!!! wetten in formele zin zijn geen besluiten. De formele wetgever is namelijk geen bestuursorgaan.
Alhoewel ze wel een AVV zijn
Alleen een bestuursorgaan kan besluiten nemen. !!!!
BAS bestemmingsplannen
Hoofstuk 1
Bestuursrecht is onderdeel van het publiekrecht.
- Het regelt de verhouding tussen burger en overheid
- Regelt de bestuurstaak van de overheid; het behartigen van het algemeen belang.
Verschil staats- en bestuursrecht
Staatsrecht beschrijft de bevoegdheden van de verschillende overheidsorganen.
Bestuursrecht geeft regels voor de uitoefening van deze bevoegdheden.
Bestuursrecht bevat regels, ook wel rechtsnormen genoemd, met betrekking tot:
- Organisatie openbaar bestuur (rijk, provincie, gemeente)
- Verlenen bestuursbevoegdheden aan bestuursorganen
- Rechtsnormen voor het gebruik van bestuursbevoegdheden
- Rechtsnormen voor burgers en de regels voor de handhaving
- rechtsbescherming van burgers tegen openbaar bestuur
bevoegdheden van bestuursorganen kunnen ingrijpend zijn. Daardoor zijn er rechtsnormen voor de
bestuursorganen. Zij kunnen niet naar willekeur gaan handelen. Ook de overheid is gebonden aan de
wet. Dit beginsel moet de positie van de burger beschermen, rechtsbescherming.
Deze beginselen zorgen ervoor dat Nederlands een rechtsstaat is.
Twee beginselen vormen het fundament van het bestuursrecht:
- Legaliteitsbeginsel
Bevoegdheid van de overheid moet altijd een wettelijke basis hebben (Wetmatigheid van
bestuur)
- Specialiteitsbeginsel
Bevoegdheid mag alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor de wet deze bevoegdheid
geeft
Algemeen bestuursrecht = regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van toepassing
zijn.
Bijzonder bestuursrecht = regels die speciaal zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden waarop het
openbaar bestuur actief is.
In een coördinatiewet worden bepalingen die in alle regelingen op een bepaald gebied van het
bestuursrecht voorkomen, bij elkaar gebracht.
Wet in formele zin = Wetten die worden vastgesteld door de formele wetgever, door de
volksvertegenwoordiging (Staten-Generaal) en de regering samen.
Wet in materiele zin = Elke wet die algemeen bindende voorschriften bevat waaraan iedereen voor
wie die wet is bedoeld gebonden is.
Algemene maatregel van bestuur = wanneer alleen de regering regels opstelt.
,Omgevingsvergunning = de toestemming van het openbaar bestuur voor het uitvoeren van
projecten in de fysieke leefomgeving.
Let op: verdragen, beleidsregels en vergunningsvoorschriften behoren niet tot wet- en regelgeving.
Bronnen van bestuursrecht:
- Verdragen
- Wet- en regelgeving
- Jurisprudentie
- Ongeschreven recht (nergens vastgelegd)
Belangrijkste bron is de AWB algemene regels van bestuursrecht.
- Beschrijft niet de inhoud van de bestuurstaak
- Bijzondere wetten gaan wel in op de inhoud
In de AWB zijn algemene regels opgenomen die van toepassing zijn op het hele bestuursrecht en elke
bestuurstaak.
Doel:
- Bevorderen eenheid binnen bestuursrechtelijke wetgeving
- Vereenvoudiging bestuursrechtelijke wetgeving
- Opnemen in de wet van ontwikkelingen
- Treffen algemene voorzieningen
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat en bestaat uit lagen van het openbaar bestuur.
Het openbaar bestuur is actief op allerlei niveaus: de staat, provincie, gemeente en waterschappen.
Bijzonder openbaar bestuur kunnen bedrijven zijn en maken deel uit van de overheid. Bv de orde
van advocaten.
Privaatrecht = tussen burgers onderling
Publiekrecht = tussen burger en overheid
Bestuursrecht wordt het rechtsgebied van de vele B’s genoemd:
Bestuursorgaan
Bestuursorganen kun je opdelen in A en B organen.
A-organen: orgaan van rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
B-organen: ander persoon of college met openbaar gezag bekleed
A publiekrecht
Publiekrechtelijke rechtspersonen zijn: Gemeenten, de waterschappen, de provincies & het Rijk
Organen die namens de rechtspersoon handelen:
Gemeente: de burgemeester, college van B&W en gemeenteraad
Provincie: Commissaris van de Koning, Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten
Rijk: minister en regering
Ook zijn er zelfstandige bestuursorganen, zij voeren overheidstaken uit. Zij oefenen openbaar gezag
uit: gebieden of verbieden. Niet hiërarchisch ondergeschikt aan een minister. (CBR, RDW, kamer van
koophandel)
B privaatrecht
Niet krachtens publiekrecht ingesteld. Het is een ander persoon of college, maar wel met een
overheidstaak die specifiek is.
Ook vaak privaatrechtelijke rechtspersonen. Het gaat hier om stichtingen als jeugdzorg, reclassering
en Inholland.
