1| Socialisatieprocessen; theoretische concepten
De verschillende socialisatieprocessen onderscheiden en de invloed van de verschillende socialisatieprocessen
op gedrag verklaren
Begrippen hoofdstuk 1
Gezichtspunt Een bepaalde belangstelling als leidend beginsel.
Selectieve waarneming Het ‘zien’ van slechts die (sociale) verschijnselen waaraan vanuit het eigen
(sociaal) referentiekader zin kan worden gegeven.
Sociologie De wetenschap die het samenleven van mensen binnen grotere en kleinere
verbanden bestudeert.
Instincten Natuurdrift, biologisch van generatie op generatie overgedragen
onveranderlijke gedragswijze.
Leerprocessen Wat leren mensen, van wie en aan wie?
Referentiekader Geheel van kennis, verklaringen en oordelen met betrekking tot onze
sociale omgeving.
Sociale bril Culturele lens waardoor de leden van een groep/samenleving de dingen op
dezelfde manier zien en interpreteren.
Waarnemingsprobleem Iemand kan iets delen, wat hij heeft waargenomen, en dus iets verklaren
dat volstrekt niet waar is, zonder dat hij liegt.
Selective perception Zien en horen
Selective exposure Openstellen/blootgesteld worden
Selective retention Eindigt met wat wij onthouden hebben van wat er is waargenomen.
Sociale constructie van de Ons handelen wordt bepaald door de dingen die we denken dat
werkelijkheid werkelijkheid zijn, i.p.v. wat wij denken wat werkelijkheid is.
Zakelijke en beleefde Zakelijke werkelijkheid = objectief
werkelijkheid Beleefde werkelijkheid = subjectief
Waarnemen Voor waar (aan)nemen zoals wij het beleven.
We hebben vanuit de dagelijkse ervaringen van mensen een aantal verschijnselen benoemd en
sociologisch geduld. We hebben gezien dat het oordeel van mensen over situaties wordt gegeven op
basis van beelden en voorstellingen die zij vanuit hun referentiekader hebben.
Een referentiekader is het geheel van kennis, verklaringen en oordelen met betrekking tot onze sociale
omgeving.
Mensen blijken selectief te zijn ten aanzien van datgene wat zij in een bepaalde situatie waarnemen.
Om die reden maakten we een onderscheid tussen:
- Zakelijke werkelijkheid (objectief)
- Beleefde werkelijkheid (subjectief)
Mensen blijken vanuit hun referentiekader niet alleen waar te nemen, maar ook te oordelen. Dit zijn
vaak vooroordelen die in de praktijk ‘foute’ resultaten opleveren.
We moeten daarom een onderscheid maken tussen alledaagse kennis enerzijds en wetenschappelijke
kennis anderzijds.