Samenvatting Excel tentamen leerjaar 1

Excel Theorie : Een praktische benadering.
De kracht van Excel is de keuzevrijheid, die de ontwikkelaar heeft bij het opzetten van een rekenmodel. Er schuilt echter ook
een gevaar in deze vrijheid, want al snel kan er een rekenmodel ontstaan dat in feite maar eenmalig is te gebruiken en later
niet meer bruikbaar is.
Als het onduidelijk is op basis van welke keuzes het model is opgebouwd, wordt het lastig om het model aan te passen en/of
uit te breiden.
Het is dus belangrijk dat een rekenmodel gestructureerd wordt opgezet met heldere beschrijvingen en/of documentatie. Een
van de doelen is nl. om met minimale inspanning een optimaal resultaat te bereiken. Dat is het voordeel van Excel.
Consistente toepassing van opmaak en beveiliging van onderdelen in Excel, moeten er voor zorgen dat het voor de gebruiker
van het Excel rekenmodel duidelijk is wat er van hem/haar verwacht wordt. Een goed formulier of rekenmodel leidt de
gebruiker automatisch er doorheen.
Dat doe je met behulp van onderstaande vragen:
 Waar moet ik welke gegevens invoeren? het invoer gebied
 Wat wordt er precies berekend? het bereken gebied
 Welke informatie geeft het model uiteindelijk als output? het uitvoer gebied
Daarnaast moet een goed rekenmodel van een extra functionaliteit voorzien kunnen worden. Naarmate de tijd verstrijkt
zullen nl. door nieuwe inzichten of een kleine verandering in de situatie de eisen die aan het model worden gesteld wijzigen.
Een goed rekenmodel is daarop voorbereid.
Om een rekenmodel te kunnen ontwerpen zal dus als eerste het doel duidelijk moeten zijn.
Doel van het rekenmodel:
De opdracht (probleemstelling/-vraag) bepaalt het doel van het model en dus zal dat eerst helder moeten zijn. Het begint
altijd met vragen stellen, en dan het liefst de juiste vragen.
Pas als je de antwoorden op die vragen hebt kan er begonnen worden met een logische indeling en structurering van het
rekenmodel.
Het stappenplan rekenmodel:
1. Begin met de analyse van het vraagstuk.
2. Formuleer de vraagstelling van het probleem.
In de les worden opdrachten gegeven, die volledig geformuleerd zijn en opdrachten waarbij alleen het probleem
gegeven wordt.
3. Analyse : Bepaal de doelstelling van het model: wat moet er aangetoond worden?
4. Uitvoer : Welke informatie moet het model opleveren?
5. Invoer : Welke invoer van gegevens is er reeds voorhanden?
6. Bereken: Welke berekeningen zijn nodig ,op basis van de invoer gegevens, om de gevraagde informatie in de uitvoer
op te kunnen leveren
7. Benoem de te gebruiken (werk-)bladen in het rekenmodel:
 Invoerblad.
 Berekenblad.
 Uitvoerblad.
 overige bladen ( bijvoorbeeld t.b.v. : documentatie, variabelen, systeemvariabelen, tabellen).
8. Welke functionaliteiten van Excel zijn er nodig en waarom?
Functies, formules, naamgebruik, kleurgebruik, beveiliging.
9. Zodra bovenstaande stappen zijn uitgevoerd kan er in Excel een model gebouwd gaan worden.
Het bouwen van het model:
 Bij de invoer moet het duidelijk zijn wat er verwacht wordt van de gebruiker.
 Bij gebruik van kleur, zorg voor consistentie, d.w.z. dat iedere categorie/onderdeel zijn eigen unieke kleur dient te
krijgen (Kolomtitels, rijtitels, invoercellen, berekencellen, beschrijvende cellen, etc.).
 Geef heldere beschrijvingen en gebruik duidelijke namen.
 Vergeet niet de eenheden bij de cijfers te plaatsen (bijv. fte, e.d.)
 In het berekengebied staan functies en formules: maak deze met cel verwijzingen en niet met cijfers.
 Test de formules en/of functies met eenvoudige getallen ter controle van de juiste werking.
Tot zover de praktische benadering van de theorie.
Net zoals voor het goed aanleren van een (nieuwe) taal geldt ook voor de praktijk van Excel dat er geoefend zal moeten
worden en hiervoor gebruiken we de opdrachten. Vaardigheid kan alleen door training worden aangeleerd en oefening baart
kunst.
Als je dat lukt, dan pas zal je een eigen stijl kunnen gaan ontwikkelen.