De romantiek was de reactie op de situatie aan het begin van de eeuw. Eigenlijk was het een oneindig aantal aan
reacties op een voortdurend veranderde situatie. De Romantici beoordeelden kunst niet volgens vastgestelde
maatstaven. Ze volgen alleen hun eigen innerlijk licht. Het neoclassicisme had gestreefd naar een onpersoonlijke-
heldere stijl die waarheden van universeel belang en eeuwige waarde uit te drukken . De Romantici geven meer
waarde aan hun eigen gevoelens, overtuigingen, hoop en vrees.
De erfgenamen van David
Onder de leerlingen van David bevond zich een vrouw genaamd Mme Benoist. Uit de
zuiverheid van haar tekening blijkt dat ze leerling van David is geweest. Marie Benoist brak
met de traditie om niet-Europeanen voor te stellen als pittoreske exotische types. Ze
schilderde, een Portret van een zwarte vrouw (1800), warm-menselijk en delicaat. Het is
een meesterwerk van visuele verfijning door de zachte, zwarte huid, onderstreept door
kraakheldere witte gewaad en hoofddoek. Zelden kwam het voor dat een vrouwenborst
ontbloot werd weergegeven. Misschien wilde Marie Benoist zich bezighouden met vrijheid,
de afschaffing van de slavernij en vrouwenemancipatie. Marie was een van de vrouwelijke
kunstenaars die sinds de 18e eeuw enige bekendheid kreeg ondanks de beperkingen die
haar werd opgelegd. Ze werd namelijk niet toegelaten tot de kunstopleidingen of modeltekenlessen. Haar
royalistische echtgenoot werd bevorderd tot minister van en het werd niet passend geacht dat zij als
beroepsschilder bleef werken.
De favoriete en meest succesvolle leerling van David was Antoine-Jean Gros. In
enorme doeken verheerlijkte hij de glorie van napoleon en de zegeningen van diens
bewind. In het schilderij, Napoleon in het pesthuis in Jaffa (1804), gaat reportage
samen met allegorie om de grote betekenis van het doek te benadrukken. Het
schilderij is zorgvuldig opgebouwd en kan opgevat worden als een vorm van
propaganda. De kijker wordt uitgenodigd om Napoleon te vereren. Waar het
neoclassicisme eenvoud, helderheid en zuiverheid van lijn had, is in dit schilderij de
verfbehandeling rijk, complex en gedurfd.
Goya
De derde mei 1808 (1814) is misschien een antwoord op Gros. Als we kijken naar de
opbouw en het onderwerp lijkt het bedoeld als commentaar op het neoclassicistische
schilderij van David, Eed van Horatii. In de houding van Goya’s Franse soldaten klinkt
die van de romeinse broeders door, maar deze soldaten schieten een groep weerloze
burgers neer die de dag tevoren in Madrid na een opstand regen het Franse
bezettingsleger bijeengedreven waren. De nadruk ligt op de slachtoffers. Goya werd
in de jaren 80 van de 18e eeuw de belangrijkste Spaanse schilder. Hij werkte veel voor
het hof en kende mensen die de verlichting met vreugde begroeten. Hij deelde hun
afgeer van onrecht, godsdienstig fanatisme, bijgeloof en wreedheid. In deze geest
maakte hij een grote serie etsen in het jaar dat hij door de koning tot eerst
hofschilder werd benoemd. Het moraal van de prenten werd in tekst verduidelijkt.
Een ontwrichte wereld, bewoond door kwaadaardige wezens met dierlijke neigingen
en driften, die ver af staan van Goya’s geloof in de macht van de rede en de
mogelijkheid de mens te volmaken. Twijfel maakte plaats voor wanhoop in een nog
angstaanjagender serie prenten. In ‘dat is erger’ zie je de wreedheid van de Franse toepen om de
opstand tegen Napoleons overheersing in Spanje te bedwingen. Goya toont hier niet alleen het
onvermogen van de rede, maar ook de onbeheersbare krachten van de onrede en de waanzin van
het menselijk brein. Later bedekte hij de wanden van zijn huis met zwarte schilderingen die niet
voor rationele analyse vatbaar zijn. Het was misschien een manier om spoken die zijn verbeelding beheerden uit te
drijven.