Samenvatting DI 2 – leerproblemen
Deel Hofstetter - Rekenen
Protocol Ernstige RekenWiskundeproblemen en Dyscalculie (PERWD)
Korte samenvatting aan het begin van het protocol
Hoofdstuk 7 Intern diagnostisch onderzoek
7.1 Wie zijn betrokken bij de interne diagnostiek?
Fase groen = normale ontwikkeling.
Fase geel = geringe problemen. specifieke onderwijsbehoeften.
Fase oranje = intern diagnostisch onderzoek als in fase geel geen voldoende vooruitgang is geboekt.
Voor het intern onderzoek: eerst analyse van LVS.
Het diagnostisch gesprek wordt gehouden als de leerling:
- een half jaar in fase geel heeft gefunctioneerd maar onvoldoende aantoonbare
vorderingen maakt
- onvoldoende profiteert van het geboden onderwijs
- in niveau achterblijft bij dat wat van de leerling mag worden verwacht
- weinig actief is met rekenen, zich weinig competent voelt
- faalangstig reageert of blokkeert tijdens de rekenles.
7.2 Kenmerken van een goede diagnostiek
We spreken van diagnostiek als het gaat om:
- een geplande interventie
- met een duidelijke vraagstelling
- in een systematisch gesprek met de leerling
- aan de hand van een weloverwogen selectie van rekenwiskunde-opdrachten
- met de bedoeling beter te begrijpen hoe de leerling denkt en rekent.
Bekwame onderzoeker:
- beschikt over pedagogische en didactische competenties voor het creëren van condities
(vertrouwen etc.) en voor het uitlokken van reacties van de leerling
- beschikt over vakdidactische competenties op het gebied van rekenen-wiskunde. Dit houdt
in dat hij:
> kennis heeft van de ontwikkeling van kinderen
> beschikt over methode-overstijgende kennis van de leerstoflijnen van de vier
domeinen van alle jaargroep en daar blindelings in kan laveren.
> de niveaus van handelen (handelingsmodel) en de daarbij behorende techniek van
vragen stellen beheerst.
> de stappen bij probleemoplossend handelen (drieslagmodel) en de daarbij
behorende techniek van vragen stellen beheerst.
> de signaleringspunten van de vier hoofdlijnen scherp voor ogen heeft, preventieve
maatregelen kan nemen en interventie kan toepassen.
- de juiste opdrachten kan selecteren/formuleren voor het onderzoek
- kindkenmerken kan waarnemen, analyseren en beïnvloeden.
De intern onderzoeker werkt volgen HGW of HGD.
HGW: sluit aan bij de 1-zorgroute
- onderkennende vraag: wat is er aan de hand?
- verklarende vraag: hoe komt het dat..?
- adviserende vraag: wat heeft de leerling nodig.
HGD: intake-strategie-indicering-advies.
Deel Hofstetter - Rekenen
Protocol Ernstige RekenWiskundeproblemen en Dyscalculie (PERWD)
Korte samenvatting aan het begin van het protocol
Hoofdstuk 7 Intern diagnostisch onderzoek
7.1 Wie zijn betrokken bij de interne diagnostiek?
Fase groen = normale ontwikkeling.
Fase geel = geringe problemen. specifieke onderwijsbehoeften.
Fase oranje = intern diagnostisch onderzoek als in fase geel geen voldoende vooruitgang is geboekt.
Voor het intern onderzoek: eerst analyse van LVS.
Het diagnostisch gesprek wordt gehouden als de leerling:
- een half jaar in fase geel heeft gefunctioneerd maar onvoldoende aantoonbare
vorderingen maakt
- onvoldoende profiteert van het geboden onderwijs
- in niveau achterblijft bij dat wat van de leerling mag worden verwacht
- weinig actief is met rekenen, zich weinig competent voelt
- faalangstig reageert of blokkeert tijdens de rekenles.
7.2 Kenmerken van een goede diagnostiek
We spreken van diagnostiek als het gaat om:
- een geplande interventie
- met een duidelijke vraagstelling
- in een systematisch gesprek met de leerling
- aan de hand van een weloverwogen selectie van rekenwiskunde-opdrachten
- met de bedoeling beter te begrijpen hoe de leerling denkt en rekent.
Bekwame onderzoeker:
- beschikt over pedagogische en didactische competenties voor het creëren van condities
(vertrouwen etc.) en voor het uitlokken van reacties van de leerling
- beschikt over vakdidactische competenties op het gebied van rekenen-wiskunde. Dit houdt
in dat hij:
> kennis heeft van de ontwikkeling van kinderen
> beschikt over methode-overstijgende kennis van de leerstoflijnen van de vier
domeinen van alle jaargroep en daar blindelings in kan laveren.
> de niveaus van handelen (handelingsmodel) en de daarbij behorende techniek van
vragen stellen beheerst.
> de stappen bij probleemoplossend handelen (drieslagmodel) en de daarbij
behorende techniek van vragen stellen beheerst.
> de signaleringspunten van de vier hoofdlijnen scherp voor ogen heeft, preventieve
maatregelen kan nemen en interventie kan toepassen.
- de juiste opdrachten kan selecteren/formuleren voor het onderzoek
- kindkenmerken kan waarnemen, analyseren en beïnvloeden.
De intern onderzoeker werkt volgen HGW of HGD.
HGW: sluit aan bij de 1-zorgroute
- onderkennende vraag: wat is er aan de hand?
- verklarende vraag: hoe komt het dat..?
- adviserende vraag: wat heeft de leerling nodig.
HGD: intake-strategie-indicering-advies.