, Het belang van het onderscheid is dat een A-orgaan valt voor zijn hele functioneren onder de
algemene wet bestuursrecht (AWB). Een B-orgaan alleen voor de taken die uitgevoerd moeten
worden verantwoordelijk derest niet, bv een garagehouder die een apk keuring doet volgens
voorschriften van de overheid.
Bestuursbevoegdheid kan bestaan uit besturen, maar ook uit regelgeving en het verrichten van
andere handelingen.
Belanghebbenden
Degene wiens belang rechtstreeks betrokken is bij een besluit van een bestuursorgaan.
OPERA-criteria:
- Objectief bepaalbaar
Mag niet subjectief zijn
- Persoonlijk belang
- Eigen
- Rechtstreeks
- Actueel
Moet op dit moment gelden en zeker zijn dat het gaat gebeuren.
Ook is er een afstand en zicht criterium.
Rechtspersonen kunnen ook belanghebbenden zijn en ergens tegen zijn.
Voorwaarde: bijzonder belang moet worden genoemd in de statuten en blijken uit feitelijke
werkzaamheden van de rechtspersoon.
Bevoegdheidsverkrijging kan op verschillende manieren:
- Attributie
Een wet of regering kent een publiekrechtelijke bevoegdheid toe aan een bepaald
bestuursorgaan. Het gaat om een nieuwe bevoegdheid.
- Delegatie
Het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten
aan een ander onder eigen verantwoordelijkheid orgaan
Delegans: degene die delegatie overdraagt
Delegataris: degene aan wie het is gedelegeerd
Geen inspraak meer, maar wel beleidsregels opstellen voor de lagere bestuursorgaan en kunt
vragen om inlichtingen.
Het moet wel in de wet staan dat het wordt gedelegeerd (overgedragen)
Het moet gaan om een ander lager bestuursorgaan, het kan niet aan een ambtenaar onder jou
worden overgedragen. Niet aan ondergeschikten. !!
- Mandaat
In naam van een bestuursorgaan besluiten nemen.
Mandans: Degene die het mandaat geeft.
Mandataris: de gemandateerde.
Bestuurshandelingen = de acties van bestuursorganen. Dit kunnen feitelijke handelingen zijn of
rechtshandelingen.
Privaatrechtelijke rechtshandelingen = handelen of nalaten waarvan het rechtsgevolg betrekking
heeft op de verhouding tussen personen of rechtspersonen.
Publiekrechtelijke rechtshandelingen = handelen of nalaten waarvan het rechtsgevolg betrekking
heeft op de gezagsverhouding tussen overheid en burger.
Alhoewel ze wel een AVV zijn
Alleen een bestuursorgaan kan besluiten nemen. !!!!
BAS bestemmingsplannen
Hoofstuk 1
Bestuursrecht is onderdeel van het publiekrecht.
- Het regelt de verhouding tussen burger en overheid
- Regelt de bestuurstaak van de overheid; het behartigen van het algemeen belang.
Verschil staats- en bestuursrecht
Staatsrecht beschrijft de bevoegdheden van de verschillende overheidsorganen.
Bestuursrecht geeft regels voor de uitoefening van deze bevoegdheden.
Bestuursrecht bevat regels, ook wel rechtsnormen genoemd, met betrekking tot:
- Organisatie openbaar bestuur (rijk, provincie, gemeente)
- Verlenen bestuursbevoegdheden aan bestuursorganen
- Rechtsnormen voor het gebruik van bestuursbevoegdheden
- Rechtsnormen voor burgers en de regels voor de handhaving
- rechtsbescherming van burgers tegen openbaar bestuur
bevoegdheden van bestuursorganen kunnen ingrijpend zijn. Daardoor zijn er rechtsnormen voor de
bestuursorganen. Zij kunnen niet naar willekeur gaan handelen. Ook de overheid is gebonden aan de
wet. Dit beginsel moet de positie van de burger beschermen, rechtsbescherming.
Deze beginselen zorgen ervoor dat Nederlands een rechtsstaat is.
Twee beginselen vormen het fundament van het bestuursrecht:
- Legaliteitsbeginsel
Bevoegdheid van de overheid moet altijd een wettelijke basis hebben (Wetmatigheid van
bestuur)
- Specialiteitsbeginsel
Bevoegdheid mag alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor de wet deze bevoegdheid
geeft
Algemeen bestuursrecht = regels die op alle terreinen van het bestuurlijk optreden van toepassing
zijn.
Bijzonder bestuursrecht = regels die speciaal zijn opgesteld voor de bijzondere gebieden waarop het
openbaar bestuur actief is.
In een coördinatiewet worden bepalingen die in alle regelingen op een bepaald gebied van het
bestuursrecht voorkomen, bij elkaar gebracht.
Wet in formele zin = Wetten die worden vastgesteld door de formele wetgever, door de
volksvertegenwoordiging (Staten-Generaal) en de regering samen.
Wet in materiele zin = Elke wet die algemeen bindende voorschriften bevat waaraan iedereen voor
wie die wet is bedoeld gebonden is.
Algemene maatregel van bestuur = wanneer alleen de regering regels opstelt.
