kan een windstudie handig zijn:
- Bepaling van de windkrachten in midden, rand, en hoekzones
- Bepaling van afmetingen van rand –en hoekzones
- Nazicht van de weerstand van de opbouw
De windstudie wordt uitgevoerd volgens de norm.
Stabiliteit van het dak tegen wind wordt verzekerd door:
- Voldoende kleving van de lagen en de ondergrond
- Voldoende mechanische bevestiging van isolatie en afdichting
- Voldoende zware schutlaag of ballast
Dakisolaties geven nuttige windweerstand weer op hun technische fiche. Hier zit een
veiliheidscoëfficiënt op. Men houdt rekening met een niet-perfecte uitvoering
Temperatuur:
Zwarte daken kunnen tot 80°C worden en bij regen sterk afkoelen. Dit brengt thermische
schokken mee.
Brandgedrag:
De brandweerstand van de dakopbouw en de brandreactie van de materialen vormen het
brandgedrag van het dak.
De brandweerstand houdt de tijd in waarbij een constructie voldoet aan de stabiliteit,
vlamdichtheid en thermische isolatie.
Men moet er ook op letten als men bitumen gaat branden dat men geen isolatie gaat
afbranden.
Milieu:
Hier dient men aandacht te besteden aan de afbraak, recuperatie, afvalverwerking en
renovatiemogelijkheden.
Warm dak:
Meeste toegepast. Er is geen luchtspouw aanwezig. De afdichting wordt met of zonder
scheidingslaag op de isolatie geplaatst met of zonder ballast. Onder de isolatie leg je
altijd een dampscherm.