,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 2: Beroepen in de gezondheidszorg......................................................................................4
H2.1. Professies en beroepsorganisaties............................................................................................4
H2.2. Artsen, tandartsen, apothekers en verloskundigen..................................................................7
H2.3. Psychotherapeuten, gezondheidszorgpsychologen en creatief therapeuten...........................7
H2.4 Paramedische beroepen............................................................................................................9
H2.5. Verpleegkundigen, verzorgenden en assisterenden...............................................................11
Hoofdstuk 3: indeling en ordening van zorgvoorzieningen..............................................................14
3.1. Sectoren van gezondheidszorg..................................................................................................15
3.1.1. De sector cure.....................................................................................................................15
3.1.2. De sector care.....................................................................................................................16
3.1.3 De sector geestelijke gezondheidszorg................................................................................16
3.2. E-health.....................................................................................................................................18
3.3. Eerstelijnsgezondheidszorg.......................................................................................................18
3.4. Tweedelijnsgezondheidszorg.....................................................................................................23
3.4.1. Algemene ziekenhuizen......................................................................................................24
3.4.2. Psychiatrische ziekenhuizen...............................................................................................25
3.4.3. Verpleeghuizen en verzorgingshuizen................................................................................26
3.4.4. Woon-zorgcomplexen (WOZOCO’s)....................................................................................27
3.4.5. Gehandicaptenzorg.............................................................................................................27
3.5. Zorg in samenhang en samenwerking.......................................................................................28
3.5.1. Geïntegreerde eerstelijnszorg............................................................................................31
3.5.2. Ketenzorg en zorgketens....................................................................................................32
3.5.3. Extramuralisering en vermaatschappelijking......................................................................37
Hoofdstuk 7: Kwaliteit van zorg en gezondheidszorg...........................................................................38
7.1. Kwaliteit van gezondheidszorg..................................................................................................38
7.2. Kwaliteitsbevordering................................................................................................................40
7.3. Kwaliteitswetgeving...................................................................................................................42
7.3.1. Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (WET BIG)..................................43
7.4.2. Kwaliteitswet zorginstellingen (1996) wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (WKKGZ,
2016).............................................................................................................................................44
7.4. Kwaliteitszorg en prestaties.......................................................................................................49
7.5. Gezondheidszorg en prestaties..................................................................................................51
Hoofdstuk 4: Preventie en publieke gezondheidszorg..........................................................................52
, 4.2. Uitvoering en organisatie van preventie....................................................................................52
4.2.1. Nationale en lokale overheid..............................................................................................53
4.2.2. Preventie in de curatieve zorg............................................................................................57
4.2.3. Preventie in de geestelijke gezondheidszorg......................................................................57
4.3. Publieke gezondheidszorg.........................................................................................................57
Hoofdstuk 5: Marktwerking, financiering en bekostiging van zorg.......................................................62
5.1. Marktwerking in de gezondheidszorg; gereguleerde concurrentie...........................................62
5.2. Nederlandse zorgautoriteit en autoriteit consument & markt..................................................63
5.3. Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg (WLZ).................................................................64
5.4. Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) 2006-2015 en jeugdwet 2015...........................66
5.5. Kostenbeheersing.....................................................................................................................67
, Hoofdstuk 2: Beroepen in de gezondheidszorg
H2.1. Professies en beroepsorganisaties
Eerste plaats Tweede plaats
Medici. Tandartsen, apothekers en ‘para’medici. Dit zijn disciplines waar er een
verloskundigen, artsen doorverwijzing nodig is voor een gerichte
behandeling.
Bijbehorende wetten Bijbehorende wetten
1865 = Wet op de uitoefening van de 1963 = Wet op paramedische beroepen
geneeskunst (WUG).
1928 = Medische tuchtwet
Deze wetten zijn samengevoegd en in 2997 vervangen door: Wet op de beroepen in de individuele
gezondheidszorg (BIG). Deze geldt voor alle beroepen in de gezondheidszorg.
Artikel 3- en artikel 34-beroepen
Box 2.1.
Artikel 3-beroepen
De wet BIG kent titelbescherming, dus niemand mag zich, zonder opleiding en registratie in het BIG-
register, de titel van een beroep in de gezondheidszorg toekennen (arts, tandarts, fysio, etc).
Voorwaarden voor het geregistreerd blijven in het BIG-register is blijvend bijscholen en het
uitoefenen van het werk.
Artikel 34-beroepen
Beroepen in de gezondheidszorg zonder BIG-registratie. De beroepen hebben wel een opleidingstitel
en een kwaliteitsregister. Hierin ben je “kwaliteit geregistreerd” als je aan de opleidings- en
kwaliteitseisen van het beroep hebt voldaan. Als je niet aantoonbaar hebt voldaan aan de
kwaliteitseisen van de beroepsgroep, dan ben je alleen “geregistreerd”.
Voorbeeld kwaliteit geregistreerde beroepen.
Diëtist, huidtherapeut, ergotherapeut, logopedist, mondhygiënist, oefentherapeut.
Voorbeeld geregistreerde beroepen.
Tandprotheticus, apothekersassistent en klinisch fysicus.
Beroepen in de gezondheidszorg heten professies. Een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg
heet een professional. Kenmerkend voor een professie is het zelf bepalen van
diensten/dienstverlening, dus je mag zelf bepalen wat foute/correctie geneeskunde is. Een
professional is vrij en onafhankelijk op haar vakgebied, dus bepaald eigen standaard op gebied van
onderwijs en training. Een professional is geregistreerd in een beroepsregister.