,Omgevingsvergunning = de toestemming van het openbaar bestuur voor het uitvoeren van
projecten in de fysieke leefomgeving.
Let op: verdragen, beleidsregels en vergunningsvoorschriften behoren niet tot wet- en regelgeving.
Bronnen van bestuursrecht:
- Verdragen
- Wet- en regelgeving
- Jurisprudentie
- Ongeschreven recht (nergens vastgelegd)
Belangrijkste bron is de AWB algemene regels van bestuursrecht.
- Beschrijft niet de inhoud van de bestuurstaak
- Bijzondere wetten gaan wel in op de inhoud
In de AWB zijn algemene regels opgenomen die van toepassing zijn op het hele bestuursrecht en elke
bestuurstaak.
Doel:
- Bevorderen eenheid binnen bestuursrechtelijke wetgeving
- Vereenvoudiging bestuursrechtelijke wetgeving
- Opnemen in de wet van ontwikkelingen
- Treffen algemene voorzieningen
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat en bestaat uit lagen van het openbaar bestuur.
Het openbaar bestuur is actief op allerlei niveaus: de staat, provincie, gemeente en waterschappen.
Bijzonder openbaar bestuur kunnen bedrijven zijn en maken deel uit van de overheid. Bv de orde
van advocaten.
Privaatrecht = tussen burgers onderling
Publiekrecht = tussen burger en overheid
Bestuursrecht wordt het rechtsgebied van de vele B’s genoemd:
Bestuursorgaan
Bestuursorganen kun je opdelen in A en B organen.
A-organen: orgaan van rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld
B-organen: ander persoon of college met openbaar gezag bekleed
A publiekrecht
Publiekrechtelijke rechtspersonen zijn: Gemeenten, de waterschappen, de provincies & het Rijk
Organen die namens de rechtspersoon handelen:
Gemeente: de burgemeester, college van B&W en gemeenteraad
Provincie: Commissaris van de Koning, Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten
Rijk: minister en regering
Ook zijn er zelfstandige bestuursorganen, zij voeren overheidstaken uit. Zij oefenen openbaar gezag
uit: gebieden of verbieden. Niet hiërarchisch ondergeschikt aan een minister. (CBR, RDW, kamer van
koophandel)
B privaatrecht
Niet krachtens publiekrecht ingesteld. Het is een ander persoon of college, maar wel met een
overheidstaak die specifiek is.
Ook vaak privaatrechtelijke rechtspersonen. Het gaat hier om stichtingen als jeugdzorg, reclassering
en Inholland.
, Het belang van het onderscheid is dat een A-orgaan valt voor zijn hele functioneren onder de
algemene wet bestuursrecht (AWB). Een B-orgaan alleen voor de taken die uitgevoerd moeten
worden verantwoordelijk derest niet, bv een garagehouder die een apk keuring doet volgens
voorschriften van de overheid.
Bestuursbevoegdheid kan bestaan uit besturen, maar ook uit regelgeving en het verrichten van
andere handelingen.
Belanghebbenden
Degene wiens belang rechtstreeks betrokken is bij een besluit van een bestuursorgaan.
OPERA-criteria:
- Objectief bepaalbaar
Mag niet subjectief zijn
- Persoonlijk belang
- Eigen
- Rechtstreeks
- Actueel
Moet op dit moment gelden en zeker zijn dat het gaat gebeuren.
Ook is er een afstand en zicht criterium.
Rechtspersonen kunnen ook belanghebbenden zijn en ergens tegen zijn.
Voorwaarde: bijzonder belang moet worden genoemd in de statuten en blijken uit feitelijke
werkzaamheden van de rechtspersoon.
Bevoegdheidsverkrijging kan op verschillende manieren:
- Attributie
Een wet of regering kent een publiekrechtelijke bevoegdheid toe aan een bepaald
bestuursorgaan. Het gaat om een nieuwe bevoegdheid.
- Delegatie
Het overdragen door een bestuursorgaan van zijn bevoegdheid tot het nemen van besluiten
aan een ander onder eigen verantwoordelijkheid orgaan
Delegans: degene die delegatie overdraagt
Delegataris: degene aan wie het is gedelegeerd
Geen inspraak meer, maar wel beleidsregels opstellen voor de lagere bestuursorgaan en kunt
vragen om inlichtingen.
Het moet wel in de wet staan dat het wordt gedelegeerd (overgedragen)
Het moet gaan om een ander lager bestuursorgaan, het kan niet aan een ambtenaar onder jou
worden overgedragen. Niet aan ondergeschikten. !!
- Mandaat
In naam van een bestuursorgaan besluiten nemen.
Mandans: Degene die het mandaat geeft.
Mandataris: de gemandateerde.
Bestuurshandelingen = de acties van bestuursorganen. Dit kunnen feitelijke handelingen zijn of
rechtshandelingen.
Privaatrechtelijke rechtshandelingen = handelen of nalaten waarvan het rechtsgevolg betrekking
heeft op de verhouding tussen personen of rechtspersonen.
Publiekrechtelijke rechtshandelingen = handelen of nalaten waarvan het rechtsgevolg betrekking
heeft op de gezagsverhouding tussen overheid en burger